De demon van ivoor verscheen omstreeks 1946 onder de auteursnaam Fjodor Klondyke als vierde deel van een serie van vier thrillers. Pas in de jaren zeventig werd duidelijk dat Hermans achter dit pseudoniem schuilging. De eerste druk van De demon van ivoor, de eerste en enige uitgave van deze pulproman in deze vorm, vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.
Een grondige omwerking van de thriller, waarbij alleen het begin gehandhaafd bleef, nam Hermans onder de titel ‘Hermans is hier geweest’ op in Drie melodrama’s (1957). Voor de overlevering van ‘Hermans is hier geweest’, zie de tekstgeschiedenis van Drie melodrama’s op deze website.
De tekstgeschiedenis van De demon van ivoor biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.
De tekstbezorging van De demon van ivoor bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De demon van ivoor samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.
De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van De demon van ivoor die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van het verhaal. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.
[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.
verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen
D1 | Eerste druk van De demon van ivoor | (ca. 1946) | (JS 7) |
Van De demon van ivoor zijn in archief-Hermans geen primaire documentaire bronnen overgeleverd.
De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De demon van ivoor samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.
In de uitgave van De demon van ivoor in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (eerste druk, ca. 1946 (D1)) en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.
p. 181, r. 6 | zij ’s avonds de | zij ’savonds de | |
p. 183, r. 17 | losbarsten, maar | losborsten, maar | |
p. 183, r. 19 | zouden herscheppen. | zouden herschapen. | |
p. 183, r. 33 | van het vocht | van de vocht | |
p. 184, r. 30 | of misschien wel | of mischien wel | |
p. 185, r. 9 | leeg geworden. Voorafgegaan | leeg geworden geworden. Voorafgegaan | |
p. 185, r. 17 | Wistinga, ‘verderop | Wistinga,’ verderop | |
p. 185, r. 21 | de hel.’ Hij | de hel..’ Hij | |
p. 187, r. 3 | voor, volkomen | voor,, volkomen | |
p. 187, r. 16 | omspoeld, de ogen | omspoeld. de ogen | |
p. 187, r. 20 | werden. De hele | werden De hele | |
p. 187, r. 34 | boosheid te verwoesten. | boosheid verwoest. | |
p. 188, r. 3 | hij, ‘word ik | hij, ‘wordt ik | |
p. 188, r. 4-5 | niet gek?’ dacht | niet gek,’ dacht | |
p. 188, r. 5 | dacht hij. ‘Wat | dacht hij? ‘Wat | |
p. 188, r. 6 | met misschien wel | met mischien wel | |
p. 190, r. 1 | waar variéténummers gegeven | waar varieténummers gegeven | |
p. 194, r. 8 | haar prachtige boezem | haar prachttige boezem | |
p. 197, r. 23 | te vernietigen, en | te vernietigen. en | |
p. 199, r. 20 | Misschien vermoedde | Mischien vermoedde | |
p. 199, r. 25 | ‘Kom mee,’ zei | ‘Kom mee’ zei | |
p. 200, r. 25 | Sheila.’ Zij stonden | Sheila?’ Zij stonden | |
p. 200, r. 31 | genoeg. Als je | genoeg.Als je | |
p. 201, r. 18 | toen wist Wistinga | toen wist Wistiga | |
p. 202, r. 22 | gedecolleteerde avondjapon | gedecollecteerde avondjapon | |
p. 203, r. 11 | wat te zeggen | wat ze zeggen | |
p. 203, r. 13 | een verrukkelijk mooie | een verrukelijk mooie | |
p. 203, r. 31-32 | had zij tot hem | had hij tot hem | |
p. 204, r. 24 | zachte stem. ‘Ik | zachte stem Ik | |
p. 205, r. 5 | aan de hand | aan de de hand | |
p. 205, r. 13 | mijn gedachten. Ik | mijn gedachten.Ik | |
p. 205, r. 24 | zeggen, wees in | zeggen, weest in | |
p. 206, r. 11 | een prop in | een strop in | |
p. 206, r. 17 | met zware longontsteking | met zware longonsteking | |
p. 209, r. 4 | hoofdstuk vii | hoofdstuk 7 | |
p. 211, r. 25 | hem.” En zodoende | hem. En zodoende | |
p. 214, r. 4 | hoofdstuk viii | hoofdstuk 8 | |
p. 215, r. 18 | de openstaande deuren | de openstanade deuren | |
p. 218, r. 11 | afgesloten kamer!). | afgesloten kamer!) | |
p. 219, r. 9 | uit, zette hem | uit, zetten hem | |
p. 221, r. 6 | De bekentenissen | De Bekentenissen | |
p. 222, r. 26 | schemerlicht door een | schemerlicht door door een | |
p. 223, r. 25-26 | gebleven is, ja?’ | gebleven is, Ja?’ | |
p. 224, r. 10 | het gewicht, de | het gewcht, de | |
p. 226, r. 12 | glimlachte, werd hij | glimlachte ,werd hij | |
p. 226, r. 21 | achter zat. Maar | achter zat Maar | |
p. 227, r. 10 | Hau Ling Nai hadden plaats | Hau Ling Nai haden plaats | |
p. 227, r. 25 | zij allen tezamen | zij alle tezamen | |
p. 227, r. 29 | ten aanschouwen van | ten aanschouwe van | |
p. 227, r. 35 | hoofd, en naast de | hoofd, naast de | |
p. 231, r. 8 | van den verschrikkelijken | van den verschikkelijken | |
p. 232, r. 1 | naar het Goa-hôtel | naar het Goa-hàtel | |
p. 233, r. 20 | Badwell’s Steamship Company | Badweul’s Steamship Company | |
p. 234, r. 20 | misschien had Stephenson | mischien had Stephenson | |
p. 234, r. 27 | in het begin | in het het begin | |
p. 236, r. 10 | de ‘Capricorn’ op | de ‘Capicorn’ op | |
p. 236, r. 19 | Zijn hart sprong | [witregel]Zijn hart sprong | |
p. 237, r. 7 | Binnensmonds vloekend | Binnensmond vloekend | |
p. 237, r. 26 | Zij gingen tegenover | [witregel]Zij gingen tegenover | |
p. 238, r. 2 | Is het misschien | Is het mischien | |
p. 238, r. 23 | het kussen van | het kusen van | |
p. 238, r. 24 | Zij keek hem | [witregel]Zij keek hem | |
p. 239, r. 1 | Hij keek haar | [witregel]Hij keek haar | |
p. 239, r. 3 | Het was het moeilijkste | [witregel]Het was het moeilijkste | |
p. 239, r. 17 | ‘Eigenlijk is het | [witregel]‘Eigenlijk is het | |
p. 239, r. 20-21 | zouden krijgen. Maar | zouden krijgen.. Maar | |
p. 240, r. 8 | Op een avond | [witregel]Op een avond | |
p. 240, r. 23 | ‘Nu zal ik jou | [witregel]‘Nu zal ik jou | |
p. 240, r. 26 | ‘Wat heb je mij | [witregel]‘Wat heb je mij | |
p. 240, r. 29 | alles. Toen ik | alles Toen ik | |
p. 241, r. 13 | ‘En toen, en | [witregel]‘En toen, en | |
p. 241, r. 16 | ‘Mijn god, mijn | [witregel]‘Mijn god, mijn | |
p. 241, r. 27 | Zij zaten een hele | [witregel]Zij zaten een hele | |
p. 241, r. 28 | ‘Lieveling,’ zei Wistinga | [witregel]‘Lieveling,’ zei Wistinga | |
p. 242, r. 7 | ‘Maar,’ viel Wistinga | [witregel]‘Maar,’ viel Wistinga | |
p. 242, r. 11 | ‘De demon van ivoor? | [witregel]‘De demon van ivoor? | |
p. 242, r. 12 | ‘Ja, de demon van | [witregel]‘Ja, de demon van | |
p. 244, r. 18 | Alleen zag Wistinga | [witregel]Alleen zag Wistinga | |
p. 244, r. 28 | De doodsangst greep | [witregel]De doodsangst greep | |
p. 245, r. 13 | door hun soortgenoten | door hijn soortgenoten | |
p. 245, r. 23 | Maar toen merkte hij | [witregel]Maar toen merkte hij | |
p. 245, r. 31 | Tegen de middag kwam | [witregel]Tegen de middag kwam | |
p. 245, r. 35 | boord gehesen. De | boord gehezen. De | |
p. 246, r. 6 | Daar begaf hij zich | [witregel]Daar begaf hij zich | |
p. 246, r. 16 | ‘Dat is een merkwaardig | [witregel]‘Dat is een merkwaardig | |
p. 246, r. 28 | inderdaad een jonge | inderdaad en jonge |
In de uitgave van De demon van ivoor valt het staartwit van de pagina nergens samen met een witregel.
In de uitgave van De demon van ivoor moet het afbrekingsteken in het hieronder vermelde woord als koppelteken gelezen worden:
p. 185, r. 10-11 | ambulanceauto |
p. 214, r. 10-11 | Goa-hotel |
p. 220, r. 16-17 | Goa-hôtel |