Toen Willem Frederik Hermans in het najaar van 1974 door Uitgeverij Boelen werd gevraagd om een tekst voor een publicatie over Multatuli te schrijven, greep hij die gelegenheid aan om een eigen oude plan nieuw leven in te blazen: een biografie van de schrijver voor wie hij een levenslange fascinatie zou koesteren en die hij karakteriseerde als ‘absoluut de meest dolle man die ooit een Nederlandse pen gehanteerd heeft’. Anderhalf jaar later was de rijkgeïllustreerde biografie klaar: De raadselachtige Multatuli verscheen in mei 1976, en menig recensent las er een verkapt zelfportret in.

Hermans zou altijd een groot pleitbezorger blijven van Multatuli. In 1987, het jaar van Multatuli’s honderdste sterfdag, publiceerde hij een fors herziene tweede druk van De raadselachtige Multatuli, die in een cassette verscheen met een door Hermans bezorgde geannoteerde editie van Max Havelaar, ‘voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografische herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave’.

Beide werken verschijnen nu in deel 17 van de Volledige Werken, dat net als Mandarijnen op zwavelzuur en Mandarijnen op zwavelzuur. Supplement (deel 16) in afwijkend formaat wordt gepubliceerd.


Naar boven