Deel 3 van de Volledige Werken bevat twee vermaarde romans van Willem Frederik Hermans: De donkere kamer van Damokles uit 1958 en Nooit meer slapen uit 1966. Hoofdpersoon Henri Osewoudt is in De donkere kamer van Damokles op zoek naar zijn al dan niet door hem gefantaseerde evenbeeld en opdrachtgever Dorbeck, die bij verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken lijkt. Het is een zoektocht die zowel spannend als tot mislukken gedoemd is.

In Nooit meer slapen, dat acht jaar na De donkere kamer van Damokles verscheen, stuurt Hermans zijn hoofdpersoon weer op een onmogelijke zoektocht. Een geologische expeditie voert Alfred Issendorf naar Lapland, waar hij op gezag van zijn promotor resten van meteorieten moet zoeken. Ook deze queeste, nu in de wereld van de wetenschap en in een landschap dat Hermans van een eerder bezoek als fysisch-geograaf kende,  is zonder resultaat en loopt dramatisch af. Adriaan Morriën, die niet altijd met Hermans op goede voet stond, was in Het Parool laaiend enthousiast: ‘Alfreds tocht naar het noorden […] verrast en boeit niet door wat men over hem te weten komt (men herkent hem onmiddellijk als het typische Hermans-karakter dat hij is en hij fungeert in de roman vrijwel uitsluitend als een vooruitgeschoven verkenner van de auteur), maar door de overstelpende hoeveelheid details waarmee zijn mislukking wordt gedemonstreerd en de nauwkeurigheid waarmee ze wordt opgetekend.

Die mislukking speelt zich af in een voor onze literatuur uitzonderlijke en exotische omgeving […]. Alles wat in de roman “toeristisch” is is voortreffelijk geschreven in een glasheldere stijl die tot het beste behoort wat Hermans heeft gepubliceerd en van een eigen schoonheid waardoor het Noorse landschap […] uniek en onvergetelijk wordt.’


Naar boven