Inleiding

Ter voorbereiding van een aan hem gewijde aflevering van het televisieprogramma Literaire ontmoetingen stelde Hermans in 1968 een uitgebreide documentatie samen bestaande uit foto’s, portretten en familiepapieren. In de aflevering, die op 5 februari 1969 te zien was, werd een deel van dat materiaal getoond, begeleid door commentaar dat door Hermans was geschreven en ingesproken. Het materiaal, geordend in een tweetal ringbanden en per item voorzien van zijn korte commentaarteksten, vormde ook de basis voor de kopij van Hermans’ autobiografische werk Fotobiografie.
Ruim een halfjaar nadat het televisieportret werd uitgezonden, verscheen Fotobiografie bij Uitgeverij Thomas Rap, in een oplage van 2.500 exemplaren. De eerste druk, de enige die bij leven van Hermans verscheen, vormt het uitgangspunt voor de editie.

De tekstgeschiedenis van Fotobiografie biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Fotobiografie bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Fotobiografie samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Fotobiografie

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Fotobiografie die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van deze publicatie. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

M1 Typoscript (kopij) van Fotobiografie (1968/1969)
P1 Drukproef voor de eerste druk van Fotobiografie (1969)
M2 Typoscript met aanvullingen voor Fotobiografie (1969)
P2 Drukproef voor de eerste druk van Fotobiografie (1969)
D1 Eerste druk van Fotobiografie (1969) (JS 290)

Bronbeschrijvingen van Fotobiografie

M1
Typoscript (kopij) van Fotobiografie
Omvang: twee ringbanden
Najaar 1968-januari 1969
Literatuurmuseum

In het archief-Hermans wordt in twee ringbanden de kopij voor Fotobiografie bewaard.[1] Op het titelvel staat de ondertitel ‘van geboorte tot debuut’, die in een later stadium kwam te vervallen, en tussen haakjes de tekst: ‘Deze documentaire werd samengesteld ten behoeve van de aan Willem Frederik Hermans gewijde TV-uitzending “Literaire Ontmoetingen” van 5 februari 1969’.
Nagenoeg alle foto’s, maar ook enkele documenten, waaronder een nota van het ziekenhuis van Hermans’ geboorte en zijn zwemdiploma, werden door Hermans op vellen geplakt.[2] Ook de in het boek afgebeelde broodzak en de scholierkaart van zijn zuster Cornelia (met het hoesje eromheen) bevinden zich op deze manier in de kopij.[3] Van de overige documenten, met name negentiende-eeuwse papieren, pagina’s uit de dagboeken van Cornelia en van hemzelf, en bijvoorbeeld de eerste pagina van een manuscript van zijn debuutverhaal ‘Uitvinder’, plakte hij kopieën in.[4]
Bij de documenten en foto’s staan in potlood technische aanwijzingen als ‘zwarte randen handhaven’, ‘met rand 1/1’ en ‘pijltje aanbrengen naast de meester boven hoofd’.[5] Sommige vellen leverde Hermans in een later stadium aan. Dat geldt bijvoorbeeld voor een vel met de foto van de boxcamera, dat is voorzien van het stempel ‘ONTVANGEN / 16 APR. 1969’.[6] Op een ingevoegde lijst, met daarop verder ‘Lid-kaart NJN’, ‘Dagboek WFH’, ‘Vrijmetselaar’ en ‘Koepok Oma W’, hield Hermans bij wat hij nastuurde.
Voorafgaand aan de doorlopende kopij, waarbij tekst en beeld elkaar zoals in het boek afwisselen, bevat de eerste ringband ook extra doorslagen van de commentaarteksten zonder het bijbehorende beeld, vaak met op de vellen verschillende nummeringen in potlood.[7] Ingevoegde lijsten met afgevinkte opsommingen tonen hoe Hermans zocht naar de gewenste ordening waarin hij het materiaal wilde presenteren. Bij deze lijsten zit ook een ongedateerd vel met in het handschrift van Hermans de niet verder uitgewerkte notitie: ‘Ik ga niet precies vertellen welke dingen en mensen, of enkele eigenaardigheden van de dingen en mensen in deze documentenverzameling, materiaal geleverd hebben voor mijn romans.’
Wanneer Hermans de kopij inleverde is onbekend, maar een leesrapport van Jaco Groot van begin januari suggereert dat het materiaal eind 1968 al ter beoordeling bij Uitgeverij Thomas Rap was.[8] Op 8 januari 1969 stuurde Hermans aan Thomas Rap ‘op de valreep en in grote haast’ nieuwe bladen die dienden ter vervanging of moesten worden tussengevoegd en ‘7 stuks, provisorisch genummerd van 82 – 88 die aan het slot moeten komen, ik weet nog niet precies hoe, zal wel zien na mijn terugkomst.’ Hij retourneerde ook het contract voor Fotobiografie en schreef: ‘Ik wens u veel succes met de vervaardiging van dit boek. Ik heb het met veel geestdrift gedaan, vooral na door u te zijn aangemoedigd.’[9] Een vel met het slot en de ondertekening ‘Haren (Gn) 31 december 1968’ stuurde Hermans blijkens het stempel ‘ONTVANGEN 12 FEB. 1969’ later na. Het is niet duidelijk of deze versie een eerder slot moest vervangen of dat het slot in de kopij nog ontbrak.[10]

Fo_M1
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P1
Drukproef voor de eerste druk van Fotobiografie
Omvang: 18 vellen
Februari-maart 1969
Literatuurmuseum
H.544 D.1

Een drukproef voor Fotobiografie met het datumstempel ‘19 FEB. 1969’ wordt bewaard in de collectie van het Literatuurmuseum. De proef, met alleen de gezette commentaarteksten, bevat correcties van Hermans in blauwe en groene inkt.[11]
Hermans wijzigde veel formuleringen, bracht verbeteringen aan en voegde informatie toe. Een aantal keer veranderde hij ook de volgorde van de eerdere kopij; een keer middels knip-en-plakwerk.
Het slot, dat overeenkomt met de nagezonden versie, wijkt nog erg af van het uiteindelijke slot in het boek. Hermans schrapte in deze tekst een aantal zinnen op de proef, waaronder ‘Ik begon te begrijpen dat altijd wel nieuwe hinderpalen zouden komen. / Toch weet ik wel dat hinderpalen in hoofdzaak, of misschien wel alleen in onze herinnering bestaan. Het beste wat een schrijver kan doen, is proberen ze kapot te schrijven.’ en het gelijk daarop volgende ‘Geen revolutie. “Vivons en bougeois, pensons en demi-dieux” (Flaubert) is mijn motto.’ Ook de slotzinnen (‘Overigens: wat ik werkelijk voelde, of voel, zou ik niet kunnen beschrijven in een autobiografie. Ik probeer het te benaderen in romans.’) werden door hem doorgehaald.[12]
Na de ondertekening (‘Haren (Gn) 31 december 1968’) volgen op de proef nog zeven commentaarteksten waarvan niet duidelijk wordt waar ze in het geheel horen.[13] Twee van deze teksten zijn doorgehaald, maar dat betekende, net als bij de meeste andere geschrapte passages, enkel dat er vervangende teksten voor in de plaats zouden komen (zie M2).
Naast deze drukproef met alleen zijn commentaarteksten ontving Hermans er ook een met afbeeldingen, want hij schreef op 13 maart aan Jaco Groot, die bij Uitgeverij Thomas Rap de productie begeleidde: ‘Separaat stuur ik u de dikke drukproeven van “Fotobiografie” […]. // Er is het volgende aan toegevoegd: / Een collegekaart 1940 / Bijvoegsel Alg. Handelsblad 9 april 1940, dat, zoals u zei, opnieuw gefotografeerd moet worden. / Nieuws van de Dag 8 januari 1945. Een deel hiervan is door mij met potlood omlijnd. Het is de bedoeling dat dit op de gehele pagina wordt gereproduceerd, het omlijnde gedeelte is ter grootte van de bladspiegel.’ Het vervolg van de brief slaat deels wel op het overgeleverde deel van de proef: ‘De tekst is door mij zowel op de losse proef gecorrigeerd, als in het boek. Er zijn nieuwe getypte stukjes aan toegevoegd. / De volgorde van de teksten is hier en daar anders dan het eerst was. // De rangschikking van de foto’s op de bladzijden, moet natuurlijk nog bekeken worden: ik heb ze zonder artistieke pretenties geplakt op de pagina’s waar ze moeten komen, verder niet. // Wilt u alles nog eens nauwkeurig nakijken of er geen vergissingen zijn gemaakt?’[14] In een brief van 24 april liet Jaco Groot weten dat nieuwe proeven ‘midden volgende week’ klaar zouden zijn.[15]

Fo_P1
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


M2
Typoscript (doorslag) met aanvullingen voor Fotobiografie
Omvang: 9 vellen
Februari-maart 1969
Literatuurmuseum
H.544 A.

In de collectie van het Literatuurmuseum bevindt zich ook een doorslag van een typoscript van negen vellen met ‘nieuwe getypte stukjes’ voor Fotobiografie.[16] Die nieuwe tekstjes hebben ook weer kleine handschriftelijke correcties van Hermans en op het eerste vel, met daarop het aan Wittgenstein ontleende motto dat op de eerdere drukproef nog ontbreekt, schreef hij met potlood: ‘nog niet gezet’.
De commentaarteksten op de acht andere vellen dienden merendeels ter vervanging van op de drukproef doorgehaalde passages. Vaak zijn het herziene en uitgebreide versies van die teksten.[17] ‘Paulus Johannes Frederik Eggelte trouwde in 1940 met deze vrouw, mijn overgrootmoeder. / Paulus werd 84, Henderika 86 jaar oud.’ verving bijvoorbeeld de op de drukproef doorgehaalde zinnen ‘En dit is zijn vrouw, mijn overgrootmoeder.’ en ‘Trouwacte van mijn overgrootouders.’[18] Op enkele vellen staan nieuwe commentaarteksten, waaronder de tekst over voorouders Jan Hendrik Eggelte en Wilhelmina Stoltz en de zin ‘Ik fotografeerde met deze boxcamera, die we hadden verworven door cadeaubonnetjes van Sunlightzeep op te sparen.’[19] Een ander vel bevat een uitbreiding van het commentaar bij de scholierkaart van Cornelia Hermans (‘Mijn moeder onderging […] gaf geen toegang.’).[20] De tekst op de laatste drie doorslagen vormt samen het uitgebreide nieuwe slot.[21]

Fo_M2
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P2
Omvang: 108 pagina’s
Mei 1969
Literatuurmuseum
WFH (Drukproeven)/Fotobiografie [I]

In het archief-Hermans wordt een gecorrigeerde drukproef bewaard die is voorzien van het stempel ‘ONTVANGEN / 19 MEI 1969’. In de drukproef zijn een brief aan Drukkerij Hooiberg en vijf doorslagen met inlaskopij gevoegd.[22] Op de proef staan correcties en aanvullingen in het handschrift van Hermans en aanwijzingen van een redacteur. De redacteur noteerde hoofdzakelijk bij foto’s dat ze ‘bruin’ moesten worden afgedrukt.[23]
Hermans bracht op een twintigtal pagina’s correcties aan, haalde op de titelpagina de ondertitel ‘van geboorte tot debuut’ door en schreef drie toevoegingen van enige omvang op de proef. Bij een schoolrapport tekende hij over het cijfer voor gymnastiek aan: ‘(Het rapportcijfer is sterk geflatteerd, omdat ik in de rest zo knap was.)’[24] Ook in de slotpassage voegde hij zinnen toe. Na ‘Maar hij werd de uitvinder van het buskruit.’ schrapte hij het begin van de volgende alinea: ‘Het buskruit uitvinden is sedertdien spreekwoordelijk voor succes’. Aan het eind van die alinea voegde hij toe: ‘Gesteld nu eens dat hij wel degelijk de kunst van het goud maken zou hebben uitgevonden en niet het buskruit? Dan zouden ze nu over hem zeggen: “Hij heeft het buskruit niet uitgevonden.”’[25]
Bij de ingevoegde doorslagen gaat het steeds om nieuwe uitbreidingen bij bestaande commentaarteksten. Het betreft in vier van de vijf gevallen een typering van zijn directe familie. De toevoeging over Hermans’ moeder begint met de zin ‘Mijn moeder, minder spraakzaam, klaagde zelden of nooit, maar ze was wel even koppig en altijd in de contramine’ en eindigt met een lijstje ‘ontkennende en verbiedende uitdrukkingen’.[26] Ook een passage over Hermans’ grootmoeder, met de zin ‘Drooglever Fortuyn (de dichteres M. Vasalis) had zich bewonderend uitgelaten over de constructie van haar schedel’, werd in doorslag toegevoegd.[27] Elders, na een alinea over de rechtenstudie van zijn zuster, voegde hij een ruime passage toe over hoe bangelijk en onhandig zij was.[28]
Een tiental afbeeldingen voorzag Hermans van opmerkingen of hij omcirkelde wat hij lelijk vond. Bij een document over inenting tegen koepokken schreef hij ‘kan béter’, bij de sigarenkist en het bandje staat ‘donkerder afdrukken’ en een jeugdportretje was ‘te bleek’.[29]
Een afbeelding van het manuscript van een broer van Hermans’ grootvader moest komen te vervallen: ‘Zo is het onleesbaar en heeft niemand er iets aan.’ Hermans deed ook suggesties om dit op te lossen: ‘Mogelijk zou ook zijn: een klein stukje ms te reproduceren en het hele document zetten.’ Uiteindelijk gebeurde iets vergelijkbaars, op 3 juni schreef Hermans aan Jaco Groot: ‘De pagina met het manuscript van mijn oud-oom over de mondkok bevredigde mij nog niet helemaal. Men moet de lezer die de moeite nemen wil, toch de gelegenheid geven te begrijpen waar het over gaat en daartoe was de ene gereproduceerde manuscriptpagina niet voldoende. Ik heb daarom dat, wat eraan voorafgaat, overgetikt in mijn mooiste diamantlettertje en het zo uitgerekend, dat het getikte strookje boven de foto van het manuscript kan worden geplakt.’[30]
Op 12 mei zond Hermans de drukproeven retour aan Thomas Rap: ‘Hierbij ontvangt u de drukproef van F O T O B I O G R A F I E weer terug. […] Op rug en voorplat voluit mijn namen en de titel Fotobiografie. De bijvoeging “Van geboorte tot debuut” moet maar helemaal weg blijven.’[31]

Fo_P2
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


[1] In een derde, blauwe, ringband bevinden zich vellen met opgeplakt materiaal dat Hermans niet gebruikte voor zijn boek, waaronder: portretten van voorouders, foto’s die Hermans in 1948 in Canada maakte, het gezin Hermans op het strand, een portret van de jonge Hermans met zijn zuster en grootmoeder en een bewijs van de verstrooiing van de asresten van Hermans’ vader. Commentaarteksten bij de foto’s ontbreken, maar een enkele keer vermeldde Hermans wel waar en wanneer een foto genomen was. Verreweg de meeste vellen in deze ringband voorzag Hermans met potlood van een nummer, op een aantal vellen schreef hij ‘vervalt’ of ‘niet’. Op een envelopje met twee kleine foto’s schreef hij: ‘Niet in dit boek gebruikte, maar wel interessante foto’s.’ Naast het envelopje bewaarde hij bij dit materiaal ook doorslagen en vijf vellen typoscript met inlassen voor het boek (zie M2 en P2).
[2] Ziekenhuisnota en zwemdiploma in de editie resp. op p. [75] en [159]. Bijna alle foto’s in de kopij werden gebruikt in het boek, behalve een foto die Ed van der Elsken in 1962 maakte voor Als twee druppels water (1963), de verfilming van De donkere kamer van Damokles (1958). Het betreft een portret van Hermans verkleed als SS’er. Voor in een van de mappen bevinden zich in een envelop ook nog enkele losse items, waaronder de foto’s die Hermans van het hamertje en de sigarenkist maakte (in de editie resp. op p. [25] en [117]) en een bewijs van toegang tot colleges over koloniale volkenkunde. Dit document staat niet afgebeeld in Fotobiografie.
[3] In de editie resp. op p. [21] en [145].
[4] In Fotobiografie is steeds duidelijk te zien of als basis voor een afbeelding een kopie of een origineel is gereproduceerd. Zie in de editie bijvoorbeeld de afbeelding van het manuscript van ‘Uitvinder’ op p. [169]. Van het materiaal dat Hermans in kopie inplakte, worden verspreid over het archief originelen bewaard. Alleen van het briefje dat Hermans op 17 augustus 1937 aan zijn ouders schreef werd in het archief geen origineel aangetroffen (zie p. [163] van de editie).
[5] Zie voor het betreffende pijltje p. [157] in de editie.
[6] In de editie op p. [115]. De bijbehorende commentaartekst leverde Hermans ook pas aan nadat een eerste drukproef al was vervaardigd (zie M2).
[7] De voorafgaande vellen zijn doorslagen van elders in de ringband op de juiste plek ingevoegde vellen, zodat niet in alle gevallen is te reconstrueren of een vel wel of niet tot de oorspronkelijke kopij behoorde.
[8] Jaco Groot stuurde zijn leesrapport op 5 januari aan Hermans. Jaco Groot (Uitgeverij Thomas Rap) aan Hermans, 5 januari 1969, archief-Hermans. Op 31 december 1968 had Hermans een afspraak met Rap om over de uitgave te spreken, gegevens in agenda over 1968, archief-Hermans.
[9] Hermans aan Thomas Rap, 8 januari 1969, doorslag in archief-Hermans.
[10] Een eerdere versie van het slot is niet bij de kopij aangetroffen. Het nagestuurde slot komt overeen met dat op drukproef P1.
[11] Bij deze drukproef wordt ook een transparantkopie bewaard van de twee vellen die voorafgaan aan het op p. [31] van de editie getoonde manuscriptvel van de oudoom van Hermans (zie over de afbeelding van het manuscript ook P2). Bij de proef bevindt zich ook een typografisch ontwerp voor de rug en de titelpagina van het boek, de laatste met de doorgehaalde ondertitel ‘van geboorte tot debuut’.
[12] Uiteindelijk werd dit: ‘Ik denk niet dat ik ooit mijn autobiografie zal schrijven. Het zou ontaarden in een roman.’ Zie p. 208 van de editie, de zinnen staan halverwege de slotpassage.
[13] Het zijn beknopte voorversies van de teksten op pagina 190 en 192, 194, 200, 198, 202 en 204 van de editie.
[14] Hermans aan Jaco Groot (Uitgeverij Thomas Rap), 13 maart 1969, doorslag in archief-Hermans.
[15] Jaco Groot (Uitgeverij Thomas Rap) aan Hermans, 24 april 1969, archief-Hermans. Op 7 mei zond Thomas Rap de nieuwe proeven (Thomas Rap aan Hermans, 7 mei 1969, archief-Hermans).
[16] Hermans stuurde deze aanvulling samen met ‘de dikke drukproeven van “Fotobiografie”’ op 13 april 1969 aan Jaco Groot (zie P1). Deze doorslagen, maar dan zonder de correcties in handschrift, bevinden zich ook in de blauwe ringband met materiaal dat uiteindelijk niet voor het boek werd gebruikt (zie M1).
[17] De commentaarteksten staan in de editie op p. 32, 190, 192, 194 en 208.
[18] In de editie op p. 32.
[19] In de editie resp. op p. 26 en 114.
[20] In de editie op p. 144. Middels een ingevoegd vel in een volgende drukproef zou de tekst op deze pagina nog verder worden uitgebreid (zie P2).
[21] In de editie op p. 208.
[22] De doorslag van de brief aan Drukkerij Hooiberg die bij deze drukproef is gevoegd dateert van 30 juni 1969 en bevat de mededeling: ‘Zoals afgesproken stuur ik u bij deze de stukjes die tussengelast moeten worden. Ik denk toch niet dat het al te veel moeilijkheden zal opleveren. / Woensdagmorgen om 10 uur ben ik bij u voor de correctie.’ (Brief zonder afzender aan Drukkerij Hoo[i]berg, 30 juni 1969, doorslag in archief-Hermans.) Onderaan de brief staat: ‘Bijlagen: 4’. Het is onduidelijk of dit slaat op de vijf in de proef ingevoegde doorslagen. Het originele typoscript met deze aanvullingen wordt, voorzien van het datumstempel ‘1 JULI 1969’ bewaard in de blauwe ringband met materiaal dat niet in het boek terechtkwam (zie M1).
[23] Veel van de portretten in Fotobiografie zijn in bruintinten afgedrukt, zie in de editie bijvoorbeeld het portret van Hermans’ grootvader Pieter Hermans op p. [13].
[24] In de editie op p. 154. Ook de zin op p. 22 ‘Zo’n artistieke das heb ik hem nooit zien dragen, wel zette hij, tot op hoge leeftijd, een pet op als hij zich ging scheren.’ voegde Hermans met potlood toe op deze proef.
[25] In de editie op p. 208.
[26] Het gaat om de passage ‘Mijn moeder, minder spraakzaam […] en blaf zelf.”’, in de editie op p. 108.
[27] ‘“Ordentelijk” was de norm […] van haar schedel.’ In de editie op p. 110. Ook de passage ‘Op de muren van […] die collectie afkomstig.’ werd middels een ingevoegde doorslag toegevoegd (in de editie op p. 144).
[28] Het gaat om de passage ‘Ik vraag me wel af […] liever schuldig gebleven.’, in de editie op p. 184. Een uitbreiding over de vader van Hermans staat op p. 188 en begint met de zin: ‘“Eisen stellen aan een ander en zelf niets presteren,” was de grootste zonde die mijn vader kende.’
[29] In de editie resp. op p. [41], [117] en [131].
[30] Hermans aan Jaco Groot (Uitgeverij Thomas Rap), 3 juni 1969, archief-Hermans. Zie het resultaat van deze oplossing op p. [31] van de editie. Onder signatuur WFH (Dossier) Familie (Familiepapieren) wordt in het archief-Hermans een eerder typoscript bewaard van de transcriptie die Hermans boven de foto liet plakken. Onder signatuur WFH (Drukproeven) Fotobiografie [II] wordt ook een ongedateerde drukproef bewaard zonder correcties. Op deze proef is Hermans’ laatste aanvulling, de invoeging boven de afbeelding van het manuscript, al verwerkt. De afgebeelde manuscriptpagina is een andere dan de twee die op P2 nog op die plek worden getoond.
[31] Hermans aan Thomas Rap, 12 mei 1969, doorslag in archief-Hermans.


De tekstbezorging van Fotobiografie

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Fotobiografie samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


Editeursingrepen

In de uitgave van Fotobiografie in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (eerste druk, 1969 (D1)) en de tekstvergelijking van overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 70, r. 1 kort na elkaar. kort na elkaar M1/P1
p. 112, r. 3 ‘Kunst na Arbeid’ ‘Kunst na ‘Arbeid’ M1/P1
p. 154, r. 2-3 zo knap was.) zo knap was). P1
p. 196, r. 1 Ik las. Ik las M1

Witregels

In de uitgave van Fotobiografie valt het staartwit van de pagina nergens samen met een witregel.


Koppeltekens

In de uitgave van Fotobiografie komen geen afbrekingstekens voor die als koppelteken gelezen moeten worden.



Naar boven