Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek. Met een inleiding van W.F. Hermans (1946)

Inleiding

In de oorlogsjaren stelde Hermans een bloemlezing samen uit het werk van de zeventiende-eeuwse dichter Willem Godschalck van Focquenbroch. Aanvankelijk stuurde Hermans het manuscript naar John Meulenhoff, die in 1944 had geholpen bij de productie van zijn clandestiene dichtbundel Kussen door een rag van woorden, maar die gaf het uiteindelijk niet uit. In 1946 verscheen Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek, voorzien van een inleiding van de hand van Hermans, bij Van Oorschot. Deze eerste en enige uitgave vormt het uitgangspunt voor de tekst in de editie.

De tekstgeschiedenis van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van strofescheidingen die in de editie van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de bloemlezing. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

D1 Eerste druk van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek. Met een inleiding van W.F. Hermans (1946) (JS 467)

 

Van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek zijn geen primaire documentaire bronnen overgeleverd.


De tekstbezorging van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van strofescheidingen die in de editie van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


Editeursingrepen

In de uitgave van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (eerste druk, 1946 (D1)) en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 13, r. 8 ‘broeders in Apollo’, de ‘broeders in Apollo’ de
p. 15, r. 30 met dichterlijk gezag. met dichterlijk gezag,
p. 17, r. 19 omtrent de hoogste toren omtrent de de hoogste toren
p. 18, r. 32 Seneca in Hyppolytus Senecca in Hyppolytus
p. 19, r. 1 Dat is: [inspringing]Dat is:
p. 19, r. 21 10 February, 1669. 10 February. 1669.
p. 23, r. 29 als d’alderminste veest, als d’alderminste beest,
p. 29, r. 27 Elk scheelt hier veel En scheelt hier veel
p. 35, r. 9 Schoon ik steets haate Schoon ik stees haate
p. 41, r. 22 nooit t’overtreeden? nooit ’t overtreeden?
p. 42, r. 27 noch zal bezoeken noch, zal bezoeken
p. 44, r. 5 Verdubbeld rondeel Verdubbeld ronddeel
p. 47, r. 32 myn hart en aâren myn hart en aâmen
p. 52, r. 7 Als haar verbindende door Als haar verblindende door
p. 52, r. 28 Zyn speeljacht spoeijen ziet Zyn speeljacht spoijen ziet
p. 56, r. 4 bruilofts rondeel bruilofts ronddeel
p. 56, r. 24 al het geen gy morgen hebt al het geen by morgen hebt
p. 57, r. 31 Maar dat die laatste wond Maart dat die laatste wond
p. 60, r. 7 by my te woonen, by by te woonen,
p. 61, r. 14 Uw eige kunst Ue eige kunst
p. 62, r. 13 Dies dientmen in gezang Diet dientmen in gezang
p. 67, r. 9 veut sortir des flots, veut sortit des flots,
p. 77, r. 8 Zint gy myn vrijheid Zint gy mun vrijheid
p. 77, r. 35 Om t’ weeten of Om ’t weeten of

Strofescheiding

Op de volgende pagina’s in de uitgave van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek valt het staartwit van de pagina samen met een strofescheiding:

p. 23
p. 28
p. 29
p. 33
p. 35
p. 37
p. 45
p. 46
p. 47
p. 48
p. 51
p. 52
p. 58
p. 64
p. 69
p. 72


Koppeltekens

In de uitgave van Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek komen geen afbrekingstekens voor die als koppelteken gelezen moeten worden.



Naar boven