Inleiding

In het midden maart 1962 bij De Bezige Bij verschenen Drie drama’s bundelde Hermans drie toneelteksten, waarvan er twee in 1953 al geschreven waren. De eenakter ‘Het omgekeerde pension’ werd in februari 1953 opgevoerd bij de opening van de Boekenweek, en verscheen datzelfde jaar met toneelteksten van andere auteurs in de bundel Briefgeheim. Vier eenacters. Pas in 1960 werd de toneeltekst ‘Dutch comfort’ gepubliceerd, in Podium.  In datzelfde jaar publiceerde Hermans ‘De psychologische test’ in nieuw nederlands toneel, een bij uitgeverij Heynis (Zaandijk) verschenen gezamenlijke uitgave van de tijdschriften Gard Sivik en Podium 58. Een herziene herdruk van Drie drama’s verscheen in 1967, waarna in 1975 opnieuw een licht gewijzigde herdruk verscheen. De vierde (ongewijzigde) druk uit 1981 vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van Drie drama’s biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Drie drama’s bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Drie drama’s samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Drie drama’s

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Drie drama’s die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de toneelteksten. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

M1 Typoscript van ‘Dutch comfort’ (1953)
T1 ‘Het omgekeerde pension’ in Briefgeheim. Vier eenacters. (1953) (DJ 223)
T2 ‘Het omgekeerde pension’ in Het toneel (1953) (DJ 223)
T2m1 Exemplaar van Het toneel met correcties bij ‘Het omgekeerde pension’ (DJ 223)
M2 Manuscript van ‘De psychologische test’ (1959)
P1 Drukproef van ‘Dutch comfort’ (1959/1960)
T2 ‘Dutch comfort’ in Podium (1960) (DJ 290)
M3 Typoscript van ‘Toelichting bij een test’ 1960
T3 ‘De psychologische test’ in nieuw nederlands toneel (1960) (DJ 291)
T4 ‘Toelichting bij een test’ in ReperToire (1960) (DJ 299)
P2 Drukproef van ‘Toelichting bij een test’ (Podium)
T5 ‘Toelichting bij een test’ in Podium (1961) (DJ 299)
P3 Drukproef van de eerste druk van Drie drama’s
D1 Eerste druk van Drie drama’s (1962) (JS 191)
D2 Tweede druk van Drie drama’s (1967) (JS 192)
D3 Derde druk van Drie drama’s (1975) (JS 193)
D4 Vierde druk van Drie drama’s (1981) (JS 194)

M1
Typoscript (doorslag met correcties) van ‘Dutch comfort’
24 bladen
Datering: februari 1953
Literatuurmuseum
H 00544 H 1

Het Literatuurmuseum bezit een doorslag van een typoscript van ‘Dutch Comfort’ dat aan de basis stond van de eerste publicatie in Podium 58. Het typoscript omvat 24 bladen. Na een ongenummerd voorblad met daarop titel en personages van het stuk volgen eenentwintig doorgenummerde pagina’s, waarbij de pagina’s 8 en 9 twee ingelaste pagina’s ‘8a’ en ‘9a’ hebben. De eerste ingelaste pagina is een uitbreidende beschrijving in de dialoog tussen Thera en dokter Kalmhoudt, de tweede herschreven en uitgebreide passage volgt kort daarna en betreft onder andere de discussie van dominee Biekens en pastoor Fleuremans met Thera.[1] Hermans dateerde het typoscript aan het eind met ‘Groningen / feb. ‘53’.
Het typoscript heeft een beperkt aantal correcties en aanvullingen in diverse kleuren vulpeninkt, waarbij het meestal gaat om kleine inhoudelijke toevoegingen, op woord- of zinsniveau. Die hebben vooral betrekking op de regieaanwijzingen en de toelichtende tekst bij de toneeldialogen. Een voorbeeld van een toegevoegde beschrijvende passage is direct te vinden in de eerste inleidende alinea, een aantal kleinere inhoudelijke wijzigingen betreft onder andere de sterkere accentuering van de dood door ‘zelfmoord’ van Erwin Krebs, door toevoegingen als ‘Maar dat is verdomd gek!’, ‘Dat hij zelfmoord gepleegd heeft met vijf kogels!’ en ‘Zelfmoord is de beste oplossing.’[2] Naast de wijzigingen in handschrift van Hermans bevat het typoscript aanwijzingen voor het zetten van de tekst in rode balpeninkt.

DD_MG_2191
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


T2m1
Aflevering van Het toneel met correcties bij ‘Het omgekeerde pension’
Omvang: 4 pagina’s
Literatuurmuseum

In het archief-Hermans bevindt zich een exemplaar van de in december 1953 verschenen aflevering van het tijdschrift Het toneel met de publicatie van Hermans’ ‘Het omgekeerde pension’, dat eerder dat jaar als een van de bekroonde inzendingen van de door het CPNB georganiseerde ‘éénacter-prijsvraag Boekenweek 1953’ voorafgaand aan die Boekenweek was opgevoerd.[3] Onder andere de op naam gestelde uitnodiging (tevens toegangsbewijs) voor de ‘besloten litteraire feestavond Het boek en de Muzen’ van vrijdag 27 februari 1953 bleef in het tijdschriftexemplaar bewaard, net als het programma voor de feestavond en een met ‘April 1953’ onderschreven inlegvelletje van de firma C.G.A. Corvey, die met het boekje Briefgeheim. Vier eenacters verantwoordelijk was voor de boekuitgave van de bekroonde eenakters. Dat inlegvelletje met de titel ‘nationaal rampenfonds’ doet een oproep aan de ontvangers van het gratis boekje voor een vrijwillige bijdrage aan de getroffenen van de Watersnoodramp van 1 februari dat jaar.
De tekst van ‘Het omgekeerde pension’ in het bewaarde exemplaar van Het toneel bevat enkele kleinere handschriftelijke wijzigingen en aanvullingen van Hermans in de dialogen. Ook haalde Hermans het oorspronkelijke slot van de eenakter door, om dat via een opgeplakt kladblaadje door een nieuwe, iets meer uitgebreide versie te vervangen.

­­­DD_MG_2187
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


M2
Manuscript van ‘De psychologische test’
Omvang: 67 pagina’s
September 1959
Literatuurmuseum
WFH (Manuscripten) Lezing-Stuk

In een dummy van een exemplaar van de Verzamelde werken van Louis Couperus begon Hermans in september 1959 aan de eerste versie van een toneeltekst, die op dat moment nog ‘De hersenspoeling’ heette.[4] Hermans veranderde de titel in handschrift later in ‘De psychologische test, een epistemologische tragedie’. Op de versozijde van het schutblad, nog voorafgaand aan de eerste pagina met de titelaanduiding, noteerde hij als geheugensteuntje: ‘Sobolov is degene aan wie zij het compas moet geven’, waarbij in een later stadium ‘het compas’ werd gewijzigd in ‘een staaflantaren’.
Het handschrift heeft bij elkaar een kleine zeventig pagina’s, waarvan zevenentwintig rechter pagina’s de doorlopende tekst bevatten. Op een deel van de linker pagina’s noteerde Hermans nieuwe invallen, aanvullingen en correcties bij de eerste tekstlaag. Aan het begin van het handschrift gebruikte hij die linker pagina’s ook voor het maken van aantekeningen over het globale verloop van het nog te schrijven verhaal. Een voorbeeld daarvan is de notitie: ‘Sobolev raadt Thabor aan Richard niet meer om het signalement te vragen. Het zal juist de bedoeling zijn van de test dat zij hem het signalement ontwringt, [xxx][5] door hem te verleiden.’ Iets verderop noteerde hij: ‘Het blijkt dat Richard met opzet het signalement niet gegeven heeft.’ En op diezelfde pagina: ‘De lantaren bevat een gifgas en is door Wilfried bedoeld om Sobolev uit de weg te ruimen. Daarom weet Wilfried dat Thabor de lantaren aan Sobolev moet geven. (Sobolev haat Wilfried) Daarom weet Wilfried ook dat Richard het signalement verdonkeremaand heeft’.[6]
Niet alle op de beginpagina’s genoteerde verhaallijnen zou Hermans in het handschrift uitwerken. Een geplande ‘Scène Thabor: Thabor ondergaat schoonheidsbehandeling’ ontbreekt bijvoorbeeld, en zou uiteindelijk ook geen deel gaan uitmaken van ‘De psychologische test’.
De uitgeschreven tekst van het handschrift is grotendeels een eerste versie van de scènes twee tot en met zeven van het latere stuk, en beschrijft vooral dialogen tussen Thabor en Richard, Thabor en Sobolev, en Richard en Wilfried. De grote lijn van het stuk zou Hermans daarbij handhaven, en ook veel van de dialogen uit het handschrift keren bijna letterlijk terug in de eerste gepubliceerde versie van het stuk in nieuw nederlands toneel. Wel bevat die tekst veel uitbreidingen en herschrijvingen van de in de eerste versie uitgeschreven dialogen. Een voorbeeld is in het manuscript (met door Richard gesproken tekst): ‘Trouwens voor het doden met twee handen heeft u niet zo’n best cijfer gehaald. Dat had werkelijk wel beter gekund.’ / Thabor: Ik heb mijn beste gedaan’. Die wordt uiteindelijk: ‘Trouwens, voor het zich vermommen als ballerina heeft u niet zo’n best cijfer gehaald. / thabor: Ik heb mijn best gedaan, maar mijn voeten zijn te groot.’[7]
Met name de regieaanwijzingen zijn in het handschrift in nog maar beperkte mate aanwezig. De tekst van het handschrift is daar niet onderverdeeld in scènes en ook de indeling van het toneel in twee plannen is nauwelijks uitgewerkt: Richard en Wilfried bezien de verrichtingen van Thabor daar door een luik, iets verderop in het handschrift is sprake van een ‘kijkdoos’.
Na de in detail uitgeschreven tekst volgen in het handschrift nog zeven pagina’s die in sterk gecomprimeerde vorm enkele uit te werken scènes van het stuk aangeven, met daarin alleen af en toe een al uitgeschreven dialoog. Het slot van het handschrift en dat van de gepubliceerde versie wijken sterk van elkaar af. In het handschrift ligt bijna alle nadruk op de invaliditeit van Thabor, die haar verdere carrière als spion zo goed als onmogelijk maakt’; het absurdistische slot met het personage Meeldauw ontbreekt.

DD_MG_2194
© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P1
Drukproef van ‘Dutch comfort’ voor Podium
32 pagina’s
1959/1960
Literatuurmuseum
WFH (Drukproeven) Dutch comfort

In het archief-Hermans bevindt zich een complete drukproef van ‘Dutch comfort’, dat begin 1960 zou worden opgenomen in het januari-februarinummer van de veertiende jaargang van Podium. Op de eerste pagina van het eerste katern van de proef, met daarop het door Hermans doorgehaalde gedicht ‘Onweer er maar op los’ van Sybren Polet, heeft onderaan de pagina in handschrift de titel van de toneeltekst ‘Dutch Comfort’. De onopengesneden katernen met de drukproef van ‘Dutch Comfort’ bevatten geen correcties.

DD_MG_2199
© Milo van de Pol (Huygens ING)
[Terug naar overlevering]


M3
Typoscript van ‘Toelichting bij een test’
Omvang: 4 bladen
1960
Literatuurmuseum
H 00544 H 1

Het Literatuurmuseum bezit het originele typoscript van ‘Toelichting bij een test’. Het document is door Hermans links bovenaan de eerste pagina voorzien van zijn adres (Spilsluizen 17a Groningen). Het typoscript heeft enkele minieme correcties in inkt, waarbij het gaat om wijzigingen op woordniveau en de invoeging van enkele witregels. Het typoscript stond aan de basis van de drukproef voor Podium (zie hieronder P2).

DD_MG_2198
© Milo van de Pol (Huygens ING)
[Terug naar overlevering]


P2
Drukproef van ‘Toelichting bij een test’
Omvang: 5 bladen
Literatuurmuseum
H 00544 D 1

Ook de drukproef van ‘Toelichting bij een test’ bevindt zich in de collectie van het Literatuurmuseum. De enkelzijdig bedrukte proef heeft alleen op de tweede pagina enkele wijzigingen, bij de introducerende tekst van het personage Thabor. De eerste twee alinea’s van de tekst van de drukproef en de in Podium gepubliceerde versie van ‘Toelichting bij een test’ zou Hermans niet meer opnemen in de boekversie in Drie drama’s. In die inleidende alinea’s geeft Hermans aan dat de op verzoek van Het Rotterdams Toneel geschreven toelichting van zijn stuk door het toneelgezelschap eerder in verkorte versie werd gepubliceerd, zonder overleg met de auteur. In Podium publiceert Hermans alsnog de volledige versie.[8]

DD_MG_2206
© Milo van de Pol (Huygens ING)
[Terug naar overlevering]


P3
Drukproef van de eerste druk van Drie drama’s
Omvang: 168 pagina’s
Januari 1962
Literatuurmuseum
WFH (Drukproeven) Drie Drama’s

Het archief-Hermans bevat een volledige drukproef in elf katernen voor de eerste druk van Drie drama’s, die Hermans medio januari 1962 van De Bezige Bij ontving.[9] De proef is voorzien van een groot aantal correcties en correctievoorstellen van een redacteur, waarvan het grootste deel door Hermans werd overgenomen. Daarnaast bracht Hermans zelf op de proef ook nog weer enkele wijzigingen aan.
Bij een groot deel van de correcties in blauwe inkt betreft het correcties van zetfouten en beschadigd zetsel, terwijl de redacteur ook veel meer redactionele wijzigingen aanbracht, die door Hermans meestal stilzwijgend werden geaccordeerd. Het gaat dan onder andere om de omzetting van hoofdletters naar onderkast aan het begin van regieaanwijzingen van maar enkele woorden; ook moderniseringen in spelling (o.a. ‘compas’ in ‘kompas’, ‘psychopathen’ in psychopaten’), toegevoegde komma’s en wijzigingen in aaneenschrijvingen van woorden (o.a. ‘inplaats’ in ‘in plaats’) laat Hermans ongemoeid. Naast de stilzwijgend geaccordeerde wijzigingen zijn er ook correctievoorstellen waarmee Hermans in zwarte inkt expliciet instemde door het door de redacteur bij de correctie aangebrachte vraagteken door te halen.
Niet altijd ging Hermans akkoord. Schrijfwijzen als ‘vanzelf’ en ‘ongeneselijk’ wilde hij zo laten en een door de redacteur voorgestelde wijziging van ‘alstublief’ naar alstublieft’ maakte Hermans ongedaan, met daarbij als uitleg in de marge ‘Het is Vlaams’. Ook het minder voor de hand liggende ‘toegevoegd’ (in plaats van ‘toegebracht’) in de formulering ‘Geen duurzaam letsel wordt toegevoegd aan de proefpersoon’ wilde Hermans gehandhaafd zien.[10]
Inhoudelijke herzieningen op de proef zijn beperkt in omvang en in aantal. Een van de kleinere toevoegingen is het zinnetje ‘(kijkt in spiegeltje van kompas)’ na een korte gespreksbeurt van Thabor.[11]


© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


[1] De inlas opent met ‘kalmhoudt (wendt zich van de deur af): Luister nu voor de laatste maal […]’ en eindigt eveneens bij een gespreksbeurt van Kalmhoudt, met de slottekst ‘Antwoord mij, Arie!’ (fragment in de editie op p. 41-43); Het fragment op pagina 9a van het typoscript betreft de passage ‘Het kan niet. Er kan niets meer’ tot en met de door Thera uitgesproken tekst ‘Hij is hier niet meer, hij is hier niet meer!’ (editie p. 44-45)
[2] Wijzigingen op p. 14 en 15 van het typoscript, fragment in de editie op p. 53-55.
[3] Zie voor meer achtergrondinformatie ‘De ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Drie drama’s (1962)’ , p. 435-437.
[4] Hermans gebruikte diezelfde dummy jaren eerder, in 1954, voor het uitschrijven van een ‘Lezing over de roman’. Zie ‘De ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Drie drama’s’, p. 439.
[5] Een woord van twee of drie letters is onleesbaar. Geciteerde tekst op pagina [2] van het manuscript.
[6] Pagina [8] van het manuscript, hier geciteerd naar laatste laag.
[7] Pagina [11] van het manuscript, gewijzigde tekst in de editie op p. 80-81.
[8] Zie voor meer context en de volledige tekst van de eerste twee alinea’s ‘De ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Drie drama’s’, p. 446-447.
[9] Uitgeverij De Bezige Bij aan Hermans, 18 januari 1962 (archief-Hermans)
[10] Fragmenten in de editie op respectievelijk p. 85 en 119.
[11] Het betreft het fragment: ‘thabor Ik weet niet wie ik zoeken moet. / sobolev Kijk dan in het kompas! Zie je niets? / thabor Nee. (kijkt in spiegeltje van kompas), p. 93 in de editie.


De tekstbezorging van Drie drama’s

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Drie drama’s samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


Editeursingrepen

In de uitgave van Drie drama’s in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (vierde druk, 1981 (D4)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben, wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

 

p. 9 Psychodrama in één bedrijf Psychodrama in een bedrijf T2
p. 11, r. 24 zandstraalwerkers, nog zandstraalwerker, nog T2
p. 11, r. 28 27 februari 1953 23 februari 1953 T2m1
p. 17, r. 31 reiziger   Tutututututut! En reiziger   Tutututututt! En T1
p. 44, r. 25 Dominee Biekens en Pastoor Fleuremans Dominee Biekens en Pastoor Fleurmans T2
p. 57, r. 19 uit te gaan zoeken uit de gaan zoeken D1
p. 69, r. 21 opgevoerd ‘en ronde’ opgevoerd ‘en rond’
p. 74, r. 16 opgaat in rook.’ (Hij zegt opgaat in rook’ (Hij zegt T5
p. 75, r. 1-2 met de verliezers kunnen zijn?? met de verliezers kunnen zijn? D1
p. 84, r. 20 Ronde Rus. Zeerus Ronde Rus, Zeerus M2
p. 84, r. 22-23 Ronde Klaver. Honingklaver Ronde Klaver, Honingklaver M2
p. 84, r. 23 Klaver. Klaver Klaver, Klaver M2
p. 112, r. 31 uit in hoesten; vaporisator uit in hoesten: vaporisator D1
p. 117, r. 20-21 risico’s. [alinea] (De stem risico’s. [witregel] (De stem D1

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van Drie drama’s valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 127
p. 128


Koppeltekens

In de uitgave van Drie drama’s moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken of weglatingsteken gelezen worden:

p. 118, r. 19-20 Alegyno-toestel



Naar boven