Inleiding

Vanaf het moment waarop Hermans in november 1973 het leven in Nederland definitief inruilde voor een buitenlands bestaan in Parijs, kon hij zich volledig aan het schrijverschap wijden. In de jaren die volgden leidde dat onder andere tot de grote roman Onder professoren, die Hermans in april 1975 voltooide. De eerste druk van de roman verscheen in september 1975, in een oplage van meer dan 20.000 exemplaren. Binnen het jaar verschenen er twee herdrukken van de roman, met opnieuw hoge oplagen. Ook in de jaren die volgden werd de roman geregeld herdrukt. Bij leven van Hermans zouden er uiteindelijk elf drukken van Onder professoren verschijnen. De elfde druk uit 1993 vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van Onder professoren biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Onder professoren bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Onder professoren samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Onder professoren

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Onder professoren die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de roman. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

T1 ‘Onder professoren’ in Furore (1975) (DJ 480)
T2 ‘De denkbeeldige universiteit van W.F. Hermans’ in Hollands Diep (1975) (DJ 485)
T3 ‘Fragmenten uit nieuwe roman van W.F. Hermans’ in De Telegraaf (1975) (DJ 488)
T4 ‘Hem huldigen’ in Het Parool (1975) (DJ 489)
M1 Typoscript voor Onder professoren (1975)
P1 Drukproef voor de dummy van Onder professoren (1975)
P2 Dummy van Onder professoren (1975)
P3 Drukproef voor Onder professoren (1975)
P4 Drukproef (revisie) voor Onder professoren (1975)
D1 Eerste druk van Onder professoren (1975) (JS 327)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van Onder professoren (1975)
D2 Tweede druk van Onder professoren (1975) (JS 328)
D2m2 Correctie-exemplaar van de tweede druk van Onder professoren
D3 Derde druk van Onder professoren (1976) (JS 329)
D3m3 Correctie-exemplaar van de derde druk van Onder professoren (1976/1977)
D4 Vierde druk van Onder professoren (1977) (JS 330)
D4m4 Correctie-exemplaar van de vierde druk van Onder professoren (1978/1979)
D5 Vijfde druk van Onder professoren (1979) (JS 331)
D6 Zesde druk van Onder professoren (1981) (JS 332)
D7 Zevende druk van Onder professoren (1983) (JS 333)
D8 Achtste druk van Onder professoren (1985) (JS 334)
D8m5 Correctie-exemplaar van de achtste druk van Onder professoren
D9 Negende druk van Onder professoren (1987) (JS 335)
D9m6 Correctie-exemplaar van de negende druk van Onder professoren
D10 Tiende druk van Onder professoren (1990) (JS 336)
D10m7 Correctie-exemplaar van de tiende druk van Onder professoren
D11 Elfde druk van Onder professoren (1993) (JS 337)

Bronbeschrijvingen van Onder professoren

M1
Typoscript (kopie) van Onder professoren
Omvang: 316 bladen
Mei 1975
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

In het archief van Uitgeverij De Bezige Bij bevindt zich een kopie van het nettyposcript van Onder professoren, met (meegekopieerde) correcties van Hermans, die als kopij voor de roman diende. Bij het typoscript is een zetinstructie van 28 mei 1975 gevoegd, de dag waarop de kopij naar drukkerij Hooiberg werd verstuurd.[1] Het typoscript is, met uitzondering van het laatste deel van het nawoord van Prof. Dr. B.J.O. Zomerplaag, compleet overgeleverd.[2]
In het doorgepagineerde typoscript ontbreekt een enkele keer een paginanummer, bovendien is er herhaaldelijk sprake van ingevoegde pagina’s met een subnummering, waaruit blijkt dat Hermans nog in de afrondingsfase grotere wijzigingen in de roman aanbracht. Een voorbeeld daarvan is de verplaatsing van een passage uit het eerste dagboekfragment van dokter Barend naar het tweede dagboekfragment, in het vierde hoofdstuk van Onder professoren.[3] Naast de ingevoegde fragmenten zijn er kleinere handschriftelijke aanvullingen, doorhalingen en correcties in het typoscript. Daarbij gaat het meestal om wijzigingen op woord- of zinsniveau, met nieuw toegevoegde zinnen vaak aan het einde van een alinea.[4] Op enkele plaatsen accentueert Hermans bovendien het in de roman geïroniseerde progressieve jaren zeventig-idioom, bijvoorbeeld via het fonetisch schrijven van ‘konkrete maatschappelijke situaatsie’, ‘abstrakte tejorie’ en ‘ekonomiese emansipaatsie’.[5]
De kopij wijkt maar in geringe mate af van de uiteindelijke boekversie van Onder professoren, maar toch zijn er enkele kleinere, opmerkelijke verschillen. Zo opent in het eerste hoofdstuk de scène waarin de telegrambesteller per fiets op weg is naar het buitenhuisje van Dingelam met een als tussenkopje functionerende éénregelige alinea ‘Het platteland’. Het ‘Tweede fragment uit het dagboek van dokter Barend’ heeft in het typoscript direct aan het begin van dat hoofdstuk de (al wel doorgehaalde) dagaanduiding ‘Zondag’. De zinnen ‘Dezelfde… Maar dan toch dezelfde van wie zij nooit veel had begrepen, of tegen wie ze in elk geval om de haverklap in bitsig kijven uitbarstte. / Zijn omgeving… maar zijn omgeving bestond uit nauwelijks meer dan die ene.’ staan in het typoscript in eerste instantie in een andere volgorde.[6] Ook heeft het hoofdstuk ‘In de aula’ in het typoscript vijf opeenvolgende alinea’s die niet in eerste druk voorkomen.[7]
Voor wat betreft de spelling laat het typoscript veel van Hermans’ kenmerkende schrijfwijzen zien, die later voor het overgrote deel redactioneel werden aangepast. Het gaat onder andere om Franse schrijfwijzen als ‘médaille’, ‘concierge’, ‘patient’ en ‘balcon’, afwijkend gebruik van trema’s bij woorden als ‘fotocopiëermachines’, ‘geärmd’, ‘Henriette’ en ‘pinguins’, verouderde spelling bij onder andere ‘bespionneerd’, ‘kolonieën’, en afwijkingen ten opzichte van de gangbare c/k-spelling (‘mikrofoon’, ‘vacanties’ en ‘klaxon’). Daarnaast hebben enkele in de roman voorkomende eigennamen in het typoscript deels afwijkende vormen. Zo komt ‘Eddy’ Barend in het typoscript in eerste instantie ook voor als ‘Eddie’,[8] en heeft het typoscript zowel de naamvormen ‘Stikema’ als ‘Stiekema’.[9] Ten slotte benadrukt Hermans op het typoscript dat aan het eind van het slothoofdstuk de passage beginnend met de zin ‘Tegen het eind van de middag kwam Gonnie met de Opel Kapitän terug in de straat waar ze woonde, de Kleine Volte.’ op een nieuwe pagina moet beginnen.[10]

01

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P1
Drukproef voor de dummy van Onder professoren
Juni 1975
Omvang: 16 bladen
WFH (Correspondentie) Uitgeverij De Bezige Bij

In de correspondentie tussen Uitgeverij De Bezige Bij en Hermans bevindt zich een klein fragment van de drukproef voor de dummytekst van Onder professoren. Hermans ontving de proef met datumstempels ‘13 juni 1975’ medio juni 1975 van de uitgeverij.[11] Het voor de dummy gebruikte zetsel zou ook worden gebruikt in de uiteindelijke boekdruk.

03

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P2
Dummy voor de eerste druk van Onder professoren
Juni 1975
Omvang: 438 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [1]

De dummy voor Onder professoren was vervaardigd op grond van een ontwerp van Wout van Vliet. Het omslag ervan bevatte een bewerkte versie van het oorspronkelijk ontwerp dat Hermans medio april nog ‘heel aardig’ vond,[12] maar dat uiteindelijk toch zou worden afgekeurd.[13] De dummytekst bevat twee inhoudelijke wijzigingen van Hermans: Hij voegde het woordje ‘muzikale’ toe in de zin ‘Geen elektrische bel, nee, zo’n buitenhuisbel, die al zijn muzikale energie ontlenen moet aan de vinger die de knop indrukt.’ Daarnaast veranderde hij het salaris van Dingelam, door de herziening in de dummy niet goed voor een vierde, maar voor een derde van het bedrag dat de Nobelprijs zou moeten opbrengen: ‘Maar man! Tweehonderdtachtigduizend gulden, dat is nog geen drie keer je jaarsalaris. Daar ben je zo doorheen!’[14] Beide wijzigingen werden niet verwerkt in latere drukproeven.

07

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P3
Drukproef (fragment) voor de eerste druk van Onder professoren
Juli 1975
Omvang: 16 bladen
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Bij de revisieproef van Onder professoren uit het archief van De Bezige Bij bevindt zich ook een klein fragment van de eerste proef, die het voorwerk, het eerste hoofdstuk en een deel van het tweede hoofdstuk van de roman omvat. Het eerste blad van de proef heeft een datumstempel ‘16 juli 1975’, een eerdere potloodaantekening ‘correcties auteur’ is doorgehaald en vervangen door de tekst ‘niet voor drukker’. De proef bevat alleen enkele aanstrepingen van een redacteur, waarvan de tweede, geplaatst bij de zin over het jaarsalaris van Dingelam, overeenkomt met de eerder door Hermans in de dummy aangetekende wijziging. Daarnaast zijn er enkele redactionele correcties in interpunctie en opmaak (omzetting van kapitaal naar kleinkapitaal bij ‘reclame-tv’). Alleen de laatste wijziging is verwerkt in de revisieproef van Onder professoren. Dolf Hamming (De Bezige Bij) zond op 16 juli ‘in drie pakketten de proeven én het manuscript’ van Onder professoren naar Hermans, met het verzoek zowel proef als manuscript na correctie weer naar De Bezige Bij terug te sturen.[15] Deze door Hermans gecorrigeerde proeven zijn niet overgeleverd in het uitgeverij- en auteursarchief.

08

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P4
Drukproef (revisie) voor de eerste druk van Onder professoren
Augustus 1975
Omvang: 431 pagina’s; 6 bladen
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Vanaf de tweede helft van juli 1975 corrigeerde Hermans de eerste proef voor Onder professoren. Zijn correcties en aanvullingen stuurde hij naar Frans Janssen, die (waarschijnlijk op verzoek van Hermans direct van de uitgeverij) ook een set van de proef had ontvangen. De laatste wijzigingen stuurde Hermans op 1 augustus vanuit Parijs naar Frans Janssen,[16] die Hermans’ correcties verwerkte en de proef doorstuurde naar De Bezige Bij.[17] Medio augustus ontving Hermans vervolgens van De Bezige Bij de eerste porties van de revisieproef, die al door de uitgeverij waren voorgecorrigeerd. Hermans werd verzocht om zijn correcties bij de revisieproef telefonisch door te geven: ‘Zou u zodra u het hebt bekeken naar de Bij willen bellen en uw bevindingen willen doorgeven aan Oscar Timmers. De volgende porties wilden we ook op deze manier doen en zodoende kunnen we het boek nog in september brengen. / Onderstussen [sic] lieten we een nieuwe omslag maken waarvan bijgaand een slechte fotokopie, de bedoeling is het in zilver op zwart te drukken wat me erg sjiek lijkt.’[18]
De volledig overgeleverde set van deze revisieproef heeft op de titelpagina stempels ‘revisie’ en ’12 aug. 1975’. Op de titelpagina is eveneens aangeduid dat op pagina 301 van de proef nog een via cliché vervaardigde afbeelding van een fragment van een reiskostenformulier moest worden ingevoegd.[19] Bij de proef bevinden zich ook een vijftal losse gele velletjes waarop de paginanummers genoteerd waren die nog correcties behoefden. Bij elkaar gaat het om enkele tientallen correcties, voor het overgrote deel zet- en drukfouten, die deels waren ontstaan bij het inwerken van de herzieningen die Hermans via Frans Janssen bij de voorafgaande proef had doorgegeven.
Een geparafeerde potloodvermelding op p. 161 van de proef ‘na corr. akkoord voor afdrukken 15/8’ en een notitie ‘doorgebeld 19/8/75 11 uur’ op het tweede van de vijf blaadjes (met correctieverwijzingen voor de pagina’s 165 tot en met 313) maken duidelijk dat de wijzigingen in delen werden verwerkt. De laatste twee gele velletjes en een zesde memoblaadje van Drukkerij Hooiberg Epe bevatten nog kleine inhoudelijke correcties, die Hermans telefonisch moet hebben doorgegeven. Verder gaat het ook hier om de verbetering van druk- en zetfouten en in een enkel geval om een stilistische herziening.
Nog op deze revisieproef bleef het nieuwe paginabegin in het slothoofdstuk, voorafgaand aan de zin ‘Tegen het eind van de middag kwam Gonnie met de Opel Kapitän terug in de straat waar ze woonde, de Kleine Volte.’ een punt van aandacht, want de zetter plaatste in het kopwit boven de passage een vraagteken. De opmaak van de revisie bleef echter gehandhaafd in de eerste druk van Onder professoren, waarin alle op de revisie aangegeven correcties werden verwerkt.

10

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
September 1975
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [3]

Een door Hermans met ‘Parijs 13 sept ‘75’ gedateerd en gesigneerd exemplaar van de eerste druk van Onder professoren heeft op de Franse titelpagina drie verwijzingen naar correcties.[20] Voor in het correctie-exemplaar bevindt zich bovendien een brief van Dolf Hamming (De Bezige Bij) van 24 september 1975, waarin hij Hermans verzoekt om dit exemplaar van de roman te gebruiken voor het aanbrengen van wijzigingen voor de tweede druk. Naast de minieme correcties,[21] werd in het correctie-exemplaar ook de naam van Ruprecht Hermans toegevoegd als fotograaf van de foto op het achterplat van de roman: zijn portret van Hermans verving vanaf de tweede druk een eerdere door Philip Mechanicus vervaardigde foto.[22]

11

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D2m2
Correctie-exemplaar van de tweede druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [4]

Een correctie-exemplaar van de tweede druk van Onder professoren in het archief-Hermans, gesigneerd en met de datering ‘5 nov ’75’, bevat een los ingevoegd achterplat van de roman met de door Ruprecht Hermans vervaardigde foto van Hermans. De Franse titelpagina verwijst naar drie correcties, het boek zelf bevat nog een vierde. Die laatste correctie was de omzetting van een komma voor het afhalingsteken, bij de andere correcties ging het in één geval om een kleine stilistische wijziging,[23] bij de andere twee herzieningen betrof het de verbetering van zetfouten.[24] De correcties uit dit correctie-exemplaar werden niet verwerkt in de derde en latere drukken van Onder professoren.[25]

13

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D3m3
Correctie-exemplaar van de derde druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
1976/1977
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [5]

Hermans signeerde en dateerde een correctie-exemplaar van de derde druk van Onder professoren op ‘29 maart ’76’. Op de Franse pagina noteerde Hermans één correctie voor de vierde druk van de roman, die werd verwerkt in de vierde druk van Onder professoren.[26] Die verscheen in augustus 1977, nadat de uitgeverij Hermans eerder dat jaar om correcties voor de nieuwe druk had verzocht.[27]


D4m4
Correctie-exemplaar van de vierde druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
1978/1979
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [6]

Kort na het verschijnen van de vierde druk van de roman, ontving Hermans daarvan een exemplaar: ‘Paris 2 sept. ’77’ meldt de binnenzijde van het omslag, dat ook weer door Hermans gesigneerd werd. De correcties in de roman bracht Hermans waarschijnlijk op latere momenten aan. Nog in de zomer van 1978, kort nadat hij Nooit meer slapen ingrijpend had herzien,[28] meldde hij naar aanleiding van die correctiegang aan Frans Janssen: ‘Ik hoop nog eens te beleven dat ze in een herdruk kunnen komen. En zo krijg ik voortdurend spijt over allerlei oude publicaties. Misschien dat ik ook nog wel eens een paar honderd verbeteringen in Onder Professoren aanbreng.’[29]
Onder professoren zou door Hermans nooit meer ingrijpend worden herzien. Het correctie-exemplaar van de vierde druk verwijst op de Franse pagina slechts naar enkele correcties. Eén daarvan betreft de verandering van  ‘Mariabiscuitje’ in ‘biscuitje’, een wijziging die Hermans aanbracht nadat een correspondent Hermans medio november 1978 onder andere daarover had bericht.[30] Bij de overige wijzigingen gaat het steeds om minieme stilistische wijzigingen.[31] Daarnaast geeft Hermans korte bronverwijzingen bij een aantal van de citaten uit het dictaatcahier van Louis Cuffeler.[32] Eind januari 1979 verzocht De Bezige Bij Hermans ‘om het correctie-exemplaar van ONDER PROFESSOREN, voorzien van uw opmerkingen, terug te sturen; het begint op te raken’,[33] waarna de vijfde druk van Onder professoren in maart 1979 verscheen.

14

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D8m5
Correctie-exemplaar van de achtste druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
Letterkundig Museum

Een niet afzonderlijk gecatalogiseerd exemplaar van de achtste druk van Onder professoren in het Hermans-archief heeft op de Franse pagina een archiefstempel en een stempel met de datum waarop Hermans dit exemplaar ontving, 4 juni 1985.[34] Hermans noteerde verder geen wijzigingen op de Franse pagina, maar corrigeerde met potlood nog wel een zetfout op pagina 420 van de roman.[35] In latere correctie-exemplaren nam Hermans de verbetering niet meer over, waardoor de fout in latere drukken van de roman bleef staan.


D9m6
Correctie-exemplaar van de negende druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [9]

Van de negende druk van Onder professoren in november 1987 ontving Hermans een archiefexemplaar, waar hij op een later moment een drietal correcties in aanbracht. Hij wijzigde het enkelvoud van ‘een biljet van vijfhonderd franc’ naar de meervoudsvorm ‘vijfhonderd francs’, veranderde de woordvolgorde van ‘In deze geest zat hij voor zich uit te praten, zonder dat Gré op den duur veel terugzei’ naar ‘In deze geest zat hij voor zich uit te praten, zonder dat Gré veel terugzei op den duur’ en corrigeerde de formulering ‘huiverend van verlangen zich zo begerig mogelijk voor te doen’ naar ‘huiverend van verlangen zich zo begeerlijk mogelijk voor te doen’.[36] De wijzigingen werden nog niet doorgevoerd in de tiende druk van de roman, die in november 1990 verscheen.

15

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D10m7
Correctie-exemplaar van de negende druk van Onder professoren
Omvang: 432 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Onder professoren [10]

In een exemplaar van de tiende druk van de roman, die Hermans blijkens het erin aangebrachte stempel op 7 november 1990 had ontvangen, bracht hij nogmaals de correcties aan die hij eerder had genoteerd in het correctie-exemplaar van de negende druk, en vulde deze aan met een tot dan toe ontbrekende afhaling in een dialoog.[37] Alle correcties werden verwerkt in de in april 1993 verschenen elfde druk van Onder professoren.

16

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


[1] Mededeling in handschrift op de zetinstructie.
[2]Het typoscript eindigt met het zinsdeel ‘Het is dan wel van het grootste belang’. Zie p. 506 in de editie, waar vanaf die passage nog ruim twee pagina’s van het nawoord volgen.
[3] Het betreft de passage ‘Veel dingen uit die oorlogstijd herinner ik me nog maar vaag’ tot en met ‘Toen was de oorlog al bijna voorbij, moet ik bekennen, toen was het al zeker dat ze de oorlog zouden verliezen.’ (in de editie p. 70-72). Het gaat hier om de oorspronkelijk elfde pagina van het typoscript, die Hermans omnummerde tot 41a. De tekst vanaf ‘Zieken en krankzinnigen’ (editie p. 71) tot het einde van dit fragment werd door Hermans via een aangeplakt stukje typoscript toegevoegd. Ter verduidelijking voor de zetter noteerde Hermans op pagina 12 van het typoscript vervolgens expliciet ‘11 bestaat niet’. Ook de passages ‘Hij kwam bij me in paniek’ tot en met ‘Hij lag in een kleine betonnen versterking’ (typoscriptnummering 44a en 44b, p. 76-78 in de editie), ‘“Dan maken we ze gewoon duidelijk […] Wat te doen om haar alleen voor mij te krijgen?’ (typoscript 115a, editie p. 193-194) en ‘“Ik vind Ballingh altijd erg ontroerend,” […] “Heb jij lekker poen, jongen?” zei de blonde’ (typoscript 179a, editie p. 297-298) zijn in deze fase geheel of gedeeltelijk herschreven.
[4] Enkele voorbeelden: ‘Die ene jongen, Kroondijk, is al omgezwaaid, hoor ik net. Die heeft zich bedacht. Die doet niet meer mee.”’(editie p. 355), ‘Gerookte paling had hij al gehad.’ (editie p. 363) en ‘“Maar alleen als ze dingen ontdekken die goed zijn voor de potentie,” grapte Ongering.’ (editie p. 418).
[5] Alle voorbeelden op p. 128 van het typoscript, in de editie op p. 215.
[6] De volgorde van het typoscript lijkt correct, omdat ‘communiceren’ in de erna volgende zin van deze scène dan logisch terugverwijst naar ‘in bitsig kijven uitbarstte’. De op het oog minder voor de hand liggende volgorde van de zinnen in de eerste druk (p. 39 in de editie) volgt echter de handschriftelijke correctie van Hermans op het typoscript en blijft daarom in de editie gehandhaafd.
[7] Na de zin ‘Opnieuw lachen.’ (in de editie p. 434) ontbreekt de passage ‘“Zie je nu wel,” zei Dingelam, “Kom, ik ga opendoen.” / “Doe het niet! Het is een truc. Doe het niet, Roef, doe het niet.” / Zij pakte zijn handen vast. / “En de haan dan?” / Het knetteren van de fietsmotoren was aldoor hoorbaar gebleven. Nu nam het ineens toe in sterkte en toonhoogte, daarna verwijderde het zich.’ Hoewel het mogelijk is dat bij het zetten van de tekst deze passage onbedoeld is weggevallen (saut du même au même), valt niet uit te sluiten dat Hermans zelf de tekst bij de proefcorrectie heeft aangepast, reden waarom de tekst van de boekversie in de editie gehandhaafd blijft.
[8] In Uit talloos veel miljoenen is de naam van het personage weer Eddie Barend.
[9] Beide schrijfwijzen keren terug in de editie, respectievelijk op pagina 324 en 458. De afwijkende vorm ‘Tramstra’, die in de boekversie één keer voorkomt in een door de souteneur van de seksclub uitgesproken zin ‘“Luister goed, Tramstra, als jij de boel hier wil verzieken, dat kunnen we niet hebben, weet je wel.”’ (editie p. 300) komt niet voor in het typoscript, maar is mogelijk in de proeffase door Hermans aangebracht, en blijft daarom in de editie gehandhaafd.
[10] Zie voor het fragment in de editie p. 499.
[11] Uitgeverij De Bezige Bij aan Willem Frederik Hermans, 16 juni 1975, archief-Hermans.
[12] Hermans aan De Bezige Bij, 14 april 1975, doorslag in archief-Hermans.
[13] Het archief-Hermans bevat twee exemplaren van een eerdere versie van het afgekeurde omslag. Het eerste daarvan bevindt zich in de correspondentie met Uitgeverij De Bezige Bij, het andere bij een serie andere omslagontwerpen voor onder andere herdrukken van Het behouden huis en Een wonderkind of een total-loss.
[14] In de editie p. 17.
[15] Uitgeverij De Bezige Bij (Dolf Hamming) aan Hermans, 16 juli 1975, archief-Hermans.
[16] Hermans aan Frans Janssen, 1 augustus 1975, doorslag in archief-Hermans.
[17] ‘De proeven van Onder professoren heb ik onmiddellijk na ontvangst van je brief met de gewenste wijzigingen aan de Bez. Bij opgezonden.’ (Frans Janssen aan Hermans, 11 augustus 1975, archief-Hermans)
[18] Uitgeverij De Bezige Bij aan Hermans, 13 augustus 1975, archief-Hermans.
[19] Zie voor de afbeelding p. 361 van de editie.
[20] Een tweede door Hermans gedateerd en gesigneerd exemplaar van de eerste druk in het archief-Hermans bevat geen correcties.
[21] De enige inhoudelijke correctie is de verbetering van de formulering ‘“Dank je,” zei Roef en legde zijn hand op haar linkerdij,’ naar ‘“Dank je,” zei Roef en legde zijn linkerhand op haar dij,’ (in de editie p. 382).
[22] Mechanicus werd als fotograaf niet vermeld in het colofon van de eerste druk. De bij de eerste druk van Onder professoren gebruikte foto en andere foto’s van Hermans in Parijs van de hand van Philip Mechanicus waren in augustus 1975 gepubliceerd in het eerste nummer van het tijdschrift Hollands Diep.
[23] ‘Hij keek rond, zag het brood liggen, pakte het broodmes en begon het te snijden’ (in de editie p. 55) werd in het correctie-exemplaar ‘Hij keek rond, zag het brood liggen, pakte het broodmes en begon het brood te snijden.’
[24] ‘Als ze je wat willen vragen, alleen maar wat vragen, dan hadden ze je toch kunnen opbellen?”’ werd ‘Als ze je wat wilden vragen, alleen maar wat vragen, dan hadden ze je toch kunnen opbellen?”’ (in de editie p. 434). In dit geval volgt de herziening in het correctie-exemplaar de versie van het typoscript. De tweede verandering betrof de zin: ‘Jij hebt misbruik gemaakt van de om­standigheid dat ik wat te veel gedronken had. En zo voorts.”’ Dat werd ‘Jij hebt misbruik gemaakt van de om­standigheid dat ik wat te veel gedronken had.” En zo voorts.’ (in de editie p. 446).
[25] De zetfouten zijn alsnog gecorrigeerd in de editie. Zie ook de editeursingrepen bij Onder professoren.
[26] ‘[…] of hij zeggen wilde: dit maakte vast en zeker deel uit van de Geschiedenis van de Nieuwste Tijd,’ corrigeerde hij naar ‘[…] of hij zeggen wilde: dit maakt vast en zeker deel uit van de Geschiedenis van de Nieuwste Tijd,’ (editie p. 96).
[27] Op 20 april ontving Hermans van Uitgeverij De Bezige Bij een ander exemplaar van de roman, bestemd voor het aanbrengen van correcties (Uitgeverij De Bezige Bij aan Hermans, 20 april 1977, archief-Hermans). De Bezige Bij meldde Hermans in een brief van 29 juli 1977: ‘de 4e druk Onder Professoren komt volgende week in huis, ik stuur u dan de exemplaren.’ (archief-Hermans)
[28] Zie hiervoor de Tekstgeschiedenis van Nooit meer slapen.
[29] Janssen had bij Hermans geïnformeerd hoe hij stond ten opzichte van een uitgave van zijn teksten als Verzamelde Werken, die Hermans ‘in nog geen jaren’ voorzag. Naast Nooit meer slapen en Onder professoren kwamen ook andere romans nog in aanmerking voor ingrijpende herzieningen: ‘En misschien zouden bepaalde passages in Damokles en Engelbewaarder het best totaal herschreven kunnen worden. Pas als ik in zulke dingen totaal geen zin meer heb, is de tijd voor Verzamelde Werken daar, denk ik.’ (Hermans aan Frans Janssen, 23 juli 1978, doorslag in archief-Hermans)
[30] Neerlandicus H.J. Boukema schreef Hermans op 12 november 1978: ‘[…] die brievenbesteller: hoe weten ze bij de post dat dat telegram naar het weekendhuisje moet? En Mariabiscuitjes (p. 39) zijn rond en niet rechthoekig (p. 22). Meen ik me te herinneren. Die rechthoekige heten “Petit Beurre”.’ Hermans antwoordde op 23 november 1978: ‘’t Is haast niet mogelijk een roman te schrijven, zonder kleine vraagtekens van praktische aard na te laten. Ik denk dat de post in Groningen het weekend adres van Dingelam kende. Wat dat koekje betreft, ik zal het veranderen, als ik eraan denk.’ (Origineel en doorslag in archief-Hermans); ‘biscuitje’ in de editie op p.48.
[31] ‘Op de dag waarop de universiteit het vorig jaar driehonderdachtenvijftig jaar geleden was gesticht […]’ werd ‘Vorig jaar, op de dag waarop de universiteit driehonderdachtenvijftig jaar geleden was gesticht […]’ (editie p. 202), ‘Hij sloeg zijn arm […] tegen zijn schouders vlijde’ werd ‘Hij sloeg zijn arm […] tegen zijn schouder vlijde’ (editie p. 290), ‘[…] zou kunn’n ophael’n met de waegn”’ werd ‘[…] zou kunn’n ophael’n met de waeg’n”’ (editie p. 393) en ‘“O welnee, meneer, of er maar een bezoeker is, […] werd ‘“O welnee, meneer, of er maar een liefhebber is, […]’ (editie p. 496).
[32] Hermans noteerde ‘Dutschke 24’ bij ‘“Wij willen een universiteit waar het reële leven onderwezen wordt, dat wil zeggen wetenschap die sterk beïnvloed wordt door de wetenschap van het marxisme en niets te maken heeft met de gemanipuleerde wetenschap die in dienst staat van de systematiese onderdrukking.”’ (editie p. 214). Daarna ‘31’ en ‘32’ bij achtereenvolgens ‘“Dat is het hem juist. De konkrete maatschappelijke situaatsie wordt versluierd door de gemanipuleerde wetenschap. Wat onze beweging vandaag de dag bijeenhoudt, dat is geen abstrakte tejorie van de geschiedenis, maar de existentiële walging van een maatschappij die gezapig over vrijheid babbelt en op een achterbakse en brute manier de belangen en de onmiddellijke behoeften onderdrukt van individuen en hele volkeren die strijd voeren om hun sociale en ekonomiese emansipaatsie te verkrijgen.”’ (editie p. 215) en ‘“Marcuse heeft zonder aarzeling alle implikaatsies van zijn konsepten geaksepteerd,” las hij voor. “Hij voorziet een soort tijdelijke diktatuur van de elite om het manipulaatsiesysteem te overwinnen en om een einde te maken aan de formele demokraatsie, dat wil zeggen de tirannie van de meerderheid.”’ (editie p. 217). Bij ‘“De arbeiders dienen te beseffen dat wij ook arbeiders zijn. Natuurlijk kan de revolutionaire intelligentsia alleen maar dank zij een sosiale en economiese revolutie aan de macht komen. De aksie van de klasse die u de massa noemt is daarvoor onontbeerlijk. Ik wil alleen maar zeggen dat de werkelijk revolutionaire doeleinden en interessen niet noodzakelijkerwijs dezelfde doeleinden en interessen als die van de massa zijn.”’ (editie p. 219) noteerde Hermans alleen ‘Marcuse’. Hermans citeerde hier, zoals hij later ook bevestigde in een brief aan Rob Delvigne, naar een Franse uitgave van ‘een boekje van Rudi Dutschke, dat ik op het juiste moment in een kistje van een Seine-kade vond, Ecrits politiques (Uitgave Christian Bourgois, Paris 1968). Louis zal dat wel in het Nederlands hebben gelezen, want zulke oproerkraaiers kennen geen Frans of Duits. Toch citeert hij niet Dutschke zelf, maar Dutschkecitaten in het Franse voorwoord van ene Gérard Sandoz, in de genoemde Franse editie. Ra, ra, hoe kan dat? Zeldzaam zijn de soorten bedrog waarvoor de rechtgeaarde romanschrijver terugschrikt.’ (Hermans aan Rob Delvigne, 19 mei 1991, doorslag in archief-Hermans) Zie hiervoor ook de commentaar bij Onder professoren in Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 5. Amsterdam 2013, p. 902-903.
[33] Uitgeverij De Bezige Bij aan Hermans, 25 januari 1979, archief-Hermans.
[34] Er zijn geen correctie-exemplaren overgeleverd van tussenliggende drukken. Wel bevat de zesde druk van de roman, die in januari 1981 verscheen, een interpunctiecorrectie die Hermans telefonisch aan de uitgeverij had doorgegeven. (Hermans aan De Bezige Bij, 30 november 1980, doorslag in archief-Hermans)
[35] In de zinnen ‘Gonnie zag dat de twee even met elkaar praatten. Toen liepen ze naar de motor.’ (editie p. 503) stond het laatste woord gespeld als ‘moter’.
[36] De gewijzigde formuleringen respectievelijk op p. 475, p. 492 en p. 470 in de editie.
[37] In de zin ‘“Ja natuurlijk. Tot ziens.”’ (editie p. 179).


De tekstbezorging van Onder professoren

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Onder professoren samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


Editeursingrepen

In de uitgave van Onder professoren in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (elfde druk, 1994 (D11)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 48, r. 16 ‘Laat hè?’ riep Gré, ‘Laat he?’ riep Gré, M1
p. 125, r. 5-6 voor dat grootse woord voor dat groote woord M1
p. 163, r. 6 ‘Welke buitenwereld?’ vroeg hij, ‘Welke buitenwereld? vroeg hij, M1
p. 191, r. 22-23 haar reikte tot ver beneden haar reikte ver beneden M1
p. 191, r. 27 ‘wat is je belangrijke nieuws?’ ‘wat is je belangrijkste nieuws?’ M1
p. 211, r. 20-21 gaat uw gang,’ verduidelijkte Gaat u gang,’ verduidelijkte
p. 224, r. 14 aanmeldt, zegt: Okee, jasjes Aanmeldt, zegt: ‘Okee, jasjes M1
p. 226, r. 18 kon en niet naar de gezichten kon en niet de gezichten M1
p. 238, r. 30-31 N-Ethyl-8-hydroxytetrahydrochloropheenhy­drochloride N-ethyl-8-hydroxytetrahydrochloropheenhy­drochloride M1
p. 262, r. 24-25 Als hij Piet’s benoeming Als hij Piets benoeming M1
p. 304, r. 18 wat zijn we bezig,’ verzuchtte Ajold, wat zijn we bezig,’ verzachtte Ajold, M1
p. 328, r. 13-14 eenvoudiger zijn geweest dan dit: eenvoudiger zijn geweest dat dit:
p. 335, r. 3 als etter uit een puist. – Was als etter uit een puist – Was D1
p. 365, r. 34 jus met room en het vocht jus met room en en het vocht M1
p. 374, r. 15-16 het nummer van Piet’s kamer het nummer van Piets kamer M1
p. 375, r. 3 Piet’s kamerdeur stond Piets kamerdeur stond M1
p. 375, r. 6 ongetwijfeld Piet’s secretaresse was. ongetwijfeld Piets secretaresse was. M1
p. 375, r. 34-35 Tinnema, Mevr. Tinnema-Sjollema, Tinnema, Mevr. Tinnema-Sjolleman, D1
p. 377, r. 16-17 opgestaan uit Piet’s bureaustoel, opgestaan uit Piets bureaustoel, M1
p. 378, r. 13 nu hier op Piet’s kamer nu hier op Piets kamer M1
p. 394, r. 26-27 geen ongelukjes maken, Gré. geen ongelukjes maken. Gré M1
p. 405, r. 3 dat uw laboratorium is bezet? dat uw laboratoriun is bezet? M1
p. 405, r. 17 Dingelam: ‘Graag gedaan.’ Dingelam: ‘Graag gedaan” M1
p. 421, r, 21 Maar dan, dan ben je Maar dan, ben je M1
p. 429, r, 15 komt de materialistiese dialektiek komt de materialistische dialektiek M1
p. 434, r. 5 Als ze je wat wilden vragen Als ze je wat willen vragen D2m2
p. 434, r. 16 gebeld, drie- viermaal, lang gebeld, drie-viermaal, lang M1
p. 436, r. 7 ‘Ja, maar hoor es, zoëven ‘Ja, maar hoor is, zoëven M1
p. 446, r. 19-20 gedronken had.’ En zo voorts. Want gedronken had. En zo voorts.’ Want D2m2
p. 449, r. 8-9 en wel ogenblikkelijk. / Ze zijn en wel ogenblikkelijk / Ze zijn M1
p. 452, r. 21-22 wat ze buiten zagen, bijvoorbeeld. wat ze buiten zag, bijvoorbeeld. M1
p. 453, r. 17-18 in het net, ‘ben je er in het net, ‘Ben je er
p. 456, r. 11 hahaha, ik moet een voorgevoel hahaha, moet een voorgevoel M1
p. 458, r. 26 oude mannen weer potent oude manmen weer potent M1
p. 470, r. 9-10 van kameelleer, van hagedisseleer van kameellleer, van hagedisseleer D10
p. 473, r. 4 pair of impair, die wonnen pair of impair. die wonnen M1
p. 503, r. 27 liepen ze naar de motor. Lucas liepen ze naar de moter. Lucas D8m5

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van Onder professoren valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 24
p. 37
p. 44
p. 53
p. 56
p. 149
p. 154
p. 197
p. 232
p. 273
p. 287
p. 327
p. 336
p. 344
p. 376
p. 400
p. 462
p. 481
p. 482


Koppeltekens

In de uitgave van Onder professoren moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p.51, r. 31-32 N-Ethyl-8-hydroxytetrahydrochloropheenhydrochloride
p.113, r. 6-7 rooms-katholicisme
p.140, r. 24-25 mi-do-boem-boem
p.140, r. 25-26 mi-fa-boem-boem
p.167, r. 15-16 hoogleraar-directeur
p.167, r. 22-23 hoogleraar-directeur
p.174, r. 22-23 17.05-17.50
p.175, r. 4-5 jij-ik-verhouding
p.177, r. 16-17 President-Curator
p.189, r. 12-13 Do-boem-boem-mi-fa-boem-boem-mi-do-boem-boem
p.202, r. 13-14 luitenant-kolonel
p.208, r. 35-36 president-curator
p.215, r. 2-3 groot-kapitaal
p.232, r. 25-26 negentiende­-eeuwse
p.238, r. 10-11 glas-in-lood­ramen
p.293, r. 4-5 boem-boem
p.293, r. 5-6 boem-boem
p.344, r. 3-4 president-curator
p.449, r. 28-29 N-Ethyl-weet-ik-veel-of-hoeveel
p.474, r. 29-30 Winkelbediende-achtige
p.484, r. 29-30 Etats-Unis
p.502, r. 14-15 toen-ie


Naar boven