Inleiding

Beertje Bombazijn werd uitgegeven door de Literaire Loodgieters. Het bevat kinderversjes die romanpersonage Sita van de Wissel schreef over een beertje met de naam Bombazijn. De versjes werden ontleend aan Hermans’ roman Uit talloos veel miljoenen (1981) en geïllustreerd door Ewald Spieker. Speciaal voor de uitgave schreef Hermans een voorwoord, ondertekend met ‘Dick Hosselaar Uitgever BV’. Hosselaar, die Hermans inspireerde op Geert van Oorschot, is de uitgever tot wie Sita van de Wissel zich in de roman wendt om haar versjes uitgegeven te krijgen. Beertje Bombazijn verscheen in het najaar van 1981, in een oplage van 49 of 50 exemplaren. Het boekje is een zogenaamde ‘leporello’, waarbij de pagina’s in harmonicavorm gevouwen zijn. Deze eerste en enige uitgave is als facsimile overgenomen in de editie.

De tekstgeschiedenis van Beertje Bombazijn biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal.

De tekstbezorging van Beertje Bombazijn wijkt af van het merendeel van de titels in deel 24 van de Volledige Werken. Zwarte handel en Beertje Bombazijn worden, vanwege de manier waarop tekst en beeld in deze titels onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, in de editie als facsimile weergegeven.


De tekstgeschiedenis van Beertje Bombazijn

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Beertje Bombazijn die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van het verhaal. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

M1 Typoscript (klad) van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’ (1981)
M2 Typoscript (kopij) van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’ (1981)
P1 Drukproef van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’ voor de eerste druk van Beertje Bombazijn (1981)
P2 Drukproef (revisie) van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’ voor de eerste druk van Beertje Bombazijn (1981)
D1 Eerste druk van Beertje Bombazijn (1981) (JS 367)

De overlevering van Uit talloos veel miljoenen (1981), de roman waar de Literaire Loodgieters de versjes van Sita van de Wissel aan ontleenden, staat elders op deze website.


Bronbeschrijvingen van Beertje Bombazijn

M1, M2, P1 en P2
Typoscripten en drukproeven van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’
Omvang (totaal): 4 vellen
Oktober-november 1981
Literatuurmuseum
WFH (Correspondentie) Roth, P.

In archief-Hermans worden bij de correspondentie met Pierre Roth twee typoscripten en twee drukproeven bewaard van ‘Een woordje vooraf, door een echte uitgever’.[1] Beertje Bombazijn en het voorwoord komen voor het eerst ter sprake in een brief van Literaire Loodgieter Pierre Roth aan Hermans van 21 september 1981: ‘We hadden ons voorgesteld, dat Dick Hosselaar of Beertje Brandewijn een soort aanbeveling zou schrijven. / Je moet je bedenken, dat hij het nu niet zelf hoeft uit te geven, maar de eer dat hij bemiddeld heeft wil hij zich misschien niet laten ontgaan.’ Later in de brief volgen enige praktische aanwijzingen voor Hermans’ bijdrage: ‘De lengte van het voorwoord is […] niet zo belangrijk voor de lay-out, omdat we daar toch een aparte bladzijde voor hebben. Is het erg kort dan wordt het corps groter en is het lang dan kleiner. […] Dit alles ter informatie.’[2]
De brief wordt in de map met bewaarde correspondentie gevolgd door een ongedateerd kladtyposcript (M1) van het voorwoord met in Hermans’ handschrift enige doorhalingen, correcties en wijzigingen (‘Blij ben ik dan ook’ wordt bijvoorbeeld ‘Het is me een pak van het hart’).[3] Een eveneens ongedateerd typoscript (M2) toont de verbeterde tekst die Hermans als kopij naar Roth stuurde.
Eind oktober ontvangt Hermans vervolgens een eerste drukproef (P1) van Roth: ‘Ziehier een drukproef van het voorwoord. Het karton is een voorbeeld van het materiaal. We gebruiken dit dubbele karton omdat we dat eenzijdig kunnen bedrukken en later met de ruggen tegen elkaar plakken, wat minder afval geeft.’[4] Een aantal opmerkingen op het proefvel is van Roth, waaronder ‘Tussen de zinnen komen punten’. De tekst is namelijk zo gezet dat nieuwe alinea’s niet op een nieuwe regel beginnen; op de plaats van Hermans’ oorspronkelijke alineascheidingen zijn grote punten ingetekend. Hermans verbeterde enkele zetfouten en bracht één wijziging aan: ‘grootmoedig’ werd ‘edelmoedig’. Op 26 oktober stuurde hij de drukproef terug: ‘Het kan mooi worden.’[5]
Een tweede proefvel (P2) stuurde Roth op 4 november, met een handgeschreven brief op de achterzijde: ‘Dit is een van de laatste proeven. Ik stuur je dit om je een indruk te geven hoe de versjes gezet zijn. / Als het goed gaat kan ik volgende week je wat definitieve dingen sturen.’[6] Naast het voorwoord zijn op dit proefvel ook andere onderdelen van de uiteindelijke publicatie te zien, waaronder een versje en de tekst van de colofonpagina.[7] De alineaovergangen worden gemarkeerd door extra witruimte, van de grote punten had men toch afgezien. Hermans bracht geen correcties op de proef aan.


[1] Bij de correspondentie met Roth bevindt zich ook een knipsel van Michiel Berken, ‘Geert van Oorschot. “Ik ben een zondagsschilder in de schrijverij”’ uit de Haagse Post van 12 september 1981, waaruit in het ‘woordje vooraf’ geciteerd wordt. De zin waar Hermans uit citeert luidt in de Haagse Post: ‘Er bestaat in mijn leven[,] zegt Geert van Oorschot in ons laatste gesprek, “een nauwe relatie tussen goede sigaren roken, goede boeken lezen en uitgeven en goede dranken drinken. […]”’ Hermans liet ‘en uitgeven’ weg. In de editie op p. [294].
[2] Pierre Roth aan Hermans, 21 september 1981, archief-Hermans.
[3] In de editie op p. [294].
[4] Pierre Roth aan Hermans, 20 oktober 1981, archief-Hermans.
[5] Hermans aan Pierre Roth, 26 oktober 1981, doorslag in archief-Hermans.
[6] Pierre Roth aan Hermans, 1 november 1981, archief-Hermans.
[7] Het betreft het vers over het beertje dat in bad gaat, in de editie op p. [290]. Op het proefvel eindigt het vers met een punt, in de uiteindelijke uitgave hebben de versjes geen slotpunt.


De tekstbezorging van Beertje Bombazijn

De tekstbezorging van Zwarte handel wijkt af van het merendeel van de titels in deel 24 van de Volledige Werken. Zwarte handel en Beertje Bombazijn worden, vanwege de manier waarop tekst en beeld in deze titels onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, in de editie als facsimile weergegeven, er wordt geen tekst geconstitueerd met verwerking van alle wijzigingen en correcties die Hermans in de loop der tijd aanbracht.


Naar boven