Petrina : de geëngageerde auteur is een ontevreden rancuneus individu met schizofrene inslag

Julien Weverbergh
,
Petrina : de geëngageerde auteur is een ontevreden rancuneus individu met schizofrene inslag
In:
Weverbergh. Puin: korzelig proza
Manteau[Brussel] , 1970 (p. 24-121)
Vorm:
Artikel
Trefwoord(en):
Hermans, Willem Frederik
;
Reve, Gerard

Annotatie(s):
Over: Reve, Simon van het. De avonden: een winterverhaal. Amsterdam, 1947.

P. 24-33 ook in: Over Conserve: de eerste roman van Willem Frederik Hermans; Ton Anbeek ... [et al.]; kritieken en essays samengest. door Kees de Bakker. 2e, [verm.] dr. Schoorl, 1998, p. 29-37 (1e dr. 1988); p. 38-42 ook in: Vlaams leesboek: poëzie, proza en literair essay tussen 1932 en 1986: een bloemlezing; samengest. en ingel. door Jozef Deleu en Anne Marie Musschoot. Tielt, 1986, p. 421-424 (De blijvende betekenis van W.F. Hermans).

Over: Hermans, Willem Frederik. Conserve: roman. Amsterdam, 1947.

Samenvatting:
Na ruim twintig jaar stilte is J. Weverbergh (in Weverbergh. Puin: korzelig proza. [Brussel], 1970, p. 24-33, een deel van een langer artikel getiteld ‘Petrina: de geëngageerde auteur is een ontevreden rancuneus individu met schizofrene inslag’, p. 24-121 ) de eerste die zich opnieuw met Conserve bezig houdt. Zijn stelling is dat het naoorlogse Nederlandse proza steunt op twee boeken: ‘De avonden’ van Gerard Kornelis van het Reve en Conserve van Willem Frederik Hermans. De een was 22, de ander 23 toen zij hun boeken schreven. Weverbergh vergelijkt beide romans en meent dat ze twee richtingen in het belangrijkste naoorlogse Nederlandse proza vertegenwoordigen: Reve’s roman die van de bekentenisliteratuur en Hermans’ debuut die van de fantastische verhalen. Niet alleen het materiaal, ook de opbouw verschilt aanmerkelijk. ‘De avonden’ noemt Weverbergh een stapelroman, een rechtlijnig verhaal met een begin en een slot. In tegenstelling tot ‘De avonden’ is Conserve een cyclische, concentrische roman. Uit ‘De avonden’ kan men rustig een paar bladzijden scheuren zonder dat de doorsnee-lezer de draad kwijtraakt, het lezen van Conserve is een voortdurend puzzelen, een voortdurend spel. Alle mededelingen hebben een functie, terwijl de mededelingen in een stapelroman die functie niet hebben. Maar in laatste instantie drukken ze beide dezelfde absurditeit en de nutteloosheid van het bestaan uit, en de onmogelijkheid om met elkaar in contact te treden. Weverbergh houdt zelf meer van Conserve dan van ‘De avonden’, maar beide boeken hebben volgens hem literair evenveel waarde.
 
Naar boven