Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994)

Inleiding

Zes jaar na de kloeke bundel Door gevaarlijke gekken omringd (september 1988) verscheen in november 1994 bij Uitgeverij De Bezige Bij Hermans’ laatste essaybundel Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen. Hermans schreef voor de bundel een inleidende tekst ‘Malle Hugo’ en selecteerde zevenentwintig overwegend langere krantenstukken en essays uit de periode 1987-1994. Het overgrote deel van de stukken was eerder verschenen in Elsevier en NRC Handelsblad, maar Hermans nam ook een ingezonden brief uit de Volkskrant (‘Lof en van harte beterschap voor De Wolff’) en bijdragen aan Onze Taal, Vrij Nederland en Over Multatuli op. Vier stukken vonden geheel of gedeeltelijk hun oorsprong in lezingen en drie verschenen eerder als afzonderlijke boekpublicaties: Vincent literator (1990), Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (1993) en De aardappel van de dood (eveneens 1993). Van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen verschenen in amper zeven maanden vier drukken. Slechts een maand na de eerste druk kwam in december 1994 al een tweede, licht gewijzigde druk uit, weer een maand later gevolgd door een druk zonder nieuwe wijzigingen. Deze derde druk, uit januari 1995, vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie. De na Hermans’ overlijden verschenen vierde druk (juni 1995) is identiek aan de tweede en de derde.

De tekstgeschiedenis van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de bundel. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

T1 ‘Wijs pessimisme. Schopenhauer en de wilde jaren van de filosofie’ in Elsevier (1987) (DJ 927)
T2 ‘Niemands leerling. Vincent van Gogh in Parijs’ in Elsevier (1988) (DJ 932)
T3 ‘Uit de leerschool van madame Renard. Een half dagboek, hapsnap vertaald’ in Elsevier (1988) (DJ 939)
T4 ‘De Nederlandse taal in de Europese branding’ in NRC Handelsblad (1988) (DJ 941)
T5 ‘Professoren over taalgebruik’ in NRC Handelsblad (1988) (DJ 942)
T6 ‘Hooggeleerde chicanes. Zelfs de rector spreekt gebrekkig’ in NRC Handelsblad (1988) (DJ 943)
T7 ‘Tweehonderd jaar bloedvergieten’ in NRC Handelsblad (1989) (DJ 956)
T8 ‘Battus gecalangeerd’ in NRC Handelsblad (1989) (DJ 957)
T9 ‘Helena, Helena, Helena. De vertaling van Un Rude Hiver’ in NRC Handelsblad (1989) (DJ 958)
T10 ‘Wat Belgen onder Nederlands verstaan’ in NRC Handelsblad (1989) (DJ 963)
T11 ‘Lof en van harte beterschap voor De Wolff’ in de Volkskrant (1989) (DJ I-65)
T12 ‘Liever schoenmaker’ in Elsevier (1989) (DJ 966)
T13 ‘Op de toren van Babel’ in NRC Handelsblad (1990) (DJ 969)
M1VL Typoscript (kopij) van Vincent literator (1990)
T14 ‘Toptaal van topman’ in Onze Taal (1990) (DJ 974)
P1VL Drukproef (revisie) voor de eerste druk van Vincent literator (1990)
T15 ‘Een pensionkamer in Berlijn. Wat is er van Marsmans proza over?’ in Elsevier (1990) (DJ 976)
D1VL Eerste druk van Vincent literator (1990) (JS 414)
T16 ‘Verzoend met het kantoor. Fototoestellen, schrijfmachines en woordenboeken’ (fragment) in NRC Handelsblad (1990) (DJ 977)
T17 ‘Er is geen groter genie dan het Franse. Een bloemlezing uit de Nouvelle Revue Française’ in NRC Handelsblad (1990) (DJ 979)
T18 ‘Een dasspeld, maar geen das’ in Elsevier (1990) (DJ 980)
T19 ‘De toekomst van het Nederlands’ in Elsevier (1991) (DJ 986)
T[1, 15, 18]m1 Knipsels met correcties bij bijdragen in Elsevier (1987-1990)
T20 ‘De brieven van een antischrijver’ in NRC Handelsblad (1991) (DJ 991)
T21 ‘Vreemd Nederlands en een Nederlander in den vreemde’ in NRC Handelsblad (1991) (DJ 997)
T[7, 9, 10, 20, 21]m2 Knipsels met correcties bij bijdragen in NRC Handelsblad (1989-1991)
T22 ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’ in NRC Handelsblad (1992) (DJ 1006)
M1SlKr Typoscript (kopie) van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar (1992)
M2SlKr Typoscript (doorslag) van ‘Leed in de berenkuil en elders’ (1992)
M3SlKr Typoscript van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (1993)
M4SlKr Typoscript (kopij) voor de eerste druk van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (1993)
M1 Kladtyposcript van ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’ (1993)
M2 Typoscript van ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’ (1993)
T23 ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’ in Elsevier (1993) (DJ 1019)
D1SlKr Eerste druk van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (1993) (JS 431)
M1AD Typoscript (doorslag) van De aardappel van de dood (1993)
D1AD Eerste druk van De aardappel van de dood (1993) (JS 435)
T24 ‘De taboes van W. F. Hermans. SLAA-lezing’ in Vrij Nederland (1994) (DJ 1027)
T25 ‘Met Multatuli in Argentinië’ in Over Multatuli (1994) (DJ 1028)
M3 Kopij voor Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994)
D1 Eerste druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994) (JS 437)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994)
D2 Tweede druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994) (JS 438)
D3 Derde druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1995) (JS 439)

Bronbeschrijvingen van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen

M1VL
Typoscript (kopij) van Vincent literator
Omvang: [49 pagina’s]
Februari-maart 1990
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

In het archief van Uitgeverij De Bezige Bij wordt het typoscript bewaard dat Hermans op 5 maart 1990 naar Bezige Bij directeur Dolf Hamming stuurde en dat als kopij diende voor de gelegenheidsuitgave Vincent literator.[1] Het typoscript, dat Hermans op kopijpapier van NRC Handelsblad typte en hier en daar met pen verbeterde, werd op de uitgeverij aangevuld met drie vellen voorwerk en voorzien van redactionele aantekeningen en zetinstructies. De redactionele aantekeningen waren afkomstig van Hermans’ vaste redactrice Gerry Bruil en bleven beperkt tot kleine ingrepen zoals uniformering van de weergave van titels. Alle vellen van Hermans’ typoscript werden door Bruil geparafeerd.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P1VL
Drukproef (revisie) voor de eerste druk van Vincent literator
Omvang: [1-47]
Maart 1990
Collectie Frans A. Janssen

Een herziene drukproef voor Vincent literator wordt bewaard in de collectie van Frans Janssen. Deze proef, met het datumstempel ‘2e proef 21 MRT 1990’, bevat op ruim twintig plaatsen correcties en herformuleringen van Hermans in potlood. Het gaat hierbij vooral om stilistische en redactionele aanpassingen, maar ook om een klein aantal verbeteringen en toevoegingen zoals die van de naam ‘Toergenjev’ in een opsomming met schrijversnamen.[2] De meeste wijzigingen bracht Hermans aan in een passage van ongeveer een pagina lang, waarin hij om stilistische redenen een aantal zinnen herformuleerde.[3]
Het laatste vel van de proef bevat een colofon dat alleen in de gelimiteerde gebonden uitgave werd afgedrukt en ook door Hermans werd gecorrigeerd: ‘Vincent literator werd in februari/maart 1990 in opdracht van de Stichting Van Gogh 1990 geschreven ter gelegenheid van de herdenking van Vincent van Gogh’s sterfdag. / / Deze editie verscheen in een oplage van 500 genummerde exemplaren, waarvan de eerste (I-L) gesigneerd door de schrijver.’[4] Alle wijzigingen van Hermans werden verwerkt en Vincent literator verscheen in april.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T[1, 15, 18]m1
Knipsels met correcties bij bijdragen in Elsevier
Letterkundig Museum
WFH (Knipsels) Elsevier 1986-1992

Alle in Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen gebundelde bijdragen aan Elsevier tot en met 1992 zijn in het archief van Hermans terug te vinden in een aparte map die al zijn bijdragen aan het weekblad uit de periode 1986-1992 bevat. Hermans nam in totaal zeven bijdragen uit deze map in zijn bundel op en schreef op knipsels van drie ervan enige aantekeningen.
Twee knipsels van het stuk over Marsmans proza laten naast een aantal kleine wijzigingen allebei een motto zien dat Hermans voor de boekuitgave toevoegde: ‘Oef, oef, oef. / Zijn vader was een boef. / Zijn moeder deugde ook al niet. / Dit deed die dichter veel verdriet. / Age Bijkaart’.[5] Het knipsel van ‘Wijs pessimisme. Schopenhauer en de wilde jaren van de filosofie’, een stuk dat Hermans voor Malle Hugo flink uitbreidde, vertoont één wijziging.[6]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T[7, 9, 10, 20, 21]m2
Knipsels met correcties bij bijdragen in NRC Handelsblad
Letterkundig Museum
WFH (Knipsels) NRC Handelsblad 1988-1992

Hermans bewaarde zijn stukken voor NRC Handelsblad in een aparte map met daarin ook knipsels die als materiaal hadden gediend en uitgeknipte reacties zoals ingezonden brieven.[7] Dertien van de achtentwintig stukken in Malle Hugo verschenen eerder geheel of gedeeltelijk in NRC en van al die stukken bewaarde Hermans knipsels. In vijf stukken bracht Hermans enkele correcties aan, per knipsel telkens een of twee.
Op een knipsel van ‘Helena, Helena, Helena’, gepubliceerd op 4 augustus 1989, corrigeerde Hermans bijvoorbeeld een fout die ook in de krant werd gerectificeerd: ‘In mijn beschouwing Helena, Helena, Helena die oorspronkelijk heette Een barre vertaling, maar dit heeft de redactie over het hoofd gezien, is bovendien een afschuwelijke zetfout geslopen: MOU DE VEAU DE MATELOTE moet natuurlijk zijn MOU DE VEAU EN MATELOTE.’[8]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M1SlKr
Typoscript (kopie) van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar
Omvang: 15 vellen
Mei 1992
Collectie Frans A. Janssen

Een kopie van een typoscript van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’, die Hermans op 18 mei 1992 aan Frans Janssen had gestuurd, bevindt zich in de collectie van Frans Janssen.[9] Hoewel een stempel op het eerste vel (‘EXPEDIE LE 17 MARS 1992’) doet vermoeden dat dit typoscript als kopij diende voor de vroegste publicatie van het stuk op 20 maart 1992 in NRC Handelblad, betreft het feitelijk een bewerking van een paar weken na die publicatie. De herzieningen stopten na 18 mei niet, want in augustus kreeg Janssen een kopie ter vervanging van een van de vellen en twee doorslagen waarvan de paginanummering aansluit bij de eerder gekregen kopieën.[10] De doorslagen bevatten een uitbreiding waarin Hermans inging op reacties op zijn stuk.[11]
Niet alleen met Janssen had Hermans contact over zijn herzieningen, aan Wilbert Smulders schreef hij: ‘Ik heb mijn stuk inmiddels nog verbeterd en uitgebreid met het oog op herdruk, eerlang, in een bundel – ik weet nog niet wanneer. […] Er zijn nog zoveel dingen die ik moet af maken voor mijn dood. Helaas bevalt niets doen of het herkauwen van zaken die ik al eerder heb behandeld me eigenlijk veel beter.’[12] Voor die herdruk er kwam gebruikte Hermans al zoveel van zijn uitbreidingen bij het schrijven van een nieuw stuk, ‘Leed in de berenkuil en elders’ (M2SlKr), dat hij voor de publicatie van zijn bespreking in Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort maar naar een deel van deze bewerking kon teruggrijpen.[13]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M2SlKr
Typoscript (doorslag) van ‘Leed in de berenkuil en elders’
Omvang: 6 vellen
Augustus 1992
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

In het archief van De Bezige Bij wordt een doorslag bewaard van ‘LEED IN DE BERENKUIL EN ELDERS’.[14] Hermans had dit stuk met het oog op publicatie in NRC Handelsblad geschreven, maar het werd door de krant geweigerd en bleef als geheel ongepubliceerd.[15] Een aanzienlijk deel van het stuk, dat feitelijk een omwerking was van zijn eerdere uitbreiding bij ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’ (zie M1SlKr), verwerkte hij in de toespraak ‘Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet sinds kort’, die hij op 27 november 1992 hield in het Letterkundig Museum in Den Haag.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M3SlKr
Typoscript van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort
Omvang: 30 vellen
Januari 1993
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort wordt in het archief van Uitgeverij De Bezige Bij een verzameltyposcript bewaard met op het titelvel: ‘willem frederik hermans / / SLECHTE KRITIEKEN GAAN NOOIT VERLOREN, GOEDE OOK NIET, SINDS KORT // Toespraak over de LiteROM / en over / Max Havelaar in de computer’. Het typoscript is samengesteld uit originelen en kopieën van de verschillende onderdelen. Afgezien van een op de uitgeverij geschreven schatting van de omvang van de uiteindelijke publicatie bevat het alleen aantekeningen van Hermans zelf.
Nieuw in het verzameltyposcript zijn het titelvel, een ‘VOORAF’ en een afdeling ‘AANTEKENINGEN’ voor achterin het boekje. Na het ‘VOORAF’ volgen kopieën van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’ en van Hermans’ toespraak ‘Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet sinds kort’. Voor het eerste stuk gebruikte Hermans deels kopieën van zijn eerdere bewerking (M1SlKr), maar niet de uitbreidingen die hij achtereenvolgens in het ongepubliceerde ‘Leed in de berenkuil en elders’ (zie boven M2SlKr) en in zijn toespraak had verwerkt.[16]
Hermans moest voor Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort niet alleen de uitgebreide tekst van zijn bespreking afstemmen op die van zijn toespraak, maar ook andersom. Een samenvatting van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’ die in zijn toespraak had gediend ‘als voorbereiding op de volstrekt nieuwe kritiek’ werd op de kopieën van die tekst doorgehaald.[17]
Uiterlijk begin januari 1993 was het verzameltyposcript bij De Bezige Bij. Gerry Bruil schreef op 12 januari aan Hermans: ‘Wat betreft Slechte kritieken…: Ik laat de kopij nu eerst zetten. Dan kunnen we in de proeven nog puntjes op de i zetten.’[18]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M4SlKr
Typoscript (kopij) voor Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort
Omvang: 13 pagina’s en 25 vellen
Januari 1993
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

De kopij voor Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort, die wordt bewaard in het archief van Uitgeverij De Bezige Bij, bestaat uit proefpagina’s van de eerste dertien pagina’s, gevolgd door kopieën van Hermans’ verzameltyposcript (M3SlKr) op vierkante vellen met een ruime marge voor aantekeningen.
Op de Franse titelpagina van de proefpagina’s staat het stempel ‘MASTER COPY’, een paraaf van Gerry Bruil en de datering ‘12/1/92’ [sic]. Alle aantekeningen op de proefpagina’s en de kopieën zijn van Bruil, die hoofdzakelijk redactionele wijzigingen aanbracht: cijfers moesten uitgeschreven, woorden als ‘plaatsgevonden’ aaneengeschreven, titels gecursiveerd en ‘[o]veral enkele aanhalingstekens.’[19] Bovendien werden op de proefpagina’s enkele zetfouten verbeterd (‘NBCL’ en ‘NCLB’ werd ‘NBLC’) en op de overige vellen door het kopiëren weggevallen letters aangevuld. Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort verscheen in maart in een oplage van 3.536 exemplaren.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M1
Kladtyposcript van ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’
Omvang: een strook
Januari 1993
Letterkundig Museum
WFH (Dossier) boekenweek 1993/persmap

In een persmap met informatie over de Boekenweek 1993 bewaarde Hermans een ongedateerd kladtyposcript van de rede die hij op 1 februari 1993 had gehouden bij de presentatie van het door hem geschreven Boekenweekgeschenk In de mist van het schimmenrijk. Fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R. (1993). Hermans typte de tekst, toen nog getiteld ‘REDEVOERING VOOR DE CPNB’, op één lange strook telexpapier en bracht veel kleine handschriftelijke wijzigingen aan.[20]
Een ‘bewerkte versie’ van de toespraak verscheen op 6 maart 1993 in Elsevier onder de titel ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’. Een passage over roofdrukken die op het kladtyposcript voorkomt is in die versie verdwenen (zie M2), evenals een belangrijke nuancering. Na de zinsnede ‘Al menigmaal heb ik verteld hoe het mij verging: ik kreeg de prijs niet en haast even dikwijls heb ik verteld dat ene Olaf de Landell de prijs kreeg.’ volgt op het typoscript: ‘Dit laatste nu, is misschien wel niet juist. Het kan ook zijn dat ik een jaar later meegedaan heb, het jaar waarin Manuel van Loggem de eer mocht genieten het Nederlandse lezersvolk te tracteren.’[21]
Na de publicatie in Elsevier zijn de twijfels ten aanzien van een aantal feiten niet verdwenen, want op 23 mei schrijft Hermans aan Wilbert Smulders: ‘Mijn toespraak in het Amstelhotel, bij de aanbieding van het “schimmenrijk” over mijn relatie met de CPNB, mag jou gerust doen denken dat ik de prachtigste mémoires van de 20e eeuw zou kunnen schrijven als ik wou, maar, moet ik daar dat aan toevoegen, precies zulke onbetrouwbare gedenkschriften als die van andere autobiografen. Zo staat het eigenlijk niet vast dat ik Het behouden Huis voor de boekgeschenkprijsvraag heb ingestuurd in 1950. Tot mijn verbazing vond ik onlangs dat ik wel het jaar daarvoor Een veelbelovende Jongeman heb ingestuurd – zonder succes.’[22]


M2
Typoscript van ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’
Omvang: [1 vel]
Januari 1993
Letterkundig Museum
WFH (dossier) Roofdruk (7)

In Hermans’ dossier over roofdrukken, met allerlei stukken met betrekking tot door hem juridisch aangevochten illegale publicaties van zijn werk, bevindt zich een pagina van een typoscript van ‘Mijn herinneringen aan ruim veertig boekenjaren’ voorzien van het jaartal 1993. Het betreft alleen de zesde pagina van een versie van Hermans’ tekst die dateert van na het kladtyposcript (M1) en die de basis vormde voor de ‘bewerkte versie’ van Hermans’ rede in Elsevier van 6 maart 1993. Op het vel staat in potlood een aantekening van Hermans en er is een strookje met een gewijzigd fragment op geplakt.[23]
Het merendeel van de tekst op het vel haalde Hermans door en kwam niet in Elsevier en Malle Hugo terecht. Waarschijnlijk ging het Hermans voor zijn dossier ‘Roofdruk’ juist om dit geschrapte deel, want dat handelde over de mystificatie Pang. De oorlogsjaren (1992) door Bob Polak. Eind januari 1993, vlak voor hij zijn rede voor de CPNB uitsprak, had Hermans een kort geding aangespannen om dit boekje uit de handel te laten nemen. Het kort geding diende op 3 februari.[24]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M1AD
Typoscript (doorslag) van De aardappel van de dood
Omvang: [11 pagina’s]
Juni-juli 1993
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Het idee om Hermans’ toespraak bij de opening van een tentoonstelling van het werk van de schilder Joop Moesman uit te geven kwam van Bezige Bij-directeur Albert Voster, die op 11 juni deze opening had bijgewoond in museum Singer in Laren: ‘Graag wil ik de tekst nog een keer lezen om na te genieten. Heb ik het goed begrepen dat deze volledig in Elsevier’s Magazine geplaatst zal worden? Indien dat zo is lijkt me dat de tekst vervolgens een goede plaats kan krijgen in MALLE HUGO EN ANDERE ESSAYS (werktitel). Is dat niet het geval, dan zou ik serieus willen overwegen er een apart boekwerkje van te maken (dat bijvoorbeeld als spoedproduktie behandeld wordt en dat bij de tentoonstelling nog te koop wordt aangeboden). Zou je me wil[l]en laten weten wat jouw gedachten hierover zijn?’[25] Hermans gaat na enige zakelijke correspondentie akkoord en stuurt op 5 juli ‘de kopij van het Aardappelverhaal’.[26]
Het typoscript van Hermans’ lezing, bestaand uit elf doorslagen, wordt bewaard in het archief van Uitgeverij De Bezige Bij en bevat handschriftelijke correcties en opgeplakte aanvullingen van Hermans zelf. Op vijf plaatsen plakte Hermans een herziene en opnieuw getypte passage op zijn typoscript. Eind juli verscheen De aardappel van de dood in een eerder overeengekomen oplage van 1100 exemplaren.[27]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M3
Kopij voor Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen
Omvang: [1-48 en 1-58]
Zomer 1990 – najaar 1994
Archief De Bezige Bij

‘MALLE HUGO is in veilige uitgevershaven aangekomen,’[28] berichtte De Bezige Bij op 28 juli 1994 per fax aan Hermans; desondanks is de kopij voor Hermans’ laatste bundel maar ten dele bewaard. In het archief van de uitgeverij bevindt zich alleen een map met het opschrift ‘W.F. Hermans / Vincent Literator corr. Model / Slechte kritieken… corr. Model’ en doorgehaald de titel ‘Malle Hugo’. In de map zitten correctie-exemplaren van Vincent literator en Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort. In beide boekjes staan correcties die Hermans op verschillende momenten aanbracht en aantekeningen van de uitgeverij.
Het correctie-exemplaar van Vincent literator, waarvan het voorplat half is afgesneden, heeft op een vijftal pagina’s correcties van Hermans. In een brief van 28 september 1990 aan Wilbert Smulders liet Hermans al weten dat hem iets dwars zat in de tekst van Vincent literator: ‘Zelf ben ik er bij nader inzien niet zo tevreden over. Ik hoop dat het eens herdrukt wordt, zodat ik er enkele noodzakelijke verbeteringen in kan aanbrengen. Een paar kwalijke herhalingen heb ik helaas over het hoofd gezien. Van herhalingen word ik dol als ik ze bij een ander zie, maar in mijn eigen proza merk ik ze soms niet op, zelfs niet na tientallen malen herlezen. Het vermijden van woordherhalingen is een van de moeilijkste proza-problemen, al lijkt het erg eenvoudig en kinderachtig.’[29]
Een deel van de correcties in het exemplaar van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort bracht Hermans, gezien een toegevoegde paginaverwijzing (‘zie blz.’), aan met het oog op bundeling in Malle Hugo.[30] Naast kleine stilistische wijzigingen, verduidelijkingen en verbeteringen van wat soms zetfouten waren (‘momumentaal’ werd ‘monumentaal’), bevat het exemplaar twee getypte toevoegingen op doorslagpapier. Een ervan diende ter verduidelijking van een nieuwe passage die Hermans eerder in de marge had geschreven,[31] de andere toevoeging was een aanvulling op de ‘AANTEKENINGEN’ aan het eind van het boekje.
In beide boekjes staan aantekeningen van derden die te maken hebben met de productie van Malle Hugo, zoals een schatting van de omvang.[32] De aantekeningen vallen uiteen in redactionele aanpassingen, aanwijzingen voor de drukker en doorhalingen van wat niet in de nieuwe bundel terecht moest komen, zoals gegevens van de titelpagina en het colofon. Over de productie van Malle Hugo is weinig bekend, maar wel dat Hermans, als het boek in proef is, per fax nog uitsluitsel geeft over de schrijfwijze van een naam (‘Volgens WIE IS WIE IN NEDERLAND / is het B U I K H U I S E N’) en ter verduidelijking een op de proef ingelaste passage faxt.[33] Begin november faxt Hermans tekst voor het achterplat en aan het eind van die maand ligt het boek in de winkel.[34]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen
Omvang: 328 pagina’s
November-december 1994
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Malle Hugo

In het archief-Hermans bevindt zich een correctie-exemplaar van de eerste druk van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen met op de Franse titelpagina een drietal paginanummers, een archief- en een datumstempel (‘RECU LE 21 NOV. 1994’). Twee van de drie paginaverwijzingen hebben betrekking op correcties in het register, want alleen daar bracht Hermans wijzigingen aan. Hij voegde Fons de Poel toe, vulde bij Theo van Gogh een paginanummer aan en verbeterde de ‘y’ bij Sylvia de Groot naar een ‘i’ (in de tekst zelf stond haar naam al goed). Andere verschillen tussen de eerste en de tweede druk zijn er niet,[35] want het overgebleven paginanummer verwijst naar een vraagteken bij een woord dat Hermans onderstreepte: ‘moeder’s’.[36] Hier veranderde hij niets: de apostrof mocht blijven staan.
In december verscheen de tweede druk van Malle Hugo, maar vóór het eind van die maand was er in een brief van Gerry Bruil al sprake van weer een nieuwe druk: ‘Er komt een derde druk van Malle Hugo. Wil je me even laten weten of je nog correcties hebt.’[37] De volgende dag al antwoordt Hermans: ‘Een DERDE druk van Malle Hugo? Op die manier wordt hij nog maller dan hij al was. Geen fouten gevonden. / Als het maar mal is, vindt het Ned. volk het prachtig.’[38] Hermans zou geen wijzigingen meer in zijn bundel aanbrengen.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


[1] Hermans aan Dolf Hamming (De Bezige Bij), 5 maart 1990, doorslag in archief-Hermans. Een kopie van Hermans’ typoscript zonder de op de uitgeverij aangebrachte correcties en zetinstructies wordt bewaard in een aparte map in het uitgeversarchief. Bij deze kopie zijn een aantal zakelijke documenten gevoegd die met de productie van het boekje te maken hebben.
[2] In de editie op p. 582.
[3] Het gaat om de passage ‘Terwijl hij, zeker, leerde uit dezelfde bronnen […] wat hij geschilderd had of wilde schilderen.’ In de editie op p. 576.
[4] De oplage van de eerste en enige zelfstandige druk van Vincent literator bestond uit 4520 gebrocheerde en 500 gebonden exemplaren. Zie: Frans A. Janssen, Sonja van Stek (red.), Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans. Bibliografie van de afzonderlijk verschenen werken. Amsterdam 2000, nummer 414.
[5] In de editie op pagina 394.
[6] Bij zijn uiteindelijke herziening van het stuk over Schopenhauer voor de boekuitgave verwerkte Hermans ook een in de beschreven map bewaard knipsel van een ingezonden brief van Karel van het Reve uit Elsevier van 13 december 1987. Zie over Hermans’ herzieningen ook de annotaties bij het stuk op p. 812-815 van de editie.
[7] Een voorbeeld van de eerste categorie is een knipsel met aantekeningen uit NRC Handelsblad van 24 september 1988 van ‘Het Nederlands gaat nooit teloor!’ door H.J. Verkuyl. In ‘Hooggeleerde chicanes. Zelfs de rector spreekt gebrekkig’ in NRC Handelsblad van 7 oktober 1988 ging Hermans in op het artikel van Verkuyl. Hermans nam zijn artikel onder de titel ‘Hooggeleerde chicanes’ op in Malle Hugo; zie p. 420-425 van de editie en de annotatie bij dit stuk op p. 792-793.
[8] W.F. Hermans, ‘Rectificatie’. In: NRC Handelsblad, 11 augustus 1989. Een knipsel van de rectificatie bewaarde Hermans bij het gecorrigeerde artikel.
[9] Hermans aan Frans Janssen, 18 mei 1992, doorslag in archief-Hermans.
[10] Aantekening op de kopie: ‘gekregen Brussel 24/8/92’.
[11] Zie de annotatie bij ‘Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort’ op pagina 828-839 van de editie.
[12] Hermans aan Wilbert Smulders, 17 mei 1992, doorslag in archief-Hermans.
[13] Zie hiervoor de beschrijving van het typoscript van Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (M3SlKr).
[14] De titel ‘LEED IN DE BERENKUIL EN ELDERS’ typte Hermans op een strookje dat hij op het eerste vel plakte; in de correspondentie met NRC Handelsblad heette het stuk nog ‘LEED IN DE BERENKUIL EN LEED IN DE VOLKSKRANT’. Zie verder ‘De ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (1994)’ op p.706-708 van de editie.
[15] Hermans geeft zelf een accurate opsomming van de inhoud van dit stuk in ‘Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet sinds kort’, op p. 627-628 van de editie.
[16] Op vel 7 van ‘De nieuwste vijfde druk van Max Havelaar’ staat de doorgehaalde notitie: ‘8 en 9 en 10 later stuk opgenomen’, de nummers verwijzen naar vellen van het typoscript M1SlKr die in dit deel van het verzameltyposcript ontbreken.
[17] De geschrapte tekst was een voortzetting van de alinea die begint met ‘Ik zal hier niet alles herhalen wat ik op 20 maart 1992 over de Kets-editie in NRC Handelsblad opmerkte.’, in de editie op p. 632.
[18] Gerry Bruil (De Bezige Bij) aan Hermans, 12 januari 1993, origineel in archief-Hermans.
[19] Opmerking op de laatste proefpagina.
[20] Zie voor een vergelijkbaar kladtyposcript op telexpapier de tekstgeschiedenis van Het boek der boeken, bij uitstek op deze site.
[21] In Malle Hugo luidt de eerste zin: ‘Ik kreeg de prijs niet; een zekere Olaf de Landell werd bekroond.’
[22] Hermans aan Wilbert Smulders, 23 mei 1993, doorslag in archief-Hermans. Zie over de herzieningen die Hermans voor de boekuitgave aanbracht de annotaties op p. 780-783 van de editie.
[23] Bij dit vel zijn twee doorslagen van dezelfde pagina gevoegd, elk voorzien van dezelfde aantekeningen en met de opgeplakte passage (ook op doorslagpapier). Van het typoscript zijn geen andere vellen overgeleverd.
[24] ‘W.F. Hermans spant geding aan’. In: Het Parool, 27 januari 1993. Het is niet bekend of Hermans de doorgehaalde tekst bij zijn rede wel heeft uitgesproken, in reacties in de pers zijn hier geen sporen van aangetroffen.
[25] Albert Voster (De Bezige Bij) aan Hermans, 14 juni 1993, origineel in archief-Hermans. Zie ook de Commentaar bij Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen in de editie, p. 701 e.v.
[26] Hermans aan Albert Voster (De Bezige Bij), 5 juli 1993, doorslag in archief-Hermans. Een stempel op het typoscript vermeldt de datum van verzending: ‘EXPEDIE LE 06 JUIL. 1993’.
[27] Albert Voster (De Bezige Bij) aan Hermans, 24 juni 1993, origineel in archief-Hermans.
[28] Albert Voster (De Bezige Bij) aan Hermans, 28 juli 1994, fax in archief-Hermans.
[29] Hermans aan Wilbert Smulders, 28 september 1990, doorslag in archief-Hermans. Twee van die ‘noodzakelijke verbeteringen’ waren: ‘was het bezoek aan een boekwinkel’ dat hij veranderde in ‘waren boekwinkels’ en ‘wijs te maken’ dat ‘aan te praten’ moest worden. Zie resp. p. 573 en p. 592 van de editie.
[30] Het betrof een verwijzing naar ‘Battus gecalangeerd’; zie voor deze verwijzing pagina 642 van de editie. Feitelijk bracht Hermans op twee verschillende momenten correcties aan in dit correctie-exemplaar, zo blijkt onder andere uit hernemingen van sommige kleine aanvullingen. Bij allebei de correctieronden schreef Hermans hoofdzakelijk met een zwarte pen.
[31] ‘De buren schrikken zich een ongeluk van het kabaal.’ tot ‘“niet voor niets heeft Theo van Gogh hem de Tarzan van de bejaardensex genoemd.”’, in de editie op pagina 644.
[32] Respectievelijk ‘154 e. v’ en ‘t/m 194’ en ‘202 t/m 252’. In Malle Hugo liep ‘Vincent literator’ uiteindelijk van pagina 226 tot en met 258 en zou ‘Slechte kritieken […]’ pagina 270 tot en met 306 beslaan.
[33] Twee verschillende faxen van Hermans aan Gerry Bruil (De Bezige Bij), 26 oktober 1994, gefaxte brieven in archief-Hermans.
[34] Hermans aan Gerry Bruil (De Bezige Bij), 1 november 1994, gefaxte brief in archief-Hermans.
[35] De aanvulling bij Theo van Gogh had tot gevolg dat er in het register een Theo bij kwam (de televisiemaker) en dat achter de ander ‘(broer van Vincent)’ werd toegevoegd.
[36] Citaat op pagina 433 van de editie.
[37] Gerry Bruil (De Bezige Bij) aan Hermans, 22 december 1994, origineel in archief-Hermans.
[38] Hermans aan Gerry Bruil (De Bezige Bij), 23 december 1994, doorslag in archief-Hermans.


De tekstbezorging van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (derde druk, 1995 (D3)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 421, r. 33 heeft gestudeerd.’). heeft gestudeerd.’)
p. 429, r. 14-15 begrijpen kan (of wil?). begrijpen kan (of wil?)
p. 471, r.32 Dat mag niet.). Dat mag niet.)
p. 499, r. 13 geheime staatspolizei. geheime staaatspolizei. T24
p. 522, r. 17 Totem und Tabu, 1912 Totem Und Tabu, 1912
p. 575, r. 13-14 in het Frans!). in het Frans!)
p. 583, r. 19 zijn zus (W 1) zijn zus (W I) D1VL
p. 585, r. 11 zo innig liefhebbende…’. zo innig liefhebbende…’
p. 589, r. 2-3 gesteld ben.’ (W 11) gesteld ben.’ (W II) D1VL
p. 603, r. 8 juist heel veel…). juist heel veel…)
p. 605, r. 34 (cursief van Du P.). (cursief van Du P.)
p. 610, r. 16 boekrecensies op te bouwen…’. boekrecensies op te bouwen…’
p. 632, r. 24-25 Van Vliet, hoe kwaadaardig Van Vliet, hoe kwaardaardig D1SlKr
p. 635, r. 27 Dr. Th. Mathijsen-Verkooijen, Dr. Th. Mathijssen-Verkooijen, D1SlKr
p. 658, r. 4 Frans (wel cacatoès…). Frans (wel cacatoès…)
p. 668, r. 7 Mathijsen-Verkooijen, Th. Mathijssen-Verkooijen, Th.

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 379
p. 384
p. 389
p. 407
p. 413
p. 450
p. 459
p. 468
p. 469
p. 515
p. 529
p. 545
p. 562
p. 587
p. 607
p. 609
p. 642
p. 645


Koppeltekens

In de uitgave van Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 345, r. 16-17 zestiende-eeuwse
p. 367-368, r. 35-1 dada-beweging
p. 406, r. 7-8 het-woorden
p. 418, r. 24-25 quasi-voorzichtig
p. 466, r. 29-30 sta-in-de-weg
p. 471, r. 5-6 Bovary-familie
p. 491, r. 15-16 West-Europa
p. 519, r. 9-10 tv-toestellen
p. 591, r. 4-5 St-Rémy
p. 609, r. 15-16 historisch-kritische
p. 610, r. 25-26 cdrom
p. 611, r. 6-7 historisch-kritisch
p. 611, r. 28-29 Kets-Vree
p. 629, r. 1-2 composiet-Havelaar
p. 639, r. 21-22 niet-filologen
p. 645, r. 28-29 juni-oktober
p. 649, r. 19-20 Perito-Moreno-gletsjer


Naar boven