De schrijfmachine mijmert gekkepraat (1989)

Inleiding

In december 1989 publiceerde Uitgeverij Thomas Rap De schrijfmachine mijmert gekkepraat, dat Hermans op verzoek van de uitgeverij samenstelde uit enkele eerder door hem geschreven publicaties over schrijfmachines. Het boekje verscheen in een oplage van duizend genummerde exemplaren. Het werd nooit herdrukt. De eerste en enige druk van De schrijfmachine mijmert gekkepraat vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van De schrijfmachine mijmert gekkepraat biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van De schrijfmachine mijmert gekkepraat bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De schrijfmachine mijmert gekkepraat samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van De schrijfmachine mijmert gekkepraat

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van De schrijfmachine mijmert gekkepraat die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van het boekje. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

M1 Typoscript van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ (1972)
M2 Typoscript (doorslag) van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ (1972)
T1 ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ in Uitgave ter gelegenheid van de Typiade (1972) (DJ 420)
D1bt Eerste druk van bijzondere tekens (1977) (JS 349)
T2 ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’ in Utopia (1977) (DJ 644)
M3 Kopij voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat (1989)
D1 Eerste druk van De schrijfmachine mijmert gekkepraat (1989) (JS 413)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van De schrijfmachine mijmert gekkepraat (1989)

Bronbeschrijvingen van De schrijfmachine mijmert gekkepraat

M1 en M2
Typoscript van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’
Omvang: [ 11 pagina’s ]
17 oktober 1972
Letterkundig Museum
WFH (Manuscripten) De ontwikkeling van de schrijfmachine
WFH (Correspondentie) Kwiek

Het archief-Hermans bevat een compleet typoscript van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’. Dit nettyposcript, met slechts enkele verbeteringen van tikfouten in handschrift, dateerde Hermans onderaan de laatste pagina op 17 oktober 1972. Diezelfde dag stuurde hij een gecorrigeerde doorslag van het typoscript naar het grafisch bedrijf Servicebureau Kwiek in Amersfoort, waar Hermans was uitgenodigd om later die maand een lezing te houden bij de tentoonstelling typiade, die ‘een uitgebreide collectie oude en nieuwe schrijf- en dupliceermachines vanaf 1850 tot 1972’ zou laten zien.[1] Bij het inzenden van zijn tekst schreef Hermans: ‘Hierbij zend ik u de tekst van de lezing die ik bij de opening van de tentoonstelling op 26 oktober a.s. hoop te houden. // Zoals afgesproken, kunt u deze tekst doen vermenigvuldigen, zodat hij aan de bezoekers van de tentoonstelling kan worden uitgereikt.’[2] Hermans’ tekst werd gezet naar de doorslag, waarmee hij, op een enkele redactionele spellingwijziging na, overeenkomt. Twee inhoudelijke correcties op het originele typoscript zijn op een later moment door Hermans aangebracht: ze ontbreken op de doorslag en werden ook niet verwerkt in de bij de typiade verschenen publicatie. Op pagina 2 van het typoscript haalde hij in de zin ‘Wie een schrijfmachine […] machinaal’ het woord ‘zetten’ door en voegde hij na ‘afdrukken’ een komma in, en op pagina 5 verving hij het abusievelijk gebruikte woord ‘uitgevers’ door het correcte ‘uitvinders’.[3]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M3
Kopij (kopie) voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat
Omvang: [ 20 pagina’s ]
Juli 1989
Collectie Frans A. Janssen

Vijf jaar na de eerste publicatie van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ verwerkte Hermans dit artikel in bijzondere tekens, een bibliofiele uitgave van de Antwerpse uitgeverij Ziggurat. Kort daarna verscheen in het tijdschrift Utopia een ander stuk van Hermans over schrijfmachines, ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’. Deze drie typemachineteksten stonden aan de basis van De schrijfmachine mijmert gekkepraat.[4] Het initiatief voor die uitgave kwam van Thomas Rap, die beschikte over bijzondere tekens en ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ en daarover in november 1988 aan Hermans berichtte: ‘[Z]ou uit deze twee werken een derde kunnen worden vervaardigd (bij voorkeur mèt de ‘tekens’ zelf) dat wij dan, fraai uitgevoerd en peperduur, zouden willen publiceren?’[5] In het voorjaar werd overeenstemming bereikt over de uitgave en ontving Hermans van de uitgeverij kopieën van de Utopia-uitgave, die hij zelf blijkbaar niet meer in bezit had. Hermans ging aan de slag, en leverde de kopij voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat eind juli aan.[6]
Van deze kopij is een kopie (zonder de bijbehorende illustraties en het artikel uit Het Vaderland) overgeleverd, met op het titelblad in handschrift een opmerking van Hermans over de aan Nijhoff ontleende titel: ‘Zo staat het bij Nijhoff. Ook in zijn tijd was gekkenpraat de officiële spelling.’ De kopij bestaat voor het grootste deel uit kopieën van de eerdere publicaties ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ en ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’, die door Hermans van wijzigingen in handschrift en tussengevoegde stukjes typoscript waren voorzien. Hermans nam dus voor de eerder in bijzondere tekens herschreven tekst van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ toch die eerdere tekst weer als uitgangspunt voor het typemachineboekje, bracht deze deels in overeenstemming met de tekst van bijzondere tekens, bracht opnieuw correcties aan en voegde ook af en toe nieuwe bijzinnetjes toe.[7]
Voor grotere wijzigingen in de tekst van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’ plakte Hermans stukjes typoscript in, met een meestal helemaal of gedeeltelijk aan bijzondere tekens ontleende tekst. Op pagina 13 en 14 van de kopij laste Hermans een eerste, herzien fragment uit ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’ in.[8] Daarna volgden de laatste vier pagina’s van ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine’, aangevuld met onder andere twee stukjes tekst in typoscript, die bestonden uit herziene alinea’s uit respectievelijk ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’ en bijzondere tekens.[9] De composiettekst van De schrijfmachine mijmert gekkepraat bevat daarna een laatste fragment dat ontleend was aan ‘Schrijfmachines – Capita Selecta’[10] en vervolgt dan met een pagina nieuwe, in typoscript toegevoegde tekst die eindigt met een verwijzing naar het artikel in Het Vaderland, waarop Hermans door Nop Maas was geattendeerd. Medio september werden de proeven voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat gecorrigeerd, waarop Hermans nog enkele kleine wijzigingen aanbracht.[11] Het boekje verscheen uiteindelijk in december 1989.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van De schrijfmachine mijmert gekkepraat
Omvang: 60 pagina’s
December 1989
Collectie Frans A. Janssen

Kort na het verschijnen van De schrijfmachine mijmert gekkepraat stuurde Thomas Rap aan Hermans een in de Volkskrant verschenen recensie van Melchior de Wolff:[12] ‘Het is geen vrolijke recensie die ik je ingesloten zend. Vooral het feit dat wij beiden de zetfout in de eerste regel over het hoofd hebben gezien doet mij verdriet.’[13] Behalve de zetfout ‘fysiche’ in plaats van ‘fysische’ bevatte het boekje meer zetfouten (verkeerde afbrekingen, vergeten spaties e.d.) en slordigheden, waaronder veel verkeerd geschreven eigennamen en foutieve dateringen.
Hermans nam een aantal correcties van De Wolff over in een correctie-exemplaar van De schrijfmachine mijmert gekkepraat, dat hij aan het eind van de maand als oudejaarsgeschenk toestuurde aan Frans Janssen, met in het boekje de opdracht: ‘Voor Frans en Tine, met de beste wensen voor het nieuwe jaar, dit boekje met enkele fouten, waaronder oude.’[14] De meeste in De schrijfmachine mijmert gekkepraat voorkomende fouten in eigennamen en dateringen stonden inderdaad al in de eerdere publicaties en waren door Hermans onverbeterd gelaten op de kopij (M3, zie hierboven) voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat.[15] Alleen het geboortejaar van Peter Mitterhofer (1822) stond wel correct in de eerdere publicaties, en Hermans benadrukte dat expliciet in een ingezonden brief in het NRC Handelsblad van 16 december 1989, waarin hij reageerde op de recensie van De Wolff.[16]

[Terug naar overlevering]


[1] C.J. de Kwaadsteniet [Servicebureau Kwiek B.V.] aan Willem Frederik Hermans, 13 oktober 1972, archief-Hermans.
[2] Hermans aan C.J. de Kwaadsteniet, 17 oktober 1972, doorslag in archief-Hermans.
[3] Op de kopij voor De schrijfmachine mijmert gekkepraat (M3), waarvoor onder andere de gezette tekst van het Typiade-artikel als basis diende, bracht Hermans deze correcties alsnog aan, met nog veel andere herzieningen en aanvullingen.
[4] Zie voor de totstandkoming van beide teksten de Commentaar bij De Schrijfmachine mijmert gekkepraat in Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 15. Amsterdam 2012, p. 675 e.v.
[5] Thomas Rap aan Hermans, 22 november 1988 (archief-Hermans). Ook De schrijfmachine mijmert gekkepraat kreeg de gewenste bijzondere tekens, waaraan nieuwe afbeeldingen ten grondslag lagen. Drie tekens uit bijzondere tekens keerden niet terug in de nieuwe uitgave, die ook drie nieuwe illustraties kreeg die het eerdere boekje niet had.
[6] Thomas Rap bevestigt de ontvangst van het manuscript op 31 juli (Thomas Rap aan Hermans, 31 juli 1989, archief-Hermans). Zie ook de Commentaar bij De schrijfmachine mijmert gekkepraat in de editie, p. 679.
[7] Toegevoegd werden bijvoorbeeld ‘zoals door zijn standbeeld in Haarlem bewezen wordt, en nergens anders door, helaas.’, ‘en het apparaat van de abbé Rochon (1779).’ en ‘net als bij de eerste Bar-Locks.’, in de editie achtereenvolgens op p. 11, 12 en 30.
[8] In de editie de tekst na de tweede witregel op p. 30 en (aansluitend na de tussenliggende illustraties) de gehele tekst van p. 38.
[9] Achtereenvolgens de fragmenten ‘Maar voordat dit […] verdienste van die dame’ (editie, p. 40-42) en ‘Deze soort schrijfmachine […] voorgoed.’ (editie, p. 55)
[10] ‘In 1977 was […] achttiende-eeuwse sloep?’ (editie, p. 56-58).
[11] Thomas Rap aan Hermans, 11 resp. 18 september 1989, archief-Hermans.
[12] Melchior de Wolff, ‘Een nieuwe wereld. De schrijfmachine volgens Willem Frederik Hermans’. In: de Volkskrant, 9 december 1989. Zie hiervoor ook de Commentaar bij De schrijfmachine mijmert gekkepraat in de editie, p. 740.
[13] Thomas Rap aan Hermans, 11 december 1989, archief-Hermans.
[14] Onder de opdracht signeerde Hermans het boekje, met de datering 28 december 1989.
[15] Strikt genomen was ook de verkeerde schrijfwijze ‘fysiche’ in de eerste zin van het boekje geen zetfout, maar een niet verbeterde tikfout van Hermans die ook al op de kopij M3 voorkwam.
[16] ‘Lof en van harte beterschap voor De Wolff’, onder de titel ‘Agonie’ opgenomen in Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen, nu in Hermans, Volledige Werken, deel 15, p. 442-443. Zie ook de Commentaar bij Malle Hugo in de editie, p. 797.


De tekstbezorging van De schrijfmachine mijmert gekkepraat

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De schrijfmachine mijmert gekkepraat samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van De schrijfmachine mijmert gekkepraat in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (eerste en enige druk, 1989 (D1)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdruk, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 9, r. 10-11 concrete fysische ontdekkingen concrete fysiche ontdekkingen
p. 13, r. 17 te schrijven, dat er te schrijven,dat er M3
p. 20, r. 21 Mitterhofer (1822-1893) Mitterhofer (1882-1893) M3
p. 39, r. 14-15 er aanmerkelijk compacter er aanmerklijk compacter D1bt
p. 42, r. 12 als het om het verbeteren als om het verbeteren M3
p. 48, bijschrift Bijzonder Teken: Vermenigvuldiging Bijzonder Teken: vermenigvuldiging
p. 55, r. 17 dat de originaliteit dat de orginaliteit M3
p. 55, r. 22 heen en weer gaande heen en weergaande M3
p. 56, r. 29-30 maar stunts. […]’ maar stunts. […]’.
p. 59, r. 6-7 op de eerste Underwood op de eerste Underwoord
p. 59, r. 25 spelling’typewriter’ spelling’typewriter
p. 60, r. 24 belangrijke bezuinigingen belangrijke bezuiningen

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van De schrijfmachine mijmert gekkepraat valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 13
p. 16
p. 38
p. 57


Koppeltekens

In de uitgave van De schrijfmachine mijmert gekkepraat moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 14, r. 8-9 Jacquet-Droz
p. 30, r. 18-19 type-armen
p. 40, r. 21-22 type-armmachine
p. 42, r. 15-16 type-armen
p. 59, r. 31-32 Perry-pennen
p. 60, r. 12-13 type-writer


Naar boven