De raadselachtige Multatuli (1976) en Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy door Multatuli. Voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografische herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave. Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans (1987)

Inleiding

In mei 1976 verscheen de eerste druk van De raadselachtige Multatuli. De biografie was het voorlopig eindpunt van een levenslange fascinatie van Hermans voor Eduard Douwes Dekker (1820-1887). In de jaren die volgden bleef Multatuli Hermans bezighouden. In het Multatuli-jaar 1987 publiceerde hij een tweede, sterk gewijzigde druk van De raadselachtige Multatuli, in een cassette met daarin ook een door Hermans ingeleide en geannoteerde facsimile-uitgave van Multatuli’s Max Havelaar. De uitgave verscheen in januari 1987 in een oplage van 2500 exemplaren. Daarnaast werden van De raadselachtige Multatuli en van de editie elk 500 exemplaren los op de markt gebracht. Deze tweede druk van De raadselachtige Multatuli en de eerste en enige druk van Hermans’ editie van Max Havelaar vormen het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van De raadselachtige Multatuli en Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy door Multatuli. Voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografische herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave. Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van De raadselachtige Multatuli en Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy door Multatuli. Voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografische herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave. Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de biografie en editie. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1] Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

T1 ‘Multatuli had geen ongelijk!’ in Het Parool (1975) (DJ 460)
M1 Typoscript bij de dummy van Willem Frederik Hermans, Multatuli (1975)
P1 Dummy van Willem Frederik Hermans, Multatuli (1975)
T2 ‘De raadselachtige Multatuli’ in De Telegraaf (1976) (DJ 531)
D1 Eerste druk van De raadselachtige Multatuli. (1976) (JS 343)
T3 ‘Van Age Bijkaart, uit Parijs: De bronnen van de waarheid’ in Het Parool (1976) (DJ 536)
T4 ‘De koppige klimaatschieter’ in Hollands Diep (1976) (DJ 537)
T5 ‘Multatuli’ in De Nieuwe Linie (1976) (DJ I-35)
T6 Age Bijkaart, ‘Bijkaart’s kille kijk op Multatuli’ in Het Parool (1976) (DJ 541)
T7 Age Bijkaart, ‘Bijkaart’s kille kijk op Multatuli en Duymaer van Twist’ in Het Parool (1976) (DJ 542)
T3, 5-7m1 Knipsels met correcties bij bijdragen in Het Parool (1976)
T8 ‘Stuiveling en de wetenschappelijke biografie van Multatuli’ in De Gids (1977) (DJ 606)
T9 ‘Eindelijk: Multatuli deel elf’ in NRC Handelsblad (1977) (DJ 639)
T10 ‘Multatuli’s portretten’ in Over Multatuli (1978) (DJ 666)
T11 ‘Ronduit sensatielust’ in Over Multatuli (1981) (DJ 844)
T12 ‘Het Verre Oosten’ in NRC Handelsblad (1982) (DJ 852)
T13 ‘Multatuli deel veertien, de brieven en documenten van 1870 en 1871’ (met naschrift bij ‘Het Verre Oosten’) in NRC Handelsblad (1982) (DJ 853)
M2 Typoscript (kopie) van ‘Een hele stapel Havelaars’ (1983)
T14 ‘Een hele stapel Havelaars’ in NRC Handelsblad (1984) (DJ 872)
T15 ‘Multatuli deel zestien’ in NRC Handelsblad (1984) (DJ 880)
T16 ‘Waarom een fotografische heruitgave van Max Havelaar, vijfde druk?’ in Over Multatuli (1985) (DJ 894)
T1, 4, 9, 12-16m2 Knipsels met correcties bij bijdragen in Hollands Diep en NRC Handelsblad (1975-1985)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van De raadselachtige Multatuli
M3 Typoscript van ‘Bij de tweede druk’
P2 Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar (1986)
P3 Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar (1986)
P4 Drukproef van register voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar (1986)
P5 Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar (1986)
D2 Tweede druk van De raadselachtige Multatuli.
[In cassette met] Multatuli, Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Voor het eerst, na meer dan honderd jaar, een fotografische herdruk van de laatste, door de auteur zelf herziene uitgave. Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans.
(1987) (JS 344)
(JS 468)
D2m2 Correctie-exemplaar van de tweede druk van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar

Bronbeschrijvingen van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar

M1
Typoscript (doorslag) bij dummy van Willem Frederik Hermans, Multatuli
Omvang: 10 bladen
April 1975
Literatuurmuseum
WFH (Boeken) Primair/Zonder Aantekeningen/Multatuli

Een dummy in het archief-Hermans in het Literatuurmuseum, nog met de titel Multatuli, bevat een typoscript in doorslag van tien pagina’s, waarvan de eerste acht pagina’s werden gebruikt als tekst voor de dummy. Hermans stuurde dit fragment op 5 april 1975 naar Hans Sleutelaar van uitgeverij Boelen, die het nodig had om uiterlijk half mei een dummy voor de vertegenwoordigers bij de boekhandels gereed te hebben.[1] Het typoscript heeft zetinstructies en potloodcorrecties van een persklaarmaker of zetter, en enkele redacteurscorrecties in balpen. Hermans zelf bracht in de doorslag enkele wijzigingen aan in blauwe vulpen, die in de tekst van de dummy werden verwerkt.

_MG_1044

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P1
Dummy van Willem Frederik Hermans, Multatuli
Omvang: 120 pagina’s
Mei 1975
Literatuurmuseum
WFH (Boeken) Primair/Zonder Aantekeningen/Multatuli

Een exemplaar van de dummy van Multatuli, nog met een afwijkende titel en een van de latere uitgave verschillend omslag, heeft een sticker op de rug ‘Niet uitgevoerde dummy’.[2] Alleen het eerste katern (16 pagina’s) van de dummy is gezet. De titelpagina van de dummy vermeldt als uitgever ‘Boelen in samenwerking met De Bezige Bij’. Afbeeldingen en bijschriften in de dummy wijken gedeeltelijk af van die in De raadselachtige Multatuli. Hermans bracht in de dummy met potlood enkele correcties en inhoudelijke wijzigingen in de tekst aan, maar hij zou deze uiteindelijk niet allemaal overnemen in de eerste druk.

[Terug naar overlevering]


T3, 5-7m1
Knipsels met correcties bij bijdragen in Het Parool
Omvang: 64 bladen
Juni-juli 1976
Literatuurmuseum
WFH (Knipsels) Het Parool /nrs. 61-120

De Bijkaart-columns die Hermans voor Het Parool schreef, bewaarde hij in een speciale map.[3] Daarin bevinden zich ook enkele columns over Multatuli, te weten ‘De Bronnen van de Waarheid’, ‘Bijkaarts kille kijk op Multatuli’ en het vervolg ‘Bijkaarts kille kijk op Multatuli en Duymaer van Twist’. Ook Hermans’ ingezonden brief ‘Multatuli’, op 9 juli gepubliceerd in De nieuwe linie, bewaarde Hermans in de map met Bijkaartknipsels. De knipsels hebben enkele kleine, vooral stilistische correcties. In ‘Bijkaarts kille kijk op Multatuli en Duymaer van Twist’ gaf Hermans daarnaast aan dat de bronvermelding naar Julius Pée verder naar beneden verplaatst diende te worden.[4]

_MG_1063

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


M2
Typoscript (kopie) van ‘Een hele stapel Havelaars’
Omvang: 7 bladen
December 1983
Collectie Frans Janssen

Van het in de eerste bijlage van De raadselachtige Multatuli opgenomen krantenstuk ‘Een hele stapel Havelaars’ bevindt zich een typoscript in de collectie van Frans Janssen. Het betreft een kopie van de doorslag van het typoscript dat Hermans op 12 december 1983 naar NRC Handelsblad stuurde, het datumstempel is nog net leesbaar op de eerste pagina van het typoscript. Het typoscript bevat enkele kleinere wijzigingen, meestal in handschrift, een enkele maal via een ingevoegd stukje nieuw typoscript. ‘Een hele stapel Havelaars’ verscheen op 6 januari 1984 in NRC Handelsblad.
Kort voordat Hermans de kopij voor het stuk zou inzenden aan NRC Handelsblad, gaf hij aan Frans Janssen al het nodige over de strekking van zijn stuk prijs: ‘Die Havelaars herdrukken op de manier die Francken wil is geld weggooien en totaal zinloos. Alleen zulke lezers zouden er wat aan hebben die al die versies al lezende uit hun hoofd zouden leren, zodat de verschillen hun spontaan zouden opvallen. En wie zal voor z’n plezier M.H. vier keer achter elkaar lezen? Alle gejubel dat het zo’n geweldig meesterwerk is, is toch maar voornamelijk lippendienst en partijpolitiek, zou het niet?’ Janssen berichtte in zijn reactie uit te kijken naar het stuk in de krant, waarna hij het typoscript van Hermans kort daarna moet hebben ontvangen. [5]

_MG_1083

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


T1, 4, 9, 12-16m2
Knipsels met correcties bij bijdragen in Hollands Diep en NRC Handelsblad
1975-1985
Literatuurmuseum
WFH (Knipsels) Hollands Diep (gf)

In de map ‘Hollands Diep’, met bijdragen die Hermans tussen 1975 en 1988 in dagbladen en tijdschriften publiceerde,[6] bevinden zich ook enkele stukken die Hermans zou opnemen in de bijlage ‘Artikelen en polemieken’ van de tweede druk van De raadselachtige Multatuli. Het oudste stuk in de map is Hermans’ op 12 april 1975 in Het Parool gepubliceerde ‘Multatuli had geen ongelijk!’ Daarin noteerde Hermans in de marge één wijziging, die hij ook zou overnemen in De raadselachtige Multatuli: Het door Rob Nieuwenhuys ‘klakkeloos’ herhaalde verhaal ‘dat Multatuli in Lebak niets anders gedaan zou hebben dan met natte doeken om zijn hoofd tegen de hoofdpijn, op zijn kamer zitten’ is niet langer rondgestrooid door ‘een tegenstander, pastoor Jonckbloet’, maar door ‘Van Sandick, die het nota bene van de regent zelf had’, waarbij Hermans in de marge van het knipsel nog wel noteerde ‘Over Jonckbloet kan blijven staan. Zie Jonckbloet p. 12’.[7] Bij het in Hollands Diep gepubliceerde ‘De koppige klimaatschieter’ noteerde Hermans in de linkermarge van de tweede pagina ‘- 400 woorden’, waarschijnlijk om aan te geven dat de tijdschriftbijdrage op die plaats was ingekort: in De raadselachtige Multatuli is het fragment, dat daar acht alinea’s bestrijkt, alsnog toegevoegd.[8] Bij ‘Multatuli deel XVI’, in juni 1984 in NRC Handelsblad verschenen, haalde Hermans een op Julius Pée terugvoerende bewering over het al ‘vrij vervallen’ graf van Tine weg.[9] De overige knipsels in de map hebben geen of slechts heel geringe correcties.

_MG_1057

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van De raadselachtige Multatuli
Omvang: 216 pagina’s
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

Een correctie-exemplaar van de eerste druk van De raadselachtige Multatuli, afkomstig uit het archief van De Bezige Bij, laat heel duidelijk de sporen zien van een langdurige en intensieve bewerking door Hermans. Verspreid over het boek zijn er tientallen grote wijzigingen, variërend van een alinea tot soms enkele pagina’s. Hermans noteerde de wijzigingen in handschrift in de marge of via opgeplakte en aangehechte stroken typoscript.
Ten opzichte van de eerste druk van De raadselachtige Multatuli is Hermans vaak uitvoeriger in de argumentatie van zijn standpunten, bijvoorbeeld bij het veronderstelde leveren van ‘meiden’ door de regent aan Brest van Kempen: Hermans breidt de puntsgewijze opsomming van a. tot en met e. uit, waarbij ook de volgorde van de argumentatie verandert doordat Hermans een extra reden (b.) invoegt.[10] Soms ook nuanceert hij een eerdere veronderstelling, bijvoorbeeld die over het bezoek dat Douwes Dekker aan Duymaer van Twist op diens paleis te Buitenzorg zou hebben gebracht, waarover Hermans als aanvulling in de marge van het correctie-exemplaar schrijft: ‘Noch in Multatuli’s werken, noch in zijn brieven, is ook maar één enkel spoor van deze heerlijke diners en gesprekken terug te vinden. Ik neem aan dat Van Twist het zich maar verbeeld heeft, en het rondvertelde om aan te tonen hoe goed hij voor Dekker was geweest, en hoe onverdiend hij door Multatuli werd uitgescholden.’[11] Ook bij het veronderstelde bezoek van Brest van Kempen aan Douwes Dekker in Rangkas Betoeng, voegt Hermans een nuancerende toevoeging in: ‘’t Is op het eerste gezicht curieus dat hij, die immers drukke bezigheden had, niet, omgekeerd, Dekker gelastte naar Serang te komen om nadere toelichting te geven. Maar, dat Brest van Kempen zelf op reis ging, kan misschien verklaard worden uit zijn behoefte ook met de regent te praten. In elk geval was Brest van Kempen wel ernstig verontrust.’[12]
In het correctie-exemplaar noteerde Hermans veel nieuwe gegevens. Zo gaat hij – gedeeltelijk via een aanzienlijke inlas in typoscript – veel uitgebreider in op Multatuli’s aanvankelijke waardering voor Van Lennep, op de breuk met hem en de latere rechtszaak.[13] Daarnaast besteedt hij meer aandacht aan de openbare voordrachten die Multatuli vanaf 1862 hield en geeft hij meer uitleg bij (deels ook nieuwe) illustraties, waaronder de portretten van Multatuli. Het motto is in het correctie-exemplaar, in handschrift op de titelpagina, toegevoegd.
De nieuwe informatie kon Hermans voor een groot deel halen uit de sinds 1976 gepubliceerde delen van Multatuli’s Volledige Werken, waardoor hij visies van derden kon aanvullen met gegevens uit Multatuli’s correspondentie. Voorbeeld van een dergelijke toevoeging is het, opnieuw in potlood in de marge uitgeschreven fragment, ‘Zelf zei hij dat hij koningin Victoria wel eens wilde zien, en Napoleon iii en Keizerin Eugenie. Hij had trouwens (weer) een systeem ontdekt om rijk te worden. Kort voor zijn vertrek maakte hij kennis met Sicco Roorda van Eysinga, die levenslang zijn bewonderaar zou blijven. (Zie vw xiv 379,536,)’[14] Hermans kon bovendien veel meer informatie ontlenen aan Multatuli’s brieven aan Tine. Daaruit citeerde hij bijvoorbeeld, via een inlas in typoscript, voor het verslag van zijn optreden bij het Taalcongres te Gent.[15] Ook uit andere correspondenties, zoals die tussen Van Zuylen en Rochussen, voegt Hermans nieuwe gegevens toe.[16] Een nieuwe bron voor Hermans was ook het vanaf 1978 verschijnende tijdschrift Over Multatuli, dat hij onder andere gebruikte voor een aanvullende beschrijving met betrekking tot de stukjes die Multatuli namens de fictieve Mainzer Beobachter schreef voor de Opregte Haarlemsche Courant.[17]
Bij de omwerking van De raadselachtige Multatuli nam Hermans oude delen van de Volledige Werken opnieuw door, waaruit hij veel aanvullende informatie haalde, en ook daarbij citeerde hij nu meer uit Multatuli’s correspondentie met Tine.[18] Uit oudere delen van de Volledige Werken haalde hij ook meer expliciete gegevens, deels ter vervanging van eerdere, meer beknopte beschrijvingen: Multatuli’s pogingen bij Rochussen om tot secretaris-generaal bij Binnenlandse Zaken te worden benoemd, werkt Hermans bijvoorbeeld meer in detail uit.[19] Ook oudere Multatuli-literatuur nam Hermans opnieuw door, waaronder F.L. Bastets Mr. Carel Vosmaer. Zijn achtergronden, zijn reizen, zijn tijdgenoten, zijn invloed (1967), de Dagboek-uitgave van Frederik van Eeden (1971) en Annetta Douwes Dekkers De waarheid over Multatuli en zijn gezin (1939). Bovendien verwees hij meer dan voorheen naar Multatuli’s eigen ‘Aanteekeningen en Ophelderingen’ bij Max Havelaar.
Naast de grotere inhoudelijke aanvullingen, correcties en nuanceringen bracht Hermans een groot aantal redactionele en feitelijke correcties aan, bijvoorbeeld in functies en titulatuur van historische figuren, in de schrijfwijze van eigennamen, in dateringen en in foutieve of incomplete bronvermeldingen. Hij gaf bovendien meer introducerende of samenvattende informatie bij het begin of einde van een hoofdstuk of scène, en lichtte historische feiten of begrippen meer expliciet toe.
De afbeeldingen in De raadselachtige Multatuli werden opnieuw geselecteerd, waarbij een deel van de eerder gebruikte werd vervangen door nieuw fotomateriaal. Een deel van de illustraties kreeg nieuwe of aangepaste bijschriften. In een enkel geval liet Hermans nieuwe foto’s maken – bijvoorbeeld van de inmiddels gerestaureerde schilderijen van Jan Douwes Dekker en zijn (tweede) vrouw Louise Marie Elise Adolphine Bousquet.[20]

_MG_1077

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


M3
Typoscript van ‘Bij de tweede druk’
Omvang: 12 bladen
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

Ingevoegd bij een late drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli bevindt zich een typoscript van Hermans’ inleiding ‘Bij de tweede druk’.[21] Los bijgevoegd bij het typoscript is bovendien een blad met de aan het eind van het eerste hoofdstuk toegevoegde lijst met verwijzingen bij de in De raadselachtige Multatuli gebruikte afkortingen. Ook een nieuwe titelpagina, enkele pagina’s in kopie van het correctie-exemplaar van de eerste druk met daarop zettechnische aantekeningen en een blad met (in handschrift) instructies voor het zetten van de illustraties worden bij het typoscript bewaard.

_MG_1095

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P2
Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli
Mei-juli 1986
Omvang: 131 bladen
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

In het archief van De Bezige Bij bevinden zich verschillende drukproeven voor Hermans’ Multatuliboek. De eerste daarvan kwam in fasen gereed: de hoofdtekst tussen 21 en 28 mei 1986, waarna de bijlagen gefaseerd tot stand kwamen tussen 29 mei en 3 juni. De uiteindelijke correctie van de proef werd pas veel later afgesloten: een aantekening beschrijft de gereedmelding voor revisie op 29 juli.
Zodra de proef was gezet, met niet-inspringende alinea’s, ging deze voor correctie naar Hermans, die op 8 juni zijn gecorrigeerde proef aankondigde bij de uitgeverij: ‘Morgen stuur ik u de gecorrigeerde proef van De Raadselachtige Multatuli terug, t.w. de bladen 1-152 (tekst) en 1-12 (bijschriften foto’s). / Ik heb over een en ader [sic] niet veel op te merken, alleen dit: / Kunnen er in de hoofdtekst weer inspringende alinea’s worden aangebracht? / Dit spaart veel moeite, kosten en correctie als het boek ooit nogmaals opnieuw gezet zou moeten worden. / Het maakt de tekst ook veel duidelijker, omdat een inspringende alinea een zekere pauze suggereert. Ik ben er dus wel erg op gesteld.’[22]
Alle alinea-indelingen zijn, zowel in de hoofdtekst als op de in kolommen gezette teksten van de bijlage, in handschrift toegevoegd aan het overgeleverde exemplaar van de proef. Dat is niet Hermans’ exemplaar, maar dat van de redacteur, waarop de door Hermans aangegeven correcties zijn ingewerkt, meestal in blauwe inkt en soms in rode inkt. Een enkele maal maakte ook de zetter expliciet een opmerking, in lichtblauwe inkt. Het grootste deel van de correcties op de proef betreft zetfouten en meer redactionele correcties en opmerkingen, in rode en groene inkt.
De eerste 87 bladen van deze op A3-formaat afgedrukte proef bevatten de – doorlopende – hoofdtekst, nog niet in boekpaginering opgemaakt, met in handschrift toegevoegde paginering. De pagina’s 88 tot en met 91 volgen met alle titels van de bijlagen en van het register, dat bij deze proef nog ontbreekt. De resterende bladen bestaan per A3-vel uit steeds twee kolommen tekst, waarbij de tekst niet langer per pagina, maar per kolom is genummerd (nummering van 92-152). Bij de proef bevinden zich ook zeven bladen op A3-formaat, met daarop, opnieuw in twee kolommen (genummerd 1-12), de bijschriften van de in De raadselachtige Multatuli af te drukken foto’s, waarnaar steeds via een toegevoegd nummer werd verwezen.
Inhoudelijke wijzigingen op deze proef zijn er maar weinig. Enkele daarvan zijn te vinden in het nieuwe voorwoord ‘Bij de tweede druk’. Verspreid over de proef zijn er daarnaast nog enkele aanvullende biografische gegevens (onder andere over Johannes Adrianus Stamkart) en toegevoegde literatuurverwijzingen.[23] Ook volgen nog weer enkele nieuwe inhoudelijke aanvullingen, in lijn met die van het correctie-exemplaar.[24] Daarnaast zijn er op de proef veel correcties in het gebruik van de apostrof, die Hermans bijvoorbeeld ook bij namen van landen (‘Engeland’s ondergang’) wilde gebruiken.

_MG_1097

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P3
Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli
Omvang: 147 bladen
September 1986
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

Op een tweede drukproef uit het archief van De Bezige Bij is de oorspronkelijk doorlopende tekst, al met de zetbreedte van het uiteindelijke boek, losgeknipt en opgeplakt op het voor de latere uitgave gebruikte papier, waarbij uitgegaan is van het aantal regels van de boekuitgave. Daarbij werd, zoals door redacteur Gerry Bruil voor op de proef aangegeven, ‘af en toe […], om storende hoerenjongens te voorkomen een witregel toegevoegd of weggelaten’. Op dezelfde pagina is de proef in handschrift gedateerd op 19 september 1986. Ook bij deze proef, die verder compleet is, ontbreekt het register nog. De hoofdstukindeling en handgenummerde paginering komt al exact overeen met die van de uiteindelijke publicatie.
De proef bevat geen inhoudelijke correcties, wel aanwijzingen voor de zetter en redactionele correcties, bijvoorbeeld in afbrekingen. Ook witregels, en plaatsen waar die weggelaten zijn, worden expliciet aangegeven. Reproducties van een deel van de afbeeldingen zijn op deze proef in kopie toegevoegd, met daarbij in handschrift ook voorbeelden van de voor de bijschriften beoogde opmaak. Van nog ontbrekende afbeeldingen is de juiste uitsnede in potlood schetsmatig aangegeven. Op de inhoudsopgave is de volgorde van de twee bijlagen nog anders: als eerste bijlage wordt ‘Multatuli’s Grieven’ vermeld, met in handschrift in de marge de opmerking ‘wordt los bijgevoegd’.

_MG_1111

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P4
Drukproef voor het register van de tweede druk van De raadselachtige Multatuli [sept 1986]
Omvang: 3 bladen
November 1986
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

Bij een latere, derde drukproef van De raadselachtige Multatuli wordt een proef van het register bewaard, in drie aaneengehechte pagina’s op A3-formaat. Elk blad bestaat uit twee genummerde kolommen. De proef van het register heeft een datumstempel van 25 november 1986 en bevat enkele correcties van zetfouten, en een klein aantal in handschrift toegevoegde namen, die door de corrector van De Bezige Bij werden toegevoegd.

_MG_1114

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


P5
Drukproef voor de tweede druk van De raadselachtige Multatuli
Omvang: 146 bladen
December 1986
Literatuurmuseum
Archief De Bezige Bij

Een derde drukproef van De raadselachtige Multatuli, eveneens uit het archief van De Bezige Bij, ging blijkens een handschriftelijke aantekening op het eerste blad van de proef medio december 1986 naar de drukker ter vervaardiging van een ozalidproef. Nu alle afbeeldingen compleet waren, werd gevraagd om twee exemplaren van die proef, zodat Hermans die nog een laatste keer kon controleren. De proef bestaat uit kopieën op A3-formaat, met per blad steeds twee pagina’s van de opgemaakte tekst. De proef is op het register na compleet. In de gehele proef zijn persoonsnamen ter controle van het register geel gemarkeerd.
Op de titelpagina van de proef is het jaar van uitgave al aangepast naar 1987, en in Hermans voorwoord ‘Bij de tweede druk’ is door de redacteur een voetnoot toegevoegd die melding maakt van het verschijnen van het zeventiende deel van Multatuli’s Volledige Werken in september 1986. Een vergelijkbare late toevoeging is te vinden aan het slot van het artikel ‘De bronnen van de waarheid’ in de eerste bijlage.[25] De meeste wijzigingen op deze proef hebben betrekking op de afbeeldingen: er vinden kleine aanpassingen plaats in de bijschriften, af en toe wisselen de afbeeldingen van volgorde en een enkele foto wordt nog in dit stadium vervangen. De overige correcties blijven beperkt tot heel kleine stilistische of redactionele wijzigingen. Die hebben deels betrekking op de geleding van de tekst, omdat her en der in de proef het aantal regels per pagina nog moet worden aangepast. Er zijn enkele correcties in het handschrift van Hermans, die de schrijfwijze van eigennamen betreffen, waaronder ‘Van Zuylen van Nijevelt’, eerder door de corrector gewijzigd van ‘Van Zuylen van Nijeveld’ naar ‘Van Zuylen van Nyevelt’, maar door Hermans wederom aangepast.[26]

_MG_1120

© Milo van de Pol (Huygens ING) [Terug naar overlevering]


[1] Hans Sleutelaar (Boelen uitgevers BV) aan Willem Frederik Hermans, 1 april 1975 en Hermans aan Hans Sleutelaar, 5 april 1975, origineel resp. doorslag in archief-Hermans.
[2] Een tweede dummy in het archief-Hermans heeft geen correcties.
[3] Veruit de meeste bijdragen verschenen in Boze Brieven van Bijkaart (1976) en Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979), nu in Volledige Werken, Deel 12 (2006). Zie hiervoor ook de tekstgeschiedenis van Boze Brieven van Bijkaart (T[1-112]m1) en de tekstgeschiedenis van Houten leeuwen en leeuwen van goud (T[20, 23, 26, 29, 31, 33, 36]m3).
[4] De correctie zou Hermans niet overnemen in De raadselachtige Multatuli. In de editie is deze correcte plaats van de bronvermelding naar de Parool-publicatie alsnog aangebracht. Zie hiervoor ook de Ingrepenlijst.
[5] Hermans aan Frans Janssen, 7 december 1983 en Frans Janssen aan Hermans, 16 december 1983, doorslag, resp. origineel in archief-Hermans. Op 21 januari meldt Janssen Hermans dat hij het typoscript nog aan hem zal terugsturen.
[6] Een groot deel van de artikelen die Hermans in deze map verzamelde, bundelde hij in Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979. Zie aldaar ook de tekstgeschiedenis (T[12-17, 19, 21, 22, 24, 25, 27, 30, 32, 34, 35]m2).
[7] Tekst in de editie op p. 242. De verwijzing naar Jonckbloet liet Hermans uiteindelijk toch achterwege.
[8] Het fragment betreft de passage ‘Eens schreef hij […] uw westerse huid af!’, tekst in de editie op p. 248-249.
[9] Het bewuste (in De raadselachtige Multatuli niet opgenomen) fragment: ‘Tines oude vriendin, Stéphanie Omboni, die de grafsteen betaald had, is er nog eens geweest in 1935. Zij was het die toen al constateerde dat het “vrij vervallen” was. (Pée, 388)’. Een exemplaar van het NRC-stuk in de map ‘Knipsels CS NRC’ (archief-Hermans) heeft dezelfde doorhaling.
[10] Tekst in de editie op p. 57.
[11] Tekst in de editie, met opnieuw enkele wijzigingen, op p. 39.
[12] Tekst in de editie, met opnieuw enkele wijzigingen, op p. 48.
[13] Toegevoegde tekst in de editie (p. 76-77), ten opzichte van de tekst in het correctie-exemplaar nog licht gewijzigd: ‘De breuk met Van Lennep […] En naderhand bleek juist Van Lennep hem te dwarsbomen.’ Ook het fragment ‘Het was hem al spoedig […] moest juridisch gezien wel winnen’ (editie p. 107-108) is nieuw.
[14] Tekst in de editie op p. 65.
[15] Toegevoegd fragment van twee alinea’s, in de editie op p. 151: ‘“Natuurlijk nam ieder, ook de Hollanders, […] nog warmer toejuichte.’
[16] Als inlas in typoscript het fragment ‘Rochussen vond ook nu […] nog blijven tot 7 april.’, in de editie op p. 155. Een tweede inlas op dezelfde pagina in typoscript is het fragment ‘Van Zuylen onthulde hem […] de merkwaardige man.’, met nog weer nieuwe wijzigingen en aanvullingen in de editie op p. 156.
[17] Fragment in de editie op p. 167: ‘Dit is (zie E. Francken, ‘Een correspondent neemt ontslag’ in Over Multatuli 2) niet geheel waar gebleken. Ze lieten hem nog een tijdje voortmodderen met die stukjes, maar van lieverlee werden ze niet meer geplaatst en dus staakte hij zijn medewerking maar.’
[18] Bijvoorbeeld in de toevoegingen ‘Dekker was […] 9 nov. 1859)’ (editie p. 68) en ‘Op 30 oktober 1859 […] terzij zou schuiven’ (editie p. 161).
[19] Fragment in de editie: ‘Boudweg had hij Rochussen gevraagd […] viel daaraan niet te denken.’ (p. 103-104). De laatste zin in de toevoeging ontbreekt nog in de inlas op het correctie-exemplaar.
[20] Afbeeldingen in de editie op p. 67.
[21] Zie ook de beschrijving van de derde drukproef (P5) hierna.
[22] Hermans aan Ernst Nagel (De Bezige Bij), 8 juni 1986, doorslag in archief-Hermans.
[23] De biografische informatie bij Stamkart in de editie op p. 107; toegevoegde bronvermeldingen onder andere bij ‘(o.a. aan Vosmaer, […] Brieven, x, 101, e.v.)’, editie p. 156.
[24] Een voorbeeld daarvan is, aan het begin van het veertiende hoofdstuk, de zin: ‘Het relaas over de klap in Tine’s brief van 19 januari ’68 is onjuist en toont aan hoe weinig zij van zijn wedervaren op de hoogte was.’ (editie p. 142)
[25] In de editie achtereenvolgens op p. 11 en p. 253.
[26] In de editie op p. 153.


De tekstbezorging van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (tweede druk, 1987 van De raadselachtige Multatuli, daarin in cassette met facsimile-uitgave met commentaar van Multatuli, Max Havelaar) en de tekstvergelijking van de voorafgaande boekdruk, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

 

p. 9, r. 19 de uitgever van Multatuli’s de uitgever van Mutatuli’s D1
p. 36, r. 19-20 Gravure Encyclopédie Larousse Gravure Encyclopédie Larousse
p. 44, r. 1-2 Negara (ca. 1796-1879) Negara (ca 1796-1879) D1
p. 50, r. 18 Ik kan ’t er niet voor doen Ik kan’t er niet voor doen D1
p. 67, r. 27 niets van geweten?). Noch Van Twist niets van geweten?) Noch Van Twist D1
p. 80, r. 21 [inspringen] ‘Ik heb mijn Max! ‘Ik heb mijn Max!
p. 83, r. 37 [nieuwe alinea]Al mijn amourettes meetedelen Al mijn amourettes meetedelen P1
p. 93, r. 35 wensen en frustraties, dan wensen en frustaties, dan D1
p. 104, r. 5-6 ofschoon hij de ƒ 25,– die ofschoon hij de ƒ 25.– die D1
p. 122, r. 35 als Nazareth het Christus-idee als Nazareth het Christen-idee D1
p. 123, r. 40 Grissee ( = Gresik) Grissee ( Gresik) D1
p. 136, r. 37 zal kunnen terugbetalen zal kunnen betalen D1
p. 140, r. 41 [nieuwe alinea] Ik weet wat je me Ik weet wat je me D1
p. 148, r. 25 (1834-1856, 3 dln.) (1836-1856, 8 dln.) D1
p. 148, r. 26 Pruisen en Nederland heet Pruissen en Nederland heet D1
p. 153, r. 26 aan te vallen?). Maar hij heeft aan te vallen?) Maar hij heeft D1
p. 166, r. 34 gehecht tegen de glasruiten.”’ gehecht tegen de glasruiten.’ D1
p. 166, r. 35 in de brief bij voorkomt. “Ik liep in de brief bij voorkomt.’ “Ik liep
p. 166, r. 40 eerst later gearriveerd, een raar huishoudentje’.”’ eerst later gearriveerd, ‘een raar huishoudentje”.’
p. 175, r. 39 invloed heeft op Eduards carrière invloed heeft op Eduard’s carrière D2m2
p. 177, r. 44 [nieuwe alinea] Wij hadden onze redder, als Wij hadden onze redder, als D1
p. 180, r. 1 Foto door Boussaud & Valadon Foto door Boussaud Valadon D2 (bijlage)
p. 190, r. 26-27 dat Multatuli ƒ 25,– per voorstelling dat Multatuli ƒ 25– per voorstelling D1
p. 196, r. 37 in ’t Wiesbadener Tagblatt in ’t Wiesbadener Tageblatt D2m2
p. 209, r. 26 kennen (waaronder ik) tot kennen (waaronder ik) tot D1
p. 252, 1e kolom, r. 36-37 soms zelf gekend? – Een guitig soms zelf gekend?’ – Een guitig T3
p. 253, 1e kolom, r. 2 Mandarijnen op zwavelzuur, met name Mandarijnen op Zwavelzuur, met name T5
p. 260, 2e kolom, r. 35-36 uitoefening van gezag verbonden was.’ uitoefening van gezag verbonden was.’ (Geciteerd naar Julius Pée, Multatuli en de Zijnen, p. 87) T3, 5-7m1
p. 261, 1e kolom, r. 3-5 te beurt was gevallen.’ (Geciteerd naar Julius Pée, Multatuli en de Zijnen, p. 87.) te beurt was gevallen.’ T3, 5-7m1
p. 262, 1e kolom, r. 6 F.A. Verhoeve (persoonlijke mededeling) heeft F.A. Verhoeve (persoonlijke mededeling) [nieuwe regel] heeft
p. 272, 1e kolom, r. 40-41 vrijdenkersvereniging “De Dageraad”’, maar vrijdenkersvereniging “De Dageraad”, maar
p. 272, 2e kolom, r. 4-5 Troppmann, wfh), De Vletter Troppmann, wfh) De Vletter
p. 276, 2e kolom, r. 22-23 vormgever van De raadselachtige Multatuli vormgever van De raadselachtige Mutatuli T10
p. 279, 2e kolom, r. 26 (Categorie b), de in 1853 pas (Categorie b) de in 1853 pas T10
p. 283, 1e kolom, r. 33 Wat deze laatste betreft Wat deze laatst betreft, T11
p. 287, 1e kolom, r. 12 Annie van ’t Veer Annie ’t Veer D2m2
p. 288, 2e kolom, r. 25-26 gelijk!’ heeft Du Perron eens uitgeroepen. geliijk!’ heeft Du Perron eens uitgeroepen. D2m2
p. 288, 2e kolom, r. 44-45 ’t voornemen van Havelaar ’t voornemen van Havelaar
p. 290, r. 3 (NRC Handelsblad, 30 april 1982) (NRC Handelsblad 30 april 1982)
p. 292, 2e kolom, r. 10 besloot G. Jonckbloet besloot C. Jonckbloet T13
p. 296, r. 2 (NRC Handelsblad, 6 jan. 1984) (NRC Handelsblad 6 jan. 1984)
p. 301, r. 2 (NRC Handelsblad, 8 juni 1984) (NRC Handelsblad 8 juni 1984)
p. 303, 1e kolom, r. 7 een groene aanslag een groen aanslag T15
p. 303, 1e kolom, r. 23-24 Toen de diplomaat Toen diplomaat T15
p. 305, 2e kolom, r. 26 Op 7 december 1873 schreef Multatuli Op 7 december 1873 schreeft Multatuli T15
p. 308, 1e kolom, r. 22 Busken Huet, Gideon Busket Huet, Gideon
p. 308, 1e kolom, r. 42-43 Daisne, Johan

Daniëls, C

Daniëls, C

Daisne, Johan

p. 308, 2e kolom, r. 39 Douwes Dekker-Post van Leggelo Douwes Dekker-Post van Reggelo
p. 309, 1e kolom, r. 9 Eeden-van Vloten, Martha van Eeden-van Vloten, Martha
p. 310, 2e kolom, r. 6-7 Lawrence, D.H.

[weggelaten]

Le Chateleux

Lawrence, D.H.

Lebrun, Pigault

Le Chateleux

D2m2
p. 310, 2e kolom, r. 27 Mechanicus, Philip Mechanicus Philip
p. 311, 1e kolom, r. 13 Overman, Gerard Overman D2m2
p. 311, 1e kolom, r. 31-33 Phitsinger

Pigault-Lebrun, Ch.

Pino Post, Francisca

Phitsinger

[weggelaten]

Pino Post, Francisca

D2m2
p. 312, 2e kolom, r. 10 Warens, Mme de Warens, D2m2
p. 318, r. 40 Tine = Everdina Huberta Douwes Tine = Everdine Huberta Douwes D2m2
p. 319, r. 46 als assistent-resident van Lebak als assisent-resident van Lebak T17
p. 741, r. 5 geb. Abrahamsz), Multatuli-herinneringen geb. Abrahamsz) Multatuli-herinneringen
p. 743, r. 40 staat op blz. 720 staat op blz. 70 D2m2
p. 745, r. 24 Van Frans réussir Van Frans, réussir
p. 749, r. 37 omne tulit punctum, qui omne tulit punctum, qui D2m2
p. 750, r. 30-32 Wellen: Lees: Well’n. [witregel] Da wollen wir: Lees: Dort wollen wir Da wollen wir: Lees: Dort wollen wir [witregel] Wellen: Lees: Well’n.
p. 754, r. 10 Zie ook op. cit. 299 Zie ook op cit. 299 D2m2
p. 761, r. 24 niet aan verloren.’ (VW, x, 229) niets aan verloren. (VW, x, 229) D2m2
p. 775, r. 5 geoorloofde middelen;’. geoorloofde middelen;’
p. 775, r. 43 Duits, volkstümlich Duits volkstümlich
p. 777, r. 3 de zaak had aangepakt! de zaak had aangepakt! D2m2
p. 779, r. 23-26 J.J. Hasselman […] , dl.4). niet toe te laten […] te hebben
p. 779, r. 28-31 niet toe te laten […] te hebben J.J. Hasselman […] , dl.4).
p. 781, r. 41-42 hij vermeldde Veth’s beschouwing hij vermelde Veth’s beschouwing

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 19
p. 26
p. 31
p. 33
p. 41
p. 51
p. 65
p. 67
p. 68
p. 74
p. 78
p. 89
p. 96
p. 104
p. 115
p. 125
p. 130
p. 143
p. 147
p. 168
p. 194
p. 207
p. 217
p. 223
p. 266 (2e kolom)
p. 270 (1e kolom)
p. 297 (2e kolom)


Koppeltekens

In de uitgave van De raadselachtige Multatuli en Multatuli, Max Havelaar moet het afbrekingsteken in het hieronder vermelde woord als koppelteken gelezen worden:

p. 17, r. 20-21 Quatre-Bras
p. 17, r. 24-25 Oranje-Nassau
p. 29, r. 46 gouverneur-generaal
p. 39, r. 17-18 gouverneur-generaal
p. 40, r. 17-18 assistent-resident
p. 109, r. 38-39 anti-koloniale
p. 148, r. 18-19 Keur-Hessen
p. 149, r. 38-39 Frans-Duitse
p. 151, r. 21-22 Oost-Vlaanderen
p. 153, r. 33-34 Vrije-Arbeid
p. 162, r. 28-29 1860-1870
p. 201, r. 42-43 Multatuli-papieren
p. 205, r. 20-21 kwasi-fatterige
p. 215, r. 25-26 pseudo­-wetenschap
p. 220, r. 29-30 artikel-fabrikant
p. 226, r. 18-19 1913-1917
p. 234, r. 27-28 assistent-resident
p. 241, 2e kolom, r. 27-28 ex-gouverneur-generaal
p. 249, 1e kolom, r. 16-17 gouverneur-generaal
p. 252, 1e kolom, r. 19-20 quasi-domme
p. 254, 1e kolom, r. 28-29 assistent-resident
p. 257, 2e kolom, r. 34-35 gouverneur-generaal
p. 260, 1e kolom, r. 2-3 ambtenaar-met-hart-voor-de-inlander
p. 265, 1e kolom, r. 7-8 gouverneur-generaal
p. 266, 2e kolom, r. 18-19 ex-landvoogd
p. 269, 2e kolom, r. 25-26 1587-1679
p. 272, 1e kolom, r. 5-6 Multatuli-editie
p. 273, 2e kolom, r. 26-27 spel- en andere
p. 274, 1e kolom, r. 28-29 Multatuli-Genootschap
p. 278, 1e kolom, r. 31-32 negatief-­positiefprocédé
p. 282, 2e kolom, r. 28-29 Multatuli-Wespen
p. 283, 2e kolom,r. 9-10 1878-1912
p. 284, 2e kolom, r. 13-14 21-6-’85
p. 286, 1e kolom, r. 20-21 Multatuli-boeken
p. 287, 1e kolom, r. 24-25 Bruintje-Beer-verzen
p. 288, 1e kolom, r. 16-17 assistent-resident
p. 291, 1e kolom, r. 46 ex-gouverneur-generaal
p. 291, 2e kolom, r. 35-36 oud-minister
p. 299, 2e kolom, r. 8-9 gouverneur-generaal
p. 302, 1e kolom, r. 23-24 Heen-en-weergeslinger
p. 315, r. 29-30 330-340
p. 327, r. 43-44 gouverneur-generaal

Naar boven