De liefde tussen mens en kat (1985)

Inleiding

In maart 1985 verscheen De liefde tussen mens in kat in het kader van De Literaire Boekenmaand bij De Bijenkorf. Hermans had zijn kattentekst in de zomer van 1984 in klad voltooid en met hulp van Jaco Groot van Uitgeverij De Harmonie weten onder te brengen bij het warenhuis. De aanvankelijke oplage was 15.000 exemplaren, maar wegens groot succes werden in dezelfde maand driemaal 10.000 exemplaren bijgedrukt. Deze enige druk, die in korte tijd vier niet te onderscheiden drukgangen kende, vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van De liefde tussen mens en kat biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van De liefde tussen mens en kat bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De liefde tussen mens en kat samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van De liefde tussen mens en kat

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van De liefde tussen mens en kat die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de uitgave. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.


[1]Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

M1Ro

Typoscript (doorslag) van ‘Roeping’ voor De tweede ronde

(1984)

M1

Kladtyposcript (kopie) van De liefde tussen mens en kat

(1984)

T1Ro

A. Bijkaart, ‘Roeping’ in De tweede ronde

(1985)

(DJ 885)

D1Ro

Eerste druk van Roeping [1]

(1985)

(JS 385)

D1

Eerste druk van De liefde tussen mens en kat [2]

(1985)

(JS 381-384)


[1] Deze zelfstandige druk van het gedicht ‘Roeping’, die volgens het colofon ‘met de vriendelijke toestemming van de auteur Age Bijkaart, ter gelegenheid van de eerste bijeenkomst van het literair genootschap “De rode kamer” op 11 maart 1985’ werd gepubliceerd, verschilt niet van de eerdere publicatie in De tweede ronde.
[2] Janssen en Van Stek vermelden vier drukken van De liefde tussen mens en kat in: Frans A. Janssen, Sonja van Stek (red.), Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans. Bibliografie van de afzonderlijk verschenen werken. Amsterdam 2000, p. 199-200. Feitelijk ging het om vier drukgangen binnen één druk. Zie de opmerking in de Commentaar bij De liefde tussen mens en kat in Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 14. Amsterdam 2011, p. 780.


Bronbeschrijvingen van De liefde tussen mens en kat

M1Ro
Typoscript (doorslag) van ‘Roeping’ voor De tweede ronde
Omvang: [1 pagina]
17 juli 1984
Letterkundig Museum
WFH (Correspondentie) De Tweede Ronde

Bij de correspondentie met het literaire tijdschrift De tweede ronde in het archief-Hermans is een doorslag gevoegd van een bijdrage van Hermans onder de naam Age Bijkaart.[1] Het betreft een geadresseerd en met een stempel ‘17. JULI 1984’ gedateerd typoscript ‘Voor de afdeling Light Verse’, met daarop de gedichten: ‘Slank’ en ‘Roeping’. Beide gedichten verschenen onder de titel ‘Twee gedichten’ ongewijzigd in De tweede ronde.[2] Hermans nam ‘Roeping’, zonder titel en tussen aanhalingstekens, later op in De liefde tussen mens en kat.

klein_DSC0006
© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M1
Kladtyposcript (kopie) van De liefde tussen mens en kat
Omvang: [14 vellen]
Juli-september 1984
Collectie Frans A. Janssen

Een kopie van een doorslag van een kladtyposcript van De liefde tussen mens en kat is bewaard gebleven in de collectie van Frans A. Janssen.[3] De veertien vellen bevatten een vroege versie van Hermans’ tekst, waarbij alleen een aantal witregels in de richting van de uiteindelijke hoofdstukindeling van het boekje wijst.[4] Hermans schreef het ‘op antieke schrijfmachines met grote letters’[5] en bracht op de doorslagen een gering aantal handschriftelijke wijzigingen aan: hij voegde woorden toe of streepte ze door, veranderde de woordvolgorde en corrigeerde enkele typefouten.
Het typoscript, waarvan de tekst grotendeels overeenkomt met die van de eerste zeven hoofdstukken van De liefde tussen mens en kat, bestond aanvankelijk uit twaalf pagina’s. De eerste pagina bleef ongenummerd. Op een later moment voegde Hermans een eveneens ongenummerde titelpagina toe, met daarop de vermelding ‘De Mandarijnenpers – Parijs 1985’.[6] Deze pagina bevat het dan nog titelloze ‘Roeping’ en een tweede gedicht: ‘”Liefde tussen kat en mens / Die gaat waarschijnlijk door de pens. / Wel van de kat, niet van de baas, / Want hij eet liever haas.” // E. Bijkaartin’. Ook van later datum is een bij het typoscript ingevoegd vel, genummerd ‘3A’. Daarop typte Hermans de anekdote die in De liefde tussen mens en kat het einde vormt van het eerste hoofdstukje.[7] Op het ingevoegde vel liet Hermans dat volgen door een op de voorafgaande pagina doorgehaalde passage,[8] die in de De liefde tussen mens en kat opnieuw zou worden verplaatst: uiteindelijk werd dit fragment de openingsalinea van het achtste hoofdstuk, waarvan de tekst in dit kladtyposcript nog geheel ontbreekt.[9]
Het kladtyposcript van De liefde tussen mens en kat eindigt met een variant op de slotalinea van het zevende hoofdstuk: ‘Hoe zijn we zo ver van Henriëtte Ronner’s idyllen afgedwaald? Waarom geloven we niet in Puck, die “at als een menschje”? / Omdat er veel te veel gruwels in de kranten staan, maar van alle gruwels die je dagelijks in je ochtendblad ziet, Garfield toch nog de minst vreeswekkende is.’[10] Op de laatste pagina noteerde Hermans vertalingen van enkele citaten en de datering: ‘Parijs, juli-sept. ’84’.[11]

klein_DSC0007

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


[1] Een kopie van ditzelfde typoscript bevindt zich in de collectie van Frans A. Janssen.
[2] Age Bijkaart [= Willem Frederik Hermans], ‘Twee gedichten’. In: De tweede ronde, 5 (1984/1985), afl. 4, p. 86.
[3] Frans Janssen ontving de doorslagen eind september 1984 van Hermans en stuurde ze, nadat hij ze met Hermans’ toestemming had gekopieerd, begin oktober terug, samen met doorslagen van Hermans’ novelle De zegelring (1984) (Hermans aan Frans Janssen, 6 oktober 1984, doorslag in archief-Hermans).
[4] Hermans had het essay aanvankelijk bedoeld voor NRC Handelsblad. Zie hiervoor ook de Commentaar bij De liefde tussen mens en kat in Willem Frederik Hermans, Volledige werken, deel 14. Amsterdam 2011, p. 777.
[5] Hermans aan Jaco Groot, 16 september 1984, doorslag in archief-Hermans.
[6] In een brief van 20 september 1984 had Jaco Groot geopperd om De liefde tussen mens en kat als ‘Mandarijnenpersgeschenkje’ rond te zenden. Uiteindelijk ging dit plan niet door. Zie hiervoor ook de Commentaar bij De liefde tussen mens en kat in de editie, p. 777.
[7] Het fragment ‘Aan een geheime opdracht zou ook het volgende historische voorval kunnen doen geloven. […]’, in de editie op p. 17.
[8] Het betreft de passage ‘Volgens Isidorus van Sevilla (570-636) […] laatste adem hadden uitgeblazen, aan een Germaanse’, in de editie op p. 36.
[9] Ook het slothoofdstukje van De liefde tussen mens en kat en een bij het boekje als motto opgenomen citaat van Multatuli komen nog niet op het kladtyposcript voor.
[10] In de boekuitgave stond uiteindelijk: ‘Hoe zijn we zo ver van Henriëtte Ronner’s idyllen afgedwaald? Waarom geloven we niet in Puck, die “at als een menschje”? Omdat Garfield eet en denkt als een beest en dit meer overeenkomt met de manier waarop de moderne welvaartsmens eet en denkt.’ (p. 34-35 in de editie).
[11] De uiteindelijk in de boekuitgave vermelde datering was ‘Parijs, december 1984’ (editie, p. 41).


De tekstbezorging van De liefde tussen mens en kat

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van De liefde tussen mens en kat samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van De liefde tussen mens en kat in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (eerste druk, 1985 (D1)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 14, r. 4 par nécessité, pour par nécescité, pour M2
p. 27, r. 6 naar de laatste naar de laatse M2
p. 38, r. 8 ogen (min of meer ogen(min of meer

Witregels

Op de volgende pagina in de uitgave van De liefde tussen mens en kat valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 32


Koppeltekens

In de uitgave van De liefde tussen mens en kat moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 26, r. 17-18 Goethe-Dante-Vondelen
p. 28, r. 23-24 mauw-mauw-mauw


Naar boven