Inleiding

Hermans’ Boze Brieven van Bijkaart verscheen in oktober 1977 bij De Bezige Bij. De kloeke bundel bestond uit beschouwingen die Hermans, onder pseudoniem van Age Bijkaart, sinds eind december 1973 schreef voor het Amsterdamse dagblad Het Parool. Aanvankelijk schreef Hermans een tweewekelijkse column voor deze krant, vanaf april 1975 verscheen er elke week een bijdrage van Age Bijkaart. Boze Brieven van Bijkaart bevat nagenoeg alle columns die Hermans tot het einde van november 1976 in Het Parool publiceerde. Latere Bijkaart-stukken nam Hermans op in andere bundels met beschouwend werk, zoals Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979), Ik draag geen helm met vederbos (1979) en Door gevaarlijke gekken omringd (1988). Na publicatie van de eerste druk verschenen van Boze Brieven van Bijkaart nog twee licht gewijzigde herdrukken. De tweede druk kwam al kort na de eerste druk uit, in december 1977. In april 1978 volgde een derde druk, die het uitgangspunt vormt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van Boze Brieven van Bijkaart biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Boze Brieven van Bijkaart bestaat uit vier onderdelen. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. Daarna volgt een overzicht van typografische aanpassingen die specifiek gelden voor Boze Brieven van Bijkaart. De twee andere onderdelen betreffen overzichten van witregels die in de editie van Boze Brieven van Bijkaart samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Boze brieven van Bijkaart

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Boze Brieven van Bijkaart die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de bundel. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet-openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, paginering, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een representatieve afbeelding toegevoegd.

[1]Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans

M1 Typoscript van ‘Afgepeigerde hoogleraar’ (brief aan Prof. Dr. H.J. Keuning) (1969)
M2 Typoscript van ‘Afgepeigerde hoogleraar’ (brief aan Prof. Dr. R. Tamsma) (1969)
T1-112 Bijdragen ‘Van Age Bijkaart, uit Parijs’ aan Het Parool (1973-1976) (DJ 425-561)
T[1-112]m1 Knipsels met correcties bij ‘Van Age Bijkaart, uit Parijs’ (1973-1976)
T113 ‘De taal van de elite’ in Weekblad voor leraren bij het voorbereidend wetenschappelijk en algemeen voortgezet onderwijs (1974)
P1 Drukproef voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
P2 Dummy voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
P3 Drukproef voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
P4 Drukproef voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
P5 Drukproef voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
P6 Drukproef (revisie) voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
D1 Eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977) (JS 346)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977)
D2 Tweede druk van Boze Brieven van Bijkaart (1977) (JS 347)
D2m2 Correctie-exemplaar van de tweede druk van Boze Brieven van Bijkaart (1978)
D3 Derde druk van Boze Brieven van Bijkaart (1978) (JS 348)
D3m3 Correctie-exemplaar van de derde druk van Boze Brieven van Bijkaart
T114 ‘Zijn “schrijfcafé”’ in De geneugten van de roem (1985)

Bronbeschrijvingen van Boze Brieven van Bijkaart

M1 en M2
Typoscripten (fragmenten) van ‘Afgepeigerde hoogleraar’: brieven (kopieën van doorslagen) aan Prof. Dr. H.J. Keuning resp. Prof. Dr. R. Tamsma
Omvang: [ [1-6] resp. [1] ]
22 oktober resp. 5 november 1969
Letterkundig Museum
WFH (Dossier) Kamervragen

In het Dossier ‘Kamervragen’ in het archief-Hermans bevindt zich een twaalf pagina’s lange brief van Hermans aan het Dagelijks Bestuur der Rijksuniversiteit te Groningen met als onderwerp ‘Vragen van de Minister inzake Dr. Hermans’. Deze brief van 15 januari 1972 bevat vijftien bijlagen, waaronder kopieën van doorslagen van de in Boze Brieven van Bijkaart opgenomen brieven van Hermans van 22 oktober 1969 aan Prof. Dr. H.J. Keuning (Bijlage IV) en van 5 november 1969 aan Prof. Dr. R. Tamsma (Bijlage VI).

klein_DSC0021.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T[1-112]m1
Knipsels met correcties bij ‘Van Age Bijkaart, uit Parijs’
Omvang: [ 80 en 64 bladen ]
1973-1976
Letterkundig Museum
WFH (Knipsels) Het Parool /nrs. 1-60 en 61-120
[1]

Hermans bewaarde zijn Bijkaart-columns in een speciale map waarin hij alle bijdragen had uitgeknipt en opgeplakt, aanvankelijk steeds op ruitjespapier, met stickertjes genummerd en gedateerd met typemachineletter of datumstempel. Op deze knipsels bracht hij, vooral in het eerste deel van de bijdragen, ook correcties aan, in verschillende kleuren inkt en potlood. Het gaat meestal om de verbetering van zetfouten en om kleine stilistische varianten (woord- en interpunctievarianten, herzieningen in woordvolgorde, kleine aanvullingen). Af en toe voegde Hermans ook zinnetjes toe aan de krantenbijdragen.
Een deel van de bij deze knipsels aangebrachte herzieningen zou Hermans, vaak weer met nieuwe wijzigingen, verwerken in de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart. Voorbeelden daarvan zijn het toelichtende zinnetje ‘(De vader van de dichter Léon-Paul Fargue.)’ in ‘Brieven van algemeen belang’, de toevoeging van de kop ‘Hollands Heilige Woordenboek’ bij de titelloze Bijkaart-column van 18 mei 1974 en de zin ‘Julien Benda heette tienmaal groter dan Huizinga en Stendhal schreef twintigmaal beter dan Ina Boudier-Bakker.’, nog zonder het laatste zinnetje van de boekuitgave (‘Dat soort gelul.’), in ‘Apenliefde van een doofstomme aap’.
Lang niet alle wijzigingen kwamen in het Bijkaart-boek terecht. De knipsels hebben dan ook niet als kopij voor de bundel gediend, maar vertegenwoordigen een tussenfase. Misschien heeft Hermans de knipsels wel bij de hand gehad bij de vervaardiging van de kopij, waarvoor hij waarschijnlijk doorslagen van de oorspronkelijke typoscripten heeft gebruikt. Ook daarop had hij in de loop van de tijd al wijzigingen aangebracht.[2]
Tussen de Parool-knipsels in het archief-Hermans bevindt zich ook een opzet voor een bij de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart toe te voegen ‘Aantekening bij O O als men alles eens wist’. Dit met ‘96a’ genummerde kladtyposcript, waarvan de titel is doorgehaald, verwijst niet naar de nummering van de uitgeknipte Bijkaart-stukken en behoorde waarschijnlijk tot de kopij. Hermans nam het in deze aantekening op voor de ook in zijn eigen bijdrage fel bekritiseerde Julius Pée, maar besloot uiteindelijk toch om de aantekening niet in het boek op te nemen.[3]

klein_DSC0024.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T113
Herziene versie van ‘De taal van de elite’, in:
Weekblad voor leraren bij het voorbereidend wetenschappelijk en algemeen voortgezet onderwijs, 7 (1974), afl. 4.
Omvang: 2 pagina’s

September 1974

Ruim een week na plaatsing van ‘De taal van de elite’, ‘Apenliefde van een doofstomme aap’ en ‘Gelijke kansen’ in Het Parool van 15 juni 1974 ontving Hermans een verzoek van de redactie van het Weekblad van het Nederlands Genootschap van Leraren om deze Bijkaart-column te mogen publiceren. Hermans stemde in met de herdruk, maar gaf daarbij wel enkele correcties en wijzigingen door. Bij drie Franse woorden moesten bij de Bijkaart-publicatie veronachtzaamde accenten alsnog worden toegevoegd. Bovendien stelde Hermans een alternatieve formulering voor van de laatste zin:
‘Voorts dient de laatste regel als volgt te worden gelezen:
Dan de kans dat iedereen niets leert.’[4]
In de herdruk in het Weekblad zouden de Franse accenten wel worden toegevoegd en werden er enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd, maar de laatste zin werd ongewijzigd overgenomen uit Het Parool.

[Terug naar overlevering]


P1
Drukproef (of proefdruk) voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: [ [1]-16 ]

December/januari 1977
Letterkundig Museum
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Het archief van De Bezige Bij bevat een fragment van een vroege drukproef voor Boze Brieven van Bijkaart. Deze proef, die was gezet uit een andere letter, bevat het voorwerk, de inhoudsopgave en de eerste vier Bijkaart-stukken (‘Voorwoord van wfh’ tot en met ‘Op de dag van de staking’), inclusief illustraties. De ongedateerde proef, die waarschijnlijk kort voor de totstandkoming van de dummy (P2, zie hieronder) werd vervaardigd, bevat geen aantekeningen.

klein_DSC0001.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P2
Dummy voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: [ 1-16 [tekstpagina’s] ]
Januari 1977
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Boze Brieven van Bijkaart [1]

In het archief-Hermans bevindt zich een ‘afgekeurde dummy’[5] met een omslag en een lettertype (Univers) die afwijken van de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart. De dummy bevat het voorwerk, de inhoudsopgave en de eerste vier Bijkaart-stukken (‘Voorwoord van wfh’ tot en met ‘Op de dag van de staking’). Uitgeverij De Bezige Bij stuurde Hermans deze dummy op 10 januari 1977. Het omslag kwam in de plaats van een eerder ontwerp, waarbij gebruik gemaakt werd van een afbeelding van een Hundertwasser-typemachine.[6] Hermans was over het nieuwe omslag niet helemaal tevreden:
‘De dummy van de Boze Brieven is wel aardig, maar het houdt niet over. Dat de reproductie van de Hundertwasserschrijfmachine auteursrechtelijke problemen zou kunnen opleveren begrijp ik wel.
Het tarief voor een normale brief is hier nog 1 Franc, en niet 1,20 zoals op de dummy, maar tegen dat het boek in de winkel ligt, is het misschien wel meer dan 1,20, je weet het nooit.
Een ernstiger bezwaar vind ik, dat je zou kunnen denken dat de Franse posterijen niet de gewoonte hebben postzegels af te stempelen. Dat is helaas niet zo.’[7]

klein_DSC0010.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P3
Proefdruk voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: [ 20 en 15 ]
Maart 1977
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Boze Brieven van Bijkaart [1]

De in het archief-Hermans bewaarde dummy (P2) bevat twee op één kartonnetje geplakte proefpagina’s voor de Boze Brieven, die Hermans conform een eerder gemaakte afspraak eind maart van De Bezige Bij ontving.[8] Het nieuw gekozen lettertype is dat van de latere boekuitgave. Op de eerste proefpagina is het begin van ‘Iedereen evenveel kaviaar?’ afgedrukt, de op de rechterpagina geplakte tekst is een fragment van ‘Gelijkheid’.

_DSC0042_klein.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P4
Proefdruk voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: 1-19
Juni 1977
Letterkundig Museum
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Een (niet bewaard gebleven) drukproef voor Boze Brieven van Bijkaart die Hermans begin april 1977 van De Bezige Bij ontving leidde tot een woedende brief van ‘A. Bijkaart’ aan zijn uitgever. Die probeerde de auteur per kerende post gerust te stellen maar stuurde Bijkaarts boze brief wel door naar de drukker die de proef had verzorgd.[9] Meer dan een maand later stuurde De Bezige Bij Hermans enkele nieuwe, voor het boekformaat uitgeknipte en ingeplakte proefpagina’s:
‘De drukker, geconfronteerd met uw terechte opmerkingen over de idiote spatiëring, heeft onverwijld zijn zetcomputer zodanig geprogrammeerd dat het beeld nu volwaardig zetsel is.
Dit kunt u aan de hand van bijgaande nieuwe proef zelf constateren. Het is maar een gedeelte, de bedoeling is dan ook alleen maar dat de spatiëringswijz[e] wordt bekeken en goedgekeurd en dat u dan alles aan ons terug stuurt.’[10]
Hermans’ onvrede met het nieuwe resultaat blijkt overduidelijk uit alle correcties die hij op deze nieuwe in handschrift genummerde proefpagina’s zonder illustraties aanbracht. In rode, groene en zwarte inkt markeerde hij talloze plaatsen met een ontoereikende spatiëring. Bovendien voorzag hij de tekstmarges van opmerkingen als ‘ruimer’, ‘deze bladzijde en de volgende zijn geheel conform aan de al afgekeurde proeven’, ‘enzovoorts’ en ‘moet je kijken! Dat heet ruimer gezet!’.

klein_DSC0007.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P5
Proefdruk voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: [ [twee ongenummerde pagina’s] ]
Juni 1977
Letterkundig Museum
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Hermans’ brief van 8 juni werd op 10 juni beantwoord door Geert Lubberhuizen. Hij constateerde dat de woordspatiëring ten opzichte van de eerdere proef wel beter was, maar nog onvoldoende, en beloofde nog enkele proeven met extra woordspatiëring te laten doen. Ook de keuze voor nog weer een andere letter werd op dat moment nog overwogen.[11] Twee in het Bezige Bij-archief bewaard gebleven proefpagina’s op zetmachinepapier zijn mogelijk voorbeelden van die nieuwe testen met woordspatiëring. Het gaat om een fragment van het ‘Voorwoord’ en de complete bijdrage ‘Wie is Age Bijkaart?’, waarvan de opmaak ten opzichte van de voorafgaande proefdruk (P4) iets is verbeterd.

_DSC0044_klein.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


P6
Drukproef (revisie) voor de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: [ 1-408 ]
Augustus/september 1977
Letterkundig Museum
Archief Uitgeverij De Bezige Bij

Het productieproces van Boze Brieven van Bijkaart zou moeizaam blijven verlopen. Hermans informeerde herhaaldelijk waar de drukproeven toch bleven; op maandag 18 juli 1977 schreef hij dat hij ze nog steeds niet had ontvangen. Waarschijnlijk waren de proeven toen al wel onderweg, want op donderdag 21 juli stuurde Hermans de gecorrigeerde proeven alweer terug naar De Bezige Bij. Tevreden was Hermans nog niet: hij wees in een tegelijk met de proeven verstuurde brief op problemen met onder andere de grootte van afbeeldingen, de spatiëring bij voorletters voor eigennamen en het gebruik van witregels.[12]
In het Bezige Bij-archief bevindt zich een latere, complete drukproef. De tekortkomingen waar Hermans in zijn brief van 21 juli op had gewezen zijn hier voor het grootste deel weggewerkt. Enkele aantekeningen van een redacteur en/of drukker op de eerste pagina’s van deze proef maken duidelijk dat het hier om de definitieve proef gaat, die in de eerste helft van september naar de drukker werd gestuurd. De proef bevat redacteurscorrecties en een honderdtal correcties door Hermans. De redacteur lette in dit stadium nog eens op de spatiëring van de tekst en zorgde voor de paginering bij het register, waarbij onduidelijkheden met een vraagteken werden aangegeven.
Hermans reageerde bij zijn correcties (in rode en blauwe inkt) op de voorstellen van de redacteur. Zo overwoog hij een (later weer doorgehaalde) aparte registeringang ‘Vorrik, 49 zie Vorrink’ voor de woordgrap over Irene Vorrink in ‘Chocoladehagelslag’. In deze laatste correctieronde werkte hij ook nog herhaaldelijk een teveel of tekort aan regels op een pagina weg, door woorden te schrappen of door alineaovergangen of witregels toe te voegen of te laten vervallen. Hij verbeterde bovendien zetfouten, wees op enkele passages die nog steeds te nauw waren gezet en lette op andere druktechnische en typografische slordigheden. Hermans bracht daarnaast af en toe veranderingen aan in de interpunctie en in de alinea-indeling. Inhoudelijke wijzigingen waren er ook. Meestal gaat het om wijzigingen op woordniveau, meest kleine stilistische veranderingen of woordgrapjes (‘tullefiessie’ wordt ‘lullefiessie’ en verderop in de proef ‘prullefiessie’). Zo nu en dan is er sprake van een wat grotere wijziging, waarbij Hermans zich bewust was van de problemen die dat voor de zetter zou opleveren: ‘Deze pagina zal nu 1 regel te lang worden, maar dat moet maar’.

klein_DSC0003.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: 408 pagina’s
Oktober/november 1977

Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Boze Brieven van Bijkaart [2]

In een exemplaar van de eerste druk van Boze Brieven van Bijkaart, dat ook een briefje bevat van De Bezige Bij met het verzoek om correcties voor de tweede druk aan te brengen, bracht Hermans een paar kleine veranderingen aan. Hij verbeterde enkele zetfouten, bracht een wijziging aan in de interpunctie en schrapte het woord ‘eigen’ in de zin ‘Minibrein geloofde zijn eigen oren niet.’ In het register corrigeerde hij ‘Willem (van Malsen)’ naar ‘Willem (Bernard Holtrop)’. Alle correcties werden verwerkt in de tweede druk van Boze Brieven van Bijkaart, die in december 1977 verscheen.

klein_DSC0015.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D2m2
Correctie-exemplaar van de tweede druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: 408 pagina’s
Januari 1978

Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Boze Brieven van Bijkaart[3]

Een correctie-exemplaar van de tweede druk van Boze Brieven van Bijkaart, op de versozijde van het omslag door Hermans gedateerd op 19 december 1977, heeft drie correcties, die in de derde druk werden verwerkt. De Bezige Bij had Hermans medio januari een exemplaar van de tweede druk gezonden om correcties in aan te brengen, dat Hermans enkele dagen later weer terugstuurde.[13] In ‘Het volledige geheugen’ herschreef Hermans de openingszin ‘Baudelaire vergelijkt in Le Spleen de Paris het geheugen met een palimpsest, […]’ naar ‘Baudelaire viel De Quincey bij, die het geheugen vergeleek met een palimpsest, […]’. De tweede wijziging, in ‘Op de vleugelen van de regenboog’, is de vervanging van het woordje ‘bekleedde’ door ‘uitoefende’. Thomas De Quincey werd aan het register toegevoegd.

klein_DSC0016.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D3m3
Correctie-exemplaar van de derde druk van Boze Brieven van Bijkaart
Omvang: 408 pagina’s

Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Boze Brieven van Bijkaart [4]

In het archief-Hermans is een correctie-exemplaar van de derde druk bewaard, waarin Hermans wijzigingen noteerde voor een nooit verschenen vierde druk van Boze Brieven van Bijkaart. De correcties zijn aangebracht in verschillende soorten blauwe inkt, in groene en zwarte inkt en met potlood. De Franse titelpagina van dit exemplaar verwijst naar vijftien correcties, waarvan er enkele, ook in de tekst zelf, weer zijn doorgehaald. Daarnaast zijn er op vijf plaatsen in het boek correcties die Hermans nog niet in het overzicht op de Franse titelpagina had vermeld. Hoogstwaarschijnlijk bracht hij de correcties verspreid over een langere periode aan.
Hermans verbeterde enkele fouten in de datering, voerde wijzigingen door in incorrect weergeven citaten uit Nescio’s De uitvreter en plaatste het tot dan toe op een verkeerde plek afgedrukte ‘Peter Lorre aan de macht’ in de juiste chronologische volgorde. Enkele andere, vooral stilistische herzieningen zijn terug te voeren op enkele ingezonden brieven in NRC Handelsblad van 13 oktober 1978, die waren verschenen naar aanleiding van Hermans’ recensie op Een mooie tijd om later te worden van C. Buddingh’.[14] Kopieën van de kopij van enkele van deze ingezonden brieven bewaarde Hermans in dit correctie-exemplaar. Daarin bevindt zich ook een concept antwoord van Hermans’ naschrift (of antwoordbrief aan Braaksma). Ten slotte bevat dit correctie-exemplaar nog een paar andere documenten, waaronder een knipsel uit Vrij Nederland van 1 september 1984 over het Van Dale-woordenboek.

Overzicht van inhoudelijke en stilistische correcties in D3m3

klein_DSC0019.JPG

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T114
Herziene versie van ‘Zijn “schrijfcafé”’. In:
Tilly Hermans, Wouter Donath Tieges (red.), De geneugten van de roem.
Amsterdam, 1985
Omvang: 3 pagina’s

In januari 1985 stuurde Hermans een brief naar De Bezige Bij waarin hij instemde met de opname van ‘Zijn “schrijfcafé”’ in een bij uitgeverij Meulenhoff te verschijnen bloemlezing. Hermans wees erop dat de derde druk van Boze Brieven van Bijkaart als uitgangspunt voor de bloemlezing moest dienen en gaf bovendien enkele correcties door, die hij ook had aangebracht in zijn eigen correctie-exemplaar (D3m3) van die derde druk:
‘p. 282: regel 10 v.b. Nou, dat had ze natuurlijk niet. // WORDT: Nou, dat had ze niet, natuurlijk. // Zelfde blz. op 5 na laatste regel: “drukken met zes werkwoorden” / WORDT “Om het eens uit te drukken met vijf werkwoorden”…’[15]
De correcties werden verwerkt in de bloemlezing.
[Terug naar overlevering]


[1] De bijdragen ‘De Bronnen van de Waarheid’ (nummer 98, DJ 536), ‘Bijkaarts kille kijk op Multatuli’ (de nummers 102, 103 en 104, DJ 541) en ‘Bijkaarts kille kijk op Multatuli en Duymaer van Twist’ (de nummers 105 en 106, DJ 542) werden niet opgenomen in Boze Brieven van Bijkaart.
[2] Op 10 juni 1976 schreef Hermans aan Frans Janssen: ‘Van tijd tot tijd herlees ik de doorslagen van Bijkaart’s brieven en breng ik er verbeteringen in aan, als me iets te binnen schiet’ . Doorslag in archief-Hermans.
[3] Onderaan het typoscript noteerde Hermans: ‘besloten weg te laten okt ’76’.
[4] H. van Balkum aan Hermans, 24 juni 1974; Hermans aan H. van Balkum, 25 juni 1974. Origineel resp. doorslag in archief-Hermans.
[5] Stickertje met handschrift van Hermans op de rug van dit exemplaar.
[6] Het hier bij de dummy P2 (archief-Hermans) afgebeelde ontwerp van het Hundertwasser-omslag is afkomstig uit het Archief Uitgeverij De Bezige Bij (Bruikleen Letterkundig Museum en Documentatiecentrum).
[7] Hermans aan Geert Lubberhuizen (De Bezige Bij), 12 januari 1977, in antwoord op een brief van Lubberhuizen aan Hermans, 10 januari 1977. Doorslag resp. origineel in archief-Hermans. De geciteerde opmerking van Hermans heeft er waarschijnlijk toe geleid dat er een derde omslag voor de Boze Brieven werd ontworpen. Dat nieuwe ontwerp komt in de correspondentie in de maanden daarna enkele keren ter sprake, bijvoorbeeld in een brief van Dolf Hamming (De Bezige Bij) aan Hermans van 25 maart 1977 en in een brief van Hermans aan Hamming, 7 april 1977. Origineel resp. doorslag in archief-Hermans. Het archief van De Bezige Bij bevat twee ontwerpen van dat omslag, het eerste gedateerd op 1 mei, het tweede (met stempel ‘Laatste proef’) met datum 23 juni 1977.
[8] ‘Zoals we afgesproken hadden zend ik je bijgesloten een geplakte proefpagina met een veranderde typografie, letter en interlinie zoals die nu geworden is voor het bijkaart boek. [/] Zou je mij zo spoedig mogelijk willen laten weten of we zo door kunnen gaan?, het lijkt me dat zo al je wensen vervuld zijn.’ Dolf Hamming (De Bezige Bij) aan Hermans, 25 maart 1977. Origineel in archief-Hermans.
[9] De Bijkaart-brief van 12 april aan de ‘Directie De Bezige Bij’ wordt uitgebreid geciteerd in de Commentaar bij Boze Brieven van Bijkaart in Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 12. Amsterdam 2006, p. 854. De Bezige Bij antwoordde op 14 april onder meer: ‘Op zo’n proef is niets af te leiden hoe uiteindelijk het boek eruit gaat zien, en dient uitsluitend om de tekst die ingevoerd is in de fotografische zetmachine te controleren. [/] U kunt ervan overtuigd zijn dat het uiteindelijke boekwerk eruit zal zien geheel conform de proefpagina die wij U enige tijd geleden hebben gezonden, trouwens de naam van onze uitgeverij staat daar borg voor.’ Doorslag in archief-Hermans.
[10] De Bezige Bij aan Hermans, 6 juni 1977. In antwoord daarop schreef Hermans onder andere: ‘De Bezige Bij stuurde me een zogenaamd nieuwe, opnieuw gezette proef van Boze Brieven van Bijkaart. [/] Als je deze zogenaamd nieuwe proef op de oude legt en tegen het licht houdt, zie je dat het precies hetzelfde zetsel is, alleen was de oude proef een fotocopie en is de nieuwe (misschien) echt gedrukt en opgeplakt.’ Hermans aan De Bezige Bij, 8 juni 1977. Origineel resp. doorslag in archief-Hermans.
[11] Geert Lubberhuizen aan Hermans, 10 juni 1977. Helemaal gerustgesteld was Hermans niet. In een antwoordbrief van 15 juni aan zijn uitgever schreef hij onder meer: ‘Een slechte presentatie van zijn tekst zal hij [de auteur, red.] met alle middelen pogen te voorkomen en als zijn pogingen geen succes hebben, zal dit in hem de gedachte doen rijzen zijn volgende werk bij een andere uitgever onder te brengen.’ Origineel resp. doorslag in archief-Hermans.
[12] Doorslagen in archief-Hermans van brieven van Hermans aan De Bezige Bij, 18 en 21 juli 1977.
[13] Uitgeverij De Bezige Bij aan Hermans, 17 januari 1978, en Hermans aan De Bezige Bij, 19 januari 1978. Origineel resp. doorslag in archief-Hermans.
[14] Willem Frederik Hermans, ‘Bijzonder aardig; prima, prima’, in: NRC Handelsblad, 29 september 1978 (DJ 694). Hermans’ recensie werd herdrukt in Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979). Zie voor meer informatie over de vier ingezonden brieven de Commentaar en de annotaties bij Houten leeuwen en leeuwen van goud in de editie, respectievelijk p. 867-868 en p. 955-956. In een ‘Naschrift’ bij de ingezonden brieven reageerde Hermans weer op enkele van de brievenschrijvers: ‘De heer Braaksma vindt mijn kritiek op Buddingh’ zo wel gefundeerd, dat hij van blijdschap kwaad geworden is op A. Bijkaart. Ik onttrek mij niet aan mijn verantwoordelijkheid wat deze laatste auteur betreft en van de door de heer Braaksma in Bijkaarts Boze Brieven aan de kaak gestelde fouten, (dank u wel, meneer Braaksma) heb er ogenblikkelijk vier verbeterd. De rest lijkt mij nogal ver gezocht.’
[15] Hermans aan De Bezige Bij, 10 januari 1985. Doorslag in archief-Hermans.


Correcties in auteursexemplaar derde druk Boze Brieven van Bijkaart

De hieronder gepresenteerde lijst geeft een overzicht van stilistische en inhoudelijke herzieningen in het correctie-exemplaar van de derde druk van Boze Brieven van Bijkaart (D3m3). Vanwege de niet-definitieve status van dit materiaal zijn deze herzieningen niet in de editie overgenomen. Correcties van evidente zetfouten, met inbegrip van verbeteringen die Hermans aanbracht in citaten, zijn wel verwerkt in de editie. Zie daarvoor de lijst met editeursingrepen.
Na het paginacijfer en het regelnummer van de tekst van de editie volgt eerst de daarbij horende tekst, gevolgd door de herziene tekst volgens het correctie-exemplaar.

p. 29, r. 1 Hij denkt bij zichzelf Hij zegt bij zichzelf
p. 41, r. 1-5 Een strop voor de boeren die de truffels verzamelen en voor de kroegbazen van de cafés waar de truffelverzamelaars van tijd tot tijd een borreltje gaan drinken. En een strop voor de fiscus die minder belasting vangt. Voor de boeren die de truffels verzamelen is het ook een strop en de cafés waar de truffelverzamelaars van tijd tot tijd een borreltje gaan drinken kunnen sluiten. En dan denken we nog niet eens [aan] de fiscus, die minder belasting vangt.
p. 44, r. 30-31 op prijs en doet ons ten onrechte vergeten op prijs. Ten onrechte doet zij ons vergeten
p. 85, r. 24 karakter te vormen. karakter moest vormen.
p. 85, r. 28-29 en het krijgen van en aan het krijgen van
p. 135, r. 23-24 daartoe de moed en zeker niet genoeg geld. daartoe genoeg moed en genoeg geld.
p. 295, r. 8-9 telt tot tien voor telt tot tien eer
p. 295, r. 12 niet tot tien tellen kan, niet tot tien kan tellen,
p. 315, r. 10 is dat niet werkelijk is dit niet werkelijk
p. 333, r. 15-16 verkeerde kant opblazen. verkeerde kant op blazen.
p. 347-348, r. 35-1 die van nature de schijn die van de natuur de schijn
p. 366, r. 6 voeten opzwellen immers voeten opzwellen, immers
p. 401, r. 19-20 bij zichzelf gaat denken bij zichzelf gaat zeggen
p. 418, r. 14-17 dingen die hij nooit bezeten heeft en nooit is geweest. Hij was, geloof ik, geen schrijver die beroemd wou worden met wat hij nooit had gedaan, of zich adellijke ‘particules’ aanmeten waar hij geen recht op had. dingen die hij nooit bezeten heeft. Hij was, geloof ik, geen schrijver die beroemd wou worden met wat hij nooit had gedaan, of die zich adellijke ‘particules’ wilde aanmeten waar hij geen recht op had.
p. 445, r. 3-4 waar je zoveel van tevoren over hebt gelezen, of op school hebt moeten leren; in de jeugd, die waar ik zoveel van tevoren over heb gelezen, of op school heb moeten leren; in mijn jeugd, die

De tekstbezorging van Boze brieven van Bijkaart

De tekstbezorging bestaat uit vier onderdelen. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. Daarna volgt een overzicht van typografische aanpassingen die specifiek gelden voor Boze Brieven van Bijkaart. De twee andere onderdelen betreffen overzichten van witregels die in de editie samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van Boze Brieven van Bijkaart in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (D3) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 9, r. 19 Peter Lorre aan de macht Claire Bretécher D3m3
p. 9, r. 20 Claire Bretécher Peter Lorre aan de macht D3m3
p. 89, r. 26 (geen erkende spelling)’. (geen erkende spelling)’ T14 (DJ 438)
p. 90, r. 2 niet naar ‘statie’. niet naar statie.
p. 114, r. 27 hij met Stern? hij met Stern! T19 (DJ 443)
p. 130, r. 23 niet oneerlijk? niet oneerlijk. T22 (DJ 446)
p. 134, r. 11 druk, ouwe jongen,’ druk, oude jongen,’ D3m3
p. 134, r. 26 druk, ouwe jongen.’ druk, oude jongen.’ D3m3
p. 134, r. 27 ‘ouwe jongen’ ‘oude jongen’ D3m3
p. 135, r. 29 ‘maar al te goed –’. ‘maar al te goed –’
p. 140, r. 6 ‘Theorievorming’! ‘Theorievorming!’
p. 142, r. 32 spreek uit: ‘gzérèsz’. spreek uit: gzérèsz’.
p. 164, r. 21 egoïstische bangeriken egoïstische bangerikken T30 (DJ 455)
p. 184, r.1-2 die moeten worden die moet worden T33 (DJ 458)
p. 190, r. 30 Prof. Bernard Delfgaauw Prof. Bernard Delfgauw T35 (DJ 461)
p. 205, r. 8 paars te eindigen.’ paars te eindigen.
p. 212, r. 10 7-6-’75 17-6-’75 D3m3
p. 218, r. 12 21-6-’75 [datering ontbreekt] D3m3
p. 231, r. 10 van het artikel. van het artikel T49 (DJ 476)
p. 243, r. 20 Dreck am Knie!”’ Dreck am Knie!’
p. 324, r. 27 had ze niet, natuurlijk. had ze natuurlijk niet. T114
p. 325, r. 3-4 met vijf werkwoorden met zes werkwoorden T114
p. 352, r. 22-23 Hij was een pionier Het was een pionier T84 (DJ 520)
p. 360, r. 9 Het Parool (24-3-’76). Het Parool (24-3-76).
p. 363, r. 35 (handtekening onleesbaar)’ (handtekening onleesbaar)
p. 370, r. 7 onderzoek’ te doen…). onderzoek’ te doen…)
p. 378, r. 25 het niet zeggen.’ het niet zeggen.
p. 387, r. 8 “Muséum” in “Musée”.’ ‘Muséum’ in ‘Musée’.
p. 387, r. 22-p. 393, r. 31 [Volgorde:]‘Peter Lorre aan de macht’ voor ‘Claire Bretécher’ [Volgorde:]‘Peter Lorre aan de macht’ na ‘Claire Bretécher’ D3m3
p. 394, r. 1 [datering vervalt] 19-6-‘76 D3m3
p. 417, r. 21 (de getrouwde) Malraux de (getrouwde) Malraux
p. 454, r. 36 de Tand des Tijds de Tands des Tijds T112 (DJ 561)
p. 457, r. 12 Belcampo Belcampo,
p. 459, r. 5 Delfgaauw, Prof. Dr. Bernhard Delfgauw, Prof. Dr. Bernhard T35 (DJ 461)
p. 460, r. 35 Hegel Hegel,
p. 460, r. 1 Heine Heine,

Typografische aanpassingen

De typografische vormgeving van de basistekst is op de volgende onderdelen aangepast:
a. In Boze Brieven van Bijkaart gebruikte Hermans in de regel geen cursiveringen bij titels van dagbladen en periodieken. Filmtitels werden meestal cursief gezet. De editie volgt dit typografisch patroon, wat incidenteel leidt tot aanpassingen. Overigens maakte Hermans, bijvoorbeeld voor de weergave van titels van periodieken en gedichten, regelmatig gebruik van hoofdletters. Dit werd in alle gevallen gehandhaafd; in de editie is afgezien van het verbeteren van inconsequenties in het hoofdlettergebruik.
b. Voor het aangeven van weglatingen in citaten gebruikte Hermans in Boze Brieven van Bijkaart zowel ronde haakjes als teksthaakjes, beide in combinatie met het beletselteken. Beide vormen blijven in de editietekst gehandhaafd. Een uitzondering is gemaakt voor die tekstplaatsen waar een beletselteken tussen de haakjes ontbreekt, zoals in de zin ‘Meneer kwam binnen. () Hij groette me en zei uiterst beleefd:’ (D3, p. 94). Om onduidelijkheid te voorkomen is in de editie in dergelijke gevallen een beletselteken tussen de haken toegevoegd.


Witregels

Op de volgende pagina ’s in de uitgave van Boze Brieven van Bijkaart valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:
p. 15
p. 67
p. 77
p. 209
p. 212
p. 225
p. 229
p. 241
p. 249
p. 267
p. 275
p. 286
p. 288
p. 310
p. 313
p. 354
p. 363
p. 377
p. 399


Koppeltekens

In de uitgave van Boze Brieven van Bijkaart moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 29, r. 7-8 Frits-hoe-heet-ie-ook-alweer
p. 48, r. 20-21 West-Europa
p. 53, r. 30-31 niet-wetenschappelijke
p. 58, r. 4-5 niet-kunnen
p. 86, r. 2-3 Nederlands-Frans
p. 88, r. 13-14 Mavo-eindexamen
p. 91, r. 32-33 Van Schendel-citaat
p. 95, r. 14-15 namaak-Renaissancestijl
p. 102, r. 22-23 secretaris-generaal
p. 157, r. 4-5 romantisch-­heroïsche
p. 172, r. 6-7 Gods-water-over-Gods-akker-laten-lopen-maatschappij
p. 196, r. 26-27 Oost-Europese
p. 208, r. 23-24 aspirant-emigrant
p. 212, r. 6-7 rock-opera
p. 216, r. 30-31 historisch-materialisme
p. 227, r. 5-6 H. Slagter-Wieringa
p. 247, r. 7-8 Nieuw-Caledonië
p. 247, r. 8-9 Opper-Volta
p. 247, r. 12-13 Coca-Coladoppen
p. 279, r. 22-23 het-leven-is-mooi-bedside-manner
p. 282, r. 25-26 Zuidoost-Azië
p. 287, r. 2-3 oud-Hollands
p. 304, r. 9-10 Snt-Antoine
p. 319, r. 24-25 mede-menselijkheid
p. 367, r. 11-12 Oriënt-Expres
p. 394, r. 24-25 Beuve­-Méry
p. 395, r. 20-21 vice-president
p. 396, r. 20-21 500 000-800 000
p. 398, r. 32-33 Joego-Slavië
p. 409, r. 25-26 Bordeaux-Mérignac
p. 419, r. 28-29 Nederlands-Indië
p. 442, r. 6-7 Bale-Bampang
p. 446, r. 10-11 ex-landgenoot
p. 449, r. 24-25 Mao Tse-toeng


Naar boven