Inleiding

Hermans publiceerde verspreid over een lange reeks van jaren diverse artikelen en boekpublicaties over leven en werk van Ludwig Wittgenstein. Het essay ‘Wittgenstein’s levensvorm’, aanvankelijk gepubliceerd in Podium, nam Hermans op in zijn bundel Het sadistische universum 1 (1964). Twee jaar later later schreef Hermans voor het Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie ‘Wittgenstein in de mode’, dat kort daarna als zelfstandige uitgave verscheen, in eerste instantie als Wittgenstein in de mode (1967); de tweede, uitgebreide druk verscheen nog datzelfde jaar als Wittgenstein in de mode en Kazemier niet . Weer een jaar later schreef Hermans voor Litterair Paspoort een biografische schets over Wittgenstein, die omgewerkt en uitgebreid als ‘Leven van Wittgenstein’ terechtkwam in Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb (1970). Al deze teksten over Wittgenstein, aangevuld met enkele eerder (onder andere in Houten leeuwen en leeuwen van goud, 1979) verschenen bijdragen, bundelde Hermans in 1990 in het boek Wittgenstein, waarvan in 1992 een tweede druk verscheen. Deze tweede druk vormt het uitgangspunt voor de tekst van de editie.

De tekstgeschiedenis van Wittgenstein biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het archief-Hermans.

De tekstbezorging van Wittgenstein bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Wittgenstein samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Wittgenstein

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Wittgenstein die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de bundel. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, omvang, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in teksten die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans/collectie Frans A. Janssen

T1 ‘Wittgenstein’s levensvorm’ in Podium [1] (1964) (DJ 346)
D1-13SU ‘Wittgenstein’s levensvorm’ in Het sadistische universum 1 (1964-1983) (JS 211-223)
D1-13SUm1-7
Correctie-exemplaren van Het sadistische universum 1 (1964-1979)
T2 ‘Wittgenstein in de mode’ in Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie (1966) (DJ 353)
D1WM Eerste druk van Wittgenstein in de mode (1967) (JS 262)
D1WMm1 Kopijexemplaar van Wittgenstein in de mode voor Wittgenstein in de mode en Kazemier niet (1967)
D2WM Tweede druk van Wittgenstein in de mode en Kazemier niet (1967) (JS 263)
M1 Typoscript van ‘Wittgenstein, de waarheidstafels en de waarheid’ (1967)
T3 ‘Wittgenstein in de mode’ in Nieuwe Rotterdamse Courant (1967) (DJ I-18)
T4 ‘Wittgenstein in de mode’ in Nieuwe Rotterdamse Courant (1967) (DJ I-19)
T5 ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ in Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie (1967) (DJ 376)
T5m1 Correctie-exemplaar van ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ in Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie
T6 ‘Wittgenstein en Wittgensteinboeken’ in Litterair Paspoort [2] (1968) (DJ 388)
T6m2 Knipsel met correcties bij ‘Wittgenstein en Wittgensteinboeken’ (1968)
D1-4WiWe ‘Leven van Wittgenstein’ in Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb (1970-1979) (JS 224-227)
D1-4WiWem1-5 Correctie-exemplaren van Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb (1970-1979)
T7 ‘De Pet van Paul Feyerabend’ in NRC Handelsblad [3] (1977) (DJ 627)
T8 ‘De snippers van de schrijftafel’ in NRC Handelsblad (1978) (DJ 662)
T7-8m3 Knipsels met correcties bij ‘De pet van Paul Feyerabend’ en ‘De snippers van de schrijftafel’ in NRC Handelsblad (1977-1978)
D1-2HLLG ‘De pet van Paul Feyerabend’ en ‘De snippers van de schrijftafel’ in Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979) (JS 350)
D1-2HLLGm1-2
Correctie-exemplaren van Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979/?)
T9 ‘Ging hij ooit naar het museum? Honderd jaar Wittgenstein’ in NRC Handelsblad (1989) (DJ 965)
T9m4 Correctie bij ‘Ging hij ooit naar het museum? Honderd jaar Wittgenstein’ in NRC Handelsblad (1989)
M2 Kopij (typoscript en kopieën) voor de eerste druk van Wittgenstein (1990)
D1 Eerste druk van Wittgenstein (1990) (JS 417)
D1m1 Correctie-exemplaar van de eerste druk van Wittgenstein
D2 Tweede druk van Wittgenstein (1992) (JS 418)

[1] Zie voor meer informatie over de tijdschriftpublicatie, boekdrukken en correctie-exemplaren de Tekstgeschiedenis van Het sadistische universum 1 (1964).
[2] Zie voor meer informatie over de tijdschriftpublicatie, boekdrukken en correctie-exemplaren de Tekstgeschiedenis van Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb (1970).
[3] Zie voor meer informatie over de tijdschriftpublicaties, boekdrukken en correctie-exemplaren de Tekstgeschiedenis van Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979).


Bronbeschrijvingen van Wittgenstein

D1WMm1
Kopijexemplaar van Wittgenstein in de mode
Omvang: [ 1-84 ]
Maart/april 1967
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Wittgenstein in de mode [1]

In het archief-Hermans bevinden zich twee exemplaren van Wittgenstein in de mode. Een eerste exemplaar, zonder correcties, voorzag Hermans op de binnenzijde van het omslag van de ontvangstdatum ‘28 feb 67’; het heeft bovendien een ingevoegde brief van 14 maart 1967 van Dolf Hamming (De Bezige Bij): ‘Hierbij zenden wij U een correctie exemplaar voor de 2e druk van Wittgenstein in de mode. / De eerste druk loopt zeer goed, en wij willen niet te lang meer wachten met een tweede. / Mogen wij ook nog even de juiste titel voor de tweede druk?’[1]
Direct na de ontvangst van dit correctie-exemplaar gaf Hermans een aanzienlijk aantal wijzigingen door aan de uitgeverij. Daarbij ging het onder andere om verbeteringen van zetfouten, kleine stilistische omzettingen en wijzigingen in beschrijvingen van geraadpleegde bronnen.[2] Daarnaast waren er enkele nieuwe ‘Aantekeningen’ die achterin het boekje moesten worden opgenomen;[3] bovendien breidde Hermans de herdruk uit met een toegevoegd hoofdstukje, waarin hij inging op de reactie van Kazemier op de in december 1966 verschenen tijdschriftversie van ‘Wittgenstein in de mode’ in het Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie (T2). Van deze nieuwe ‘Aantekeningen’ en het nieuwe hoofdstukje werd op 16 maart 1967 een proefzetsel vervaardigd.[4] De kleinere correcties en aanvullingen van Hermans werden door een redacteur in nethandschrift overgeschreven in het kopijexemplaar voor de uitgebreide herdruk, waarna zowel het door de uitgeverij voorbereide kopijexemplaar als het proefzetsel naar Hermans werden verstuurd.
Ook dit kopijexemplaar bevindt zich, met het erbij behorende proefzetsel voor de herdruk, in het archief-Hermans. Daarbij ingevoegd zijn bovendien twee vellen typoscript, beide afkomstig van de uitgeverij. Het eerste bevatte de instructies voor het zetten van het proefzetsel; het tweede vel, met voorbedrukt briefhoofd ‘BEZIGE BIJ NIEUWS’, was de kopij voor vijf uitgetikte inlassen bij de ‘Aantekeningen’. Het proefzetsel bestaat in totaal uit tien pagina’s en bevatte alle correcties en aanvullingen voor de offsetherdruk van Wittgenstein in de mode: de aanvullingen en correcties in het tekstdeel, het toegevoegde hoofdstukje, en op de laatste pagina de inlassen bij de ‘Aantekeningen’.
In de eerste weken van april werkte Hermans aan de herziening van de kopij voor Wittgenstein in de mode en Kazemier niet. Hij bracht enkele nieuwe wijzigingen aan in het kopijexemplaar, en voegde ook in het proefzetsel nog nieuwe gegevens in handschrift toe, waaronder de titel van het nieuwe hoofdstukje, dat ‘… En Kazemier niet’ zou gaan luiden. Volgens het typoscriptvel met de zetinstructies zou ‘… En Kazemier niet’ voorafgaand aan de ‘Aantekeningen’ aan de herdruk worden toegevoegd. Daarnaast kwam er nog een nieuwe aanvulling: bij de ingevoegde documenten in het kopijexemplaar bevindt zich ook een typoscript voor een ‘Naschrift’, dat Hermans op 13 april voltooide. Daarna ging het kopijexemplaar, met alle toevoegingen in handschrift en typoscript, naar de zetter.[5] De Franse pagina meldde niet alleen de oplage voor de herdruk, maar verwees ook expliciet naar de nagekomen correcties van Hermans. Op het ‘Naschrift’ noteerde de corrector dat het naschrift geplaatst moeten worden ‘direct na het hoofdstuk … En Kazemier niet en voor de aantekeningen!’.
In de navolgende weken zou er nog het nodige aan Wittgenstein in de mode en Kazemier niet veranderen, vooral in de volgorde van de nieuw toegevoegde hoofdstukken. Die wijzigingen bracht Hermans aan op de (revisie)proeven, zoals blijkt uit een brief van Hermans aan De Bezige Bij van 12 mei 1967: ‘Hierbij (eindelijk!) de drukproeven van Wittgenstein in de Mode terug. / Zoudt u nog even aandacht willen schenken aan het volgende: / het is noodzakelijk dat de Aantekeningen geplaatst worden vóór de stukken die ik er later aan toegevoegd heb. / Ik heb de paginering dienovereenkomstig gewijzigd.’ Diezelfde brief laat zien dat Hermans op dat moment eigenlijk liever had dat de herdruk onder de oude titel zou verschijnen: ‘Ik weet niet of er inmiddels al een omslag gemaakt is met de titel: Wittgenstein in de Mode en Kazemier niet. / Mocht dit nog niet gebeurd zijn, dan is het beter als het omslag blijft zoals het is, dus: Wittgenstein in de Mode. Punt, uit. / In dit laatste geval moet natuurlijk ook en Kazemier niet uit de franse titel en de titel worden geschrapt.’[6] De herdruk verscheen uiteindelijk onder de uitgebreide titel Wittgenstein in de Mode en Kazemier niet. Op 8 juni 1967 sprak Hermans tegenover Geertjan Lubberhuizen van De Bezige Bij zijn tevredenheid uit over het nieuwe boekje: ‘Vanochtend kreeg ik de twee exx. van Wittgenstein in de mode en Kazemier niet […]. / Deze tweede druk is nog mooier uitgevallen dan de eerste, werkelijk een heel smaakvol omslag.’[7]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M1
Typoscript van ‘Wittgenstein, de waarheidstafels en de waarheid’
Omvang: [ 2 pagina’s ]
25 mei 1967
Letterkundig Museum
WFH (Correspondentie) NRC Handelsblad

Op 20 mei 1967 publiceerde Riekus Waskowsky in de Nieuwe Rotterdamse Courant een bespreking van Hermans’ Wittgenstein in de mode. Hermans reageerde met een ingezonden brief, die hij op 25 mei 1967 aan de redactie van de NRC stuurde: ‘In verband met een zeer onredelijke aantijging, tegen mij gericht in de NRC van 20 mei j.l. door de heer Riekus Waskowsky, moge ik U verzoeken bijgesloten korte repliek zo spoedig mogelijk in Uw blad op te nemen.’[8] Onder de titel ‘Wittgenstein in de mode’ werd Hermans’ stuk geplaatst in de NRC van 3 juni 1967. Hermans zou de brief verwerken in ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ in het Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie (T5), een uitgebreide versie van de ‘Appendix’ zoals deze was gepubliceerd in Wittgenstein in de mode en Kazemier niet. Ook een tweede ingezonden brief van Hermans, eveneens onder de titel ‘Wittgenstein in de mode’ in de NRC gepubliceerd, werd in dit stuk opgenomen.[9]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T5m1
Correctie-exemplaar van ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ in Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie
Letterkundig Museum
WFH (Tijdschriften) Primair/Met Aantekeningen/ANTWP 59 (1967) 2

In het archief-Hermans bevinden zich verscheidene exemplaren en overdrukjes van de afleveringen van het Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie waar Hermans in publiceerde. Eén daarvan heeft een aantekening van Hermans. In het juli-nummer van 1967, waarin ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ werd opgenomen, voegde Hermans de weggevallen woordjes ‘daar op’ in de marge toe.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


T9m4
Correctie bij ‘Ging hij ooit naar het museum? Honderd jaar Wittgenstein’ in NRC Handelsblad
Omvang: [ 1 pagina ]
Letterkundig Museum
WFH (Knipsels) NRC Handelsblad

In de map ‘Knipsels NRC Handelsblad’ verzamelde Hermans een groot aantal bijdragen uit NRC Handelsblad, aangevuld met daarop betrekking hebbende stukken van derden. ‘Ging hij ooit naar het museum? Honderd jaar Wittgenstein’ van 22 december 1989 heeft een correctie van de in de krantenpublicatie verkeerd gespelde naam ‘B.W. Beth’ naar ‘E.W. Beth’. Ook een ingezonden brief van Gerard Hubers, volgens het onderschrift ‘indertijd bijvakstudent Wijsbegeerte aan de UvA’, bewaarde Hermans in deze map. In de op 12 januari 1990 in NRC Handelsblad afgedrukte brief maakte Hubers duidelijk dat Hermans, anders dan hij had beweerd, niet de eerste was geweest die in Nederland iets over Wittgenstein had geschreven: ‘In mijn bezit is een boek “Kennis en realiteit”, van Herman Meyer, verschenen in 1949, in de “Philosophische Bibliotheek”, een essay over kennisleer. Hierin wordt uitvoerig op Wittgenstein ingegaan. Ik citeer: “Tot de denkers, die de kennisleer van de logische kant benaderen, behoort ook Ludwig Wittgenstein, die daarbij een hoogtepunt heeft bereikt, dat tot nu toe niet is overtroffen. Zijn diepzinnige beschouwingen hebben groten invloed uitgeoefend.” (p. 29) / Het voorwoord is gedateerd maart 1948. Hermans’ verhaal Lotti Fuehrscheim is gedateerd sept. ’49. […]’.
Hermans paste de bewuste passage in de in Wittgenstein gebundelde versie van zijn artikel aan. Hij herschreef de eerdere zin ‘Toen werd de naam Wittgenstein voor het eerst afgedrukt in een Nederlandse tekst.’ naar ‘Dit was op een na de eerste keer dat Wittgenstein aangehaald werd in Nederland.’[10]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M2
Kopij (typoscript en kopieën) voor de eerste druk van Wittgenstein
1990
Letterkundig Museum
Archief De Bezige Bij

In het archief van De Bezige Bij bevindt zich de integrale kopij voor de bundel Wittgenstein. deze kopij bestaat deels uit typoscripten en deels uit kopieën van de hoofdstukken uit de boeken waarin de Wittgenstein-teksten eerder verschenen: Het sadistische universum 1 (1964), Wittgenstein in de mode en Kazemier niet (1967), Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb (1970) en Houten leeuwen en leeuwen van goud(1979). Voorafgaand aan de kopij gaat een ‘Aantekening’, die als verantwoording achterin Wittgenstein zou worden opgenomen, met daarop een stempel met de datum waarop Hermans de kopij voor het boek naar de uitgeverij stuurde: 20 oktober 1990. Na het typoscript van de inhoudsopgave volgt een typoscript van ‘Honderd jaar Wittgenstein’.
Het typoscript heeft correcties van Hermans in potlood en blauwe en zwarte inkt. De correcties in zwarte inkt dateren gedeeltelijk al van vóór de publicatie van ‘Ging hij ooit naar een museum? Honderd jaar Wittgenstein’ in NRC Handelsblad. Naast de correcties bevat het typoscript ook, op de vierde en achtste pagina, herschrijvingen van het krantenartikel in nieuw toegevoegde pagina’s. Hermans wijzigde hier onder andere de passage over het eerste gebruik van de naam Wittgenstein in Nederland; daarnaast veranderde hij ‘Ik wilde mijn voordracht publiceren in De Gids, maar De Gids stuurde, na lange bedenktijd, de kopij terug.’ naar ‘Ik wilde mijn voordracht publiceren in De Gids, maar De Gids zou haar pas over een half jaar kunnen opnemen, berichtte hij.’ Voorafgaand aan deze laatste zin voegde Hermans bovendien een passage toe: ‘Dit was een royaal gebaar van Delfgaauw. Zelf interesseerde hij zich niet voor Wittgenstein. Destijds hoopte hij dat de jonge Marx de mensheid redden zou, en ging de straat op om “Johnson, moordenaar!” te roepen.’ Een ander nieuw toegevoegd fragment was ‘Het was een voor dat “tijdsgewricht” verdienstelijk referaat van een denker die bijtijds eieren voor zijn geld had weten te kiezen. […] Ditmaal koos onze wijsgeer het verkeerde ei.’[11] Verderop in het typoscript voegde Hermans een inlas van enkele alinea’s in: ‘Hij bedreef een ander soort filosofie dan de gebruikelijke, maar filosofie, wis en zeker. […] Nadat gebleken was dat hij niet goed met kinderen kon omgaan, kwam hij toch weer in de filosofische faculteit terecht.’[12]
Van de overige stukken die in Wittgenstein werden opgenomen bestond de kopij uit kopieën van de tekst uit de eerdere boekdrukken, met voor het overgrote deel alleen redactionele correcties, afkomstig van een redacteur van De Bezige Bij. Op de kopieën van het uit Het sadistische universum 1 overgenomen ‘Wittgenstein’s levensvorm’ werden afkortingen vervolledigd, veel witregels weggelaten, en er zijn wijzigingen in interpunctie en woordvolgorde. De Wittgenstein-citaten uit de Tractatus logico-philosophicus werden bovendien door diezelfde redacteur aangepast naar de vertaling van Hermans die in 1975 verschenen was.[13] Enkele toelichtingen die in Het sadistische universum 1 nog waren opgenomen in een ‘Achteraf’[14] keerden niet meer terug in Wittgenstein. Af en toe zijn er op de kopij ook kleine correcties en aanvullingen van Hermans, die bijvoorbeeld in het zinnetje ‘Hetzelfde doet dagsluiter Okke Jager,’ het woordje ‘dominee’ toevoegde.[15]
De herzieningen op de kopieën van Wittgenstein in de mode en Kazemier niet zijn veel omvangrijker, maar dat waren geen nieuwe wijzigingen: Hermans paste de kopij van de tekst uit het Wittgenstein-boekje uit 1967 aan naar de enkele maanden later gepubliceerde, uitgebreide versie die onder de titel ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’ in het Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie was verschenen.
Bij ‘Leven van Wittgenstein’, eerder verschenen in Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb, zijn er opnieuw voornamelijk redactionele wijzigingen, maar geen inhoudelijke correcties. De kopieën van ‘De pet van Paul Feyerabend’ en ‘De snippers van de schrijftafel’ hebben wel enkele inhoudelijke correcties van Hermans. Hij nam deze over uit een correctie-exemplaar van de tweede druk van Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979), dat nadien nooit meer was herdrukt.[16]

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


D1m1
Correctie-exemplaar van de eerste druk van Wittgenstein
Omvang: 284 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Wittgenstein

Van de eerste druk van Wittgenstein bewaarde Hermans een exemplaar in zijn archief. Het heeft op de Franse pagina een archief- en datumstempel ‘Reçu le 27 nov. 1990’, waarbij Hermans ook noteerde dat hij het exemplaar in Amsterdam had ontvangen. In potlood noteerde hij in het boek twee kleine wijzigingen, waaronder de verbetering van ‘storen’ naar ‘stoten’ in de zin ‘Een – maar hieraan scheen haast niemand zich te storen – zeer verkeerde vertaling’.[17] In het boek bevinden zich twee ingevoegde documenten: het artikel ‘Beroepsfilosoof’ van Max Pam uit NRC Handelsblad, volgens een notitie van Hermans van 27 januari 1995, en een kopie van een aankondiging van enkele nieuwe Wittgenstein-publicaties in Boekblad, onder de kop ‘Wittgenstein in de mode’.

© Rob Mostert [Terug naar overlevering]


[1] Dolf Hamming (De Bezige Bij) aan Hermans, 14 maart 1967. Dit tweede archiefexemplaar van Wittgenstein in de mode (WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Wittgenstein in de mode [2]) bevat ook kopieën van Hermans’ stuk ‘Niet Wittgenstein, maar Kazemier in het geding’, dat in juli 1967, een maand na publicatie van Wittgenstein in de mode en Kazemier niet, verscheen in het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie 59 (1967), afl. 2 (juli), p. 91-95, en van Kazemiers reactie daarop, ‘Wittgenstein in het geding (II)’ (ibid., p. 96-103).
[2] De formuleringen ‘regressie ad infinitum’, ‘natuurkundige formules,’ en ‘duidelijke specima’ bijvoorbeeld werden aangepast tot ‘regressus ad infinitum’, ‘natuurkundige formules, vergelijkingen’ en
duidelijke specimina’ (zie Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 15. Amsterdam 2012, p. 125, 126 en 141). De uitbreidende bijzin ‘; waarom wordt Sheffer niet vermeld onder degenen die in de Tractatus becommentarieerd worden’ werd ‘; waarom wordt Sheffer niet vermeld bij de “onvermelde technische achtergronden” van de Tractatus?’ en op diezelfde pagina veranderde Hermans de formulering ‘Matrices (waarheidstafels) waren al eerder gebruikt door Peirce, Frege, Post, Lukasiewicz’ in ‘Matrices (waarheidstafels) waren al eerder of onafhankelijk van W. gebruikt door Frege, Peirce, Post, Lukasiewicz’ (p. 144 en 145 in de editie, het tweede citaat daar met nog weer latere redactionele aanpassingen).
[3] Toegevoegd werden, naar de nummering van de editie, de aantekeningen met eindnootnummer 8 (editie p. 169), 9 (p. 170, de verwijzing naar Black, gevolgd door de alinea over vertalingen van ‘Sachverhalt’), 13 (p. 171) en 18 (p. 173). De laatste zin bij noot 18 voegde Hermans bij de voorbereiding van Wittgenstein in 1990 toe.
[4]Datumstempel op proefzetsel bij het kopijexemplaar.
[5] Het naschrift begint met de zin ‘Wittgenstein in de mode zou niet ontstaan zijn […]’, in de editie p. 182. Een dag na het afronden van de kopij berichtte Hermans aan Freddy De Vree: ‘Gisteren heb ik de drukproeven voor de tweede druk van Wittgenstein in de Mode voltooid. Die tweede druk wordt nogal wat uitgebreider.’ (Hermans aan De Vree, 14 april 1967, doorslag in archief-Hermans).
[6] Hermans aan De Bezige Bij, 12 mei 1967, doorslag in archief-Hermans. Revisieproeven van Wittgenstein in de mode en Kazemier niet zijn niet overgeleverd.
[7] Hermans aan Geertjan Lubberhuizen (De Bezige Bij), 8 juni 1967, doorslag in archief-Hermans.
[8] Hermans aan Nieuwe Rotterdamse Courant, 25 mei 1967, doorslag in archief-Hermans. Zie hiervoor ook de Commentaar bij Wittgenstein in de editie, p. 687 e.v.
[9] ‘W. F. Hermans, “Wittgenstein in de mode”.’ In: Nieuwe Rotterdamse Courant, 27 juni 1967. Hermans reageerde in deze ingezonden brief op een ingezonden brief van Kazemier in de NRC van 16 juni 1967. Zie ook de Commentaar bij Wittgenstein in de editie, p. 687 e.v.
[10] Zie hiervoor de editie p. 67 en ook de Commentaar bij Wittgenstein in de editie, p. 745.
[11] Alle voorbeelden in de editie op p. 67-68.
[12] Het toegevoegde fragment in de editie op p. 73-74. Overigens is de formulering op het typoscript niet conform de uiteindelijke tekst.
[13] Ludwig Wittgenstein, Tractatus logico-philosophicus. Vertaald en van een nawoord en aantekeningen voorzien door W.F. Hermans. Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 1975.
[14] Zie hiervoor Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 11. Amsterdam 2008, p. 231-232.
[15] Citaat in de editie op p. 92.
[16] Zie hiervoor de Tekstgeschiedenis van Houten leeuwen en leeuwen van goud, D2m2 (Correctie-exemplaar van de tweede druk).
[17] Citaat in de editie op p. 70.


De tekstbezorging van Wittgenstein

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Wittgenstein samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van Wittgenstein in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (tweede druk, 1992 (D2)) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdruk, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 85, r. 30 (‘Dat zùl je doen!’). Enz (‘Dat zùl je doen!’) Enz D13SU
p. 88, r. 25-26 Ja, wat eigenlijk?). Ja, wat eigenlijk?)
p. 91, r. 26-27 zijn lange haren.” zijn lange haren.
p. 94, r. 15 met deze wereld!’). met deze wereld!) D13SU
p. 100, r. 12 hij er niet is. hij er niet is.’ T1
p. 100. r. 14 bij zijn.” – Dan moet bij zijn.’ – ‘Dan moet T1
p. 102, r. 33-34 dieser Eingang war nur dieser Eingang, war nur T1
p. 104, r. 11 ‘ “Je zegt dus ‘Je zegt dus
p. 107, r. 20-21 stereotiepismen, enz.). stereotypismen, enz.)
p. 108, r. 30 specifieke,’ zegt Wittgenstein, ‘is altijd specifieke, zegt Wittgenstein, is altijd
p. 111, r. 15-16 waar is, of niet waar, iets dat met waar is, iets dat met M2
p. 117, r. 25 de uitspraak: ”Er is de uitspraak: Er is T2
p. 117, r. 25-26 in dit vertrek.” Toen hij in dit vertrek. Toen hij T2
p. 121, r. 4 ‘of’, enz.). Voor ‘of’, enz.) Voor T2
p. 122, r. 8-9 (Tractatus 2.12) ‘Maar (Tractatus 2.12). ‘Maar
p. 138, r. 16 slechts gedeeltelijke waarheden slechts gedeeltelijk waarheden M2
p. 147, r. 34 alleen iets psychologisch.’ alleen iets psychologisch’.’ M2
p. 149, r. 9 de Philosophische Bemerkungen de Philosophische Bermerkungen M2
p. 156, r. 8 in de ‘Lecture on Ethics’ in de ‘Lecture of Ethics’ M2
p. 166, r. 11 (Proc. Aristotelian Soc., Suppl.). (Proc. Aristotelian Soc., Suppl.) M2
p. 167, r. 18 [inspringen] W. Mays, ‘Note on W. Mays, ‘Note on
p. 169, r. 30 (Note added in 1917.) (Note added in 1917) D1WM
p. 172, r. 31 kan geen armen hebben”.’ kan geen armen hebben’.
p. 175, r. 28 Hier fällt zunächst auf, Hier fällt zunächtst auf, T5
p. 200, r. 14 ik daaruit een gevolgtrekking ik daaruit geen gevolgtrekking M2
p. 207, r. 28 zich het leven al benomen zich het leven al genomen M2
p. 208, r. 31-32 Sjøgren. Het manuscript van de Tractatus had hij naar Russell gestuurd. Twijfelachtig Sjøgren. Twijfelachtig M2
p. 224, r. 30-31 Weltauffassung – der Wiener Kreis Weltauffassung – Der Wiener Kreis M2
p. 229, r. 32 iets ongepasts zou zien iets ongepast zou zien M2
p. 232, r. 18-19 verdomd moeilijk!” ‘ Een andere verdomd moeilijk!’ Een andere M2
p. 242, r. 22 zijn betrekkingen tot andere, zijn betrekking tot andere, M2
p. 255, r. 31 alsnog zijn uitgegeven alsnog zijn uitgegegeven M2
p. 257, r. 1 Philosophische Bemerkungen was Philosophische Bermerkungen was M2
p. 266, r. 35 ‘Prolegomena…’. ‘Prolegomena…’ M2
p. 271, r .11-12 zelfs niet wenselijk,’ meent Paul. zelfs niet wenselijk’ meent Paul.
p. 281, r. 34 Mehta, Ved Metha, Ved
p. 283, r. 28 Velde-Schlick, Van de Velde-Schlick, Van der

Witregels

Op de volgende pagina’s in de uitgave van Wittgenstein valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 69
p. 84
p. 87
p. 97
p. 102
p. 120
p. 125
p. 159
p. 172
p. 190
p. 211
p. 238
p. 240
p. 247
p. 250
p. 277


Koppeltekens

In de uitgave van Wittgenstein moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 75, r. 35 / p.76, r. 1 Stonborough-Wittgenstein
p. 97, r. 7-8 Li Tai Pe-Slauerhoff
p. 106, r. 1-2 manisch-depressief
p. 143, r. 2-3 rooms-clericale
p. 143, r. 6-7 empirio-criticisme
p. 151, r. 5-6 twintigste-eeuwse
p. 159, r. 26-27 a-capella
p. 168, r. 33-34 nicht-logische
p. 198, r. 3-4 sit-ins
p. 206, r. 27-28 Donau-oorlogsschip
p. 237, r. 19-20 Cambridge-filosofen


Naar boven