Inleiding

Van de verhalenbundel Moedwil en misverstand verschenen tijdens het leven van Hermans dertien drukken. De eerste druk, die in 1948 door uitgeverij J.M. Meulenhoff werd uitgegeven, bevatte de verhalen ‘Electrotherapie!’, ‘Een ontvoogding’, ‘Dokter Klondyke’, ‘Loo-Lee’, ‘Tezaam naar Ostende’, ‘Emigratie’ en ‘Het lek in de eeuwigheid’. De meeste verhalen waren al eerder in tijdschriften gepubliceerd. De tweede druk uit 1961 verscheen bij Ad. Donker. Deze uitgave bevatte twee nieuwe verhalen (‘Atonale’ en ‘De kat Kilo’), Hermans wijzigde bovendien de volgorde van de novellen. De vierde druk, in 1966 uitgegeven door De Bezige Bij, werd opnieuw uitgebreid, dit keer met het korte verhaal ‘Ezelsoren’. Nadien zou Hermans nog herhaaldelijk wijzigingen in herdrukken aanbrengen, maar de samenstelling van de bundel bleef lange tijd ongewijzigd. Aan de dertiende druk uit 1992, die het uitgangspunt vormt voor de tekst van de editie, voegde Hermans uiteindelijk nog een verhaal (‘Inferno’) toe.

De tekstgeschiedenis van Moedwil en misverstand biedt een overzicht van alle in het onderzoek gebruikte documentaire primaire bronnen, met bibliografische verwijzingen naar gedrukt materiaal en beschrijvingen van niet-openbaar toegankelijk archiefmateriaal; dit onderdeel bevat bovendien uniek beeldmateriaal uit het Hermans-archief.

De tekstbezorging van Moedwil en misverstand bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van witregels die in de editie van Moedwil en misverstand samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.


De tekstgeschiedenis van Moedwil en misverstand

De hieronder gepresenteerde lijst biedt een beknopt overzicht van alle overgeleverde primaire documentaire bronnen van Moedwil en misverstand, die van belang zijn voor de tekstgeschiedenis van de verhalenbundel. Deze zogenaamde ‘overlevering’ bestaat per bron uit drie onderdelen: een gecodeerde aanduiding van de bron (het sigle), een korte beschrijving van de bron met een datering en, indien van toepassing, een verwijzing naar de relevante nummers in de primaire Hermans-bibliografieën Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans van Janssen en Van Stek (verder: JS) of Schrijven is verbluffen van Delvigne en Janssen (verder: DJ).[1]
Alle niet-openbaar toegankelijke bronnen krijgen een beknopte documentaire beschrijving die direct vanuit de overlevering aanklikbaar is. De bronbeschrijvingen kunnen ook in chronologische volgorde worden geraadpleegd. Deze beschrijvingen geven via een aantal illustratieve voorbeelden aan hoe Hermans zijn teksten in de loop van een groot aantal jaren herzag en gaan ook in op de rol van derden (uitgevers, redacteuren, typografen, zetters, correctoren en lezers) bij dit voortdurende proces van herzien en verbeteren.[2] Aan de beschrijvingen gaat een korte bibliografische typering vooraf: deze bestaat achtereenvolgens uit het sigle, de beknopte beschrijving van de bron, paginering, datering, een verwijzing naar de plaats van herkomst en een eventuele signatuur. Bij bronnenmateriaal uit het archief-Hermans is een representatieve afbeelding toegevoegd.

[1] Zie voor een meer uitgebreide toelichting bij de Overlevering de Inleiding bij de Tekstgeschiedenis van de roman Conserve (Volledige Werken Deel 1).
[2] Uit het archiefonderzoek voor de tekstconstitutie blijkt dat Hermans incidenteel ook wijzigingen aanbracht in verhalen die in een bloemlezing werden opgenomen. Ook die krijgen een aparte bronbeschrijving. Primaire bronnen zonder inhoudelijke correcties, die wel zijn opgenomen in Het bibliografische universum, krijgen geen aparte beschrijving.


Overlevering

verwijst naar een afbeelding afkomstig uit het archief-Hermans

M1 Typoscript van ‘Een ontvoogding’ (1942?)
M2 Manuscript van ‘Dokter Klondyke’ (1946)
T1 ‘Dokter Klondyke’ in Criterium (1946) (DJ 55)
T2 ‘Loo-Lee’ in De Vlaamsche Gids (1946) (DJ 76)
T3 ‘Een ontvoogding’ in Ad Interim (1947) (DJ 95)
T4 ‘Emigratie’ in Kompas der Nederlandse letterkunde (1947) (DJ 123)
D1 Eerste druk van Moedwil en misverstand (1948) (JS 12)
M3 Typoscript van ‘De kat Kilo’ (1949)
T5 ‘Ezelsoren’ in Het Parool (1949) (DJ 141)
T6 ‘Atonale’ in Podium (1951) (DJ 189)
T7 ‘De kat Kilo’ in Podium (1953) (DJ 222)
T8 ‘Dokter Klondyke’ in Klein kaliber (1960)
P1 Drukproef voor de tweede druk van Moedwil en misverstand (1961)
D2 Tweede druk van Moedwil en misverstand (1961) (JS 13)
D3 Derde druk van Moedwil en misverstand (1963) (JS 14)
D4 Derde druk (titeluitgave van de eerder verschenen derde druk) van Moedwil en misverstand (1965) (JS 15)
D5 Vierde druk van Moedwil en misverstand (1966) (JS 16)
D6 Vijfde druk van Moedwil en misverstand (1967) (JS 17)
D7 Zesde druk van Moedwil en misverstand (1969) (JS 18)
D8 Zevende druk van Moedwil en misverstand (1971) (JS 19)
D8m1 Correctie-exemplaar van de zevende druk van Moedwil en misverstand
D9 Achtste druk van Moedwil en misverstand (1973) (JS 20)
D9m2 Correctie-exemplaar van de achtste druk van Moedwil en misverstand voor de tiende druk
D10 Negende druk van Moedwil en misverstand (1975) (JS 21)
D10m3 Correctie-exemplaar van de negende druk van Moedwil en misverstand
D10m4 Correctie-exemplaar van de negende druk van Moedwil en misverstand
D11 Tiende druk van Moedwil en misverstand (1980) (JS 22)
D12 Elfde druk van Moedwil en misverstand (1983) (JS 23)
M4 Typoscript (kopie) van ‘Inferno’ (1992?)
M5 Typoscript (kopie) van ‘Inferno’ (1992?)
D12m5 Correctie-exemplaar van de elfde druk van Moedwil en misverstand voor de dertiende druk
T9 ‘Inferno’ in NRC Handelsblad (1992) (DJ 1012)
D13 Twaalfde druk van Moedwil en misverstand (1990) (JS 24)
D14 Dertiende druk van Moedwil en misverstand (1992) (JS 25)

Bronbeschrijvingen van Moedwil en misverstand

M1
Typoscript van ‘Een ontvoogding’
Omvang: [ [0, 1] 2-12 ] bladen
Voorjaar 1942?
Letterkundig Museum
WFH (Manuscripten) Een ontvoogding

Een van de vroegste typoscripten in het Hermans-archief is een nettyposcript van een van Hermans’ oudste verhalen, ‘Een ontvoogding’. Het typoscript, met als ontstaansdatum ‘23-28 april 1941’ en de auteursvermelding in het onderschrift, heeft in het handschrift van Hermans een gering aantal correcties in vulpeninkt. Hermans verbeterde enkele tikfouten, bracht een paar wijzigingen aan in de interpunctie en voegde, op de laatste vier pagina’s van het typoscript, af en toe een zin toe. Op het titelblad van het typoscript vermeldde Hermans naam en adres: ‘W.F. Hermans, 1e Helmersstraat 208 Amsterdam’. Op grond van die adresgegevens moet het typoscript in ieder geval vóór 1945 vervaardigd zijn: eind 1944 verliet Hermans zijn ouderlijk huis om in te trekken bij Charles B. Timmer.[1]
Mogelijk dateert dit typoscript uit het voorjaar van 1942. Het heeft enkele potloodaantekeningen die niet van Hermans zelf zijn: op het titelblad wordt de omvang van het verhaal op ‘ca. 11 blz.’ berekend, op de pagina’s van het typoscript is steeds het aantal regels geteld, een enkele maal staat er een vraagteken in de marge en incidenteel is er een woord aan de tekst toegevoegd. Het zou hier kunnen gaan om aantekeningen van Ed. Hoornik of Cola Debrot, die de redactie vormden voor de novellenbundel Het besloten rijk. Hermans had de novelle in maart 1942 voor opname in die bundel aan uitgever John Meulenhoff aangeboden. Ook publicatie in Criterium werd in die tijd overwogen, maar uiteindelijk zou ‘Een ontvoogding’ vanwege de oorlogssituatie niet worden gepubliceerd.[2] Pas in 1947 zou de novelle in Ad Interim verschijnen. Hermans stuurde het verhaal in voor de prozaprijsvraag die het tijdschrift in maart 1946 had uitgeschreven en zijn inzending zou voor publicatie worden uitgekozen.[3]
Er zijn enkele kleine verschillen tussen het typoscript en de in het tijdschrift gepubliceerde versie van ‘Een ontvoogding’. Een voorbeeld daarvan is de in het typoscript in handschrift toegevoegde zin ‘Toen zij Mohammed zag, zag zij hem aan of hij uit den dood herrezen was en barstte toen in weeklagen uit.’ Dat werd in Ad Interim: ‘Toen zij Mohammed zag, keek zij hem aan of hij uit het graf herrezen was en barstte in weeklagen uit.’ Naast dergelijke varianten, meestal op woordniveau, zijn er verschillen in interpunctie en in de indeling van de tekst in alinea’s. Ook in andere opzichten zijn er verschillen in de structurering van de tekst. In het typoscript beginnen de verschillende verhaalonderdelen steeds op een nieuwe pagina zonder dat daarbij sprake is van een verdere onderverdeling. Bij de tijdschriftpublicatie worden deze overgangen soms aangeduid met hoofdstuknummers, soms via een witregel en een enkele maal met alleen een alineascheiding.

thumb_DSC0003.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar overlevering]


M2
Manuscript van ‘Dokter Klondyke’
8-15 januari 1946
Letterkundig Museum
WFH (Manuscripten) Dokter Klondyke

In het Hermans-archief bevindt zich een schoolschrift van Hermans met het opschrift ‘Willem Frederik Hermans / Dokter Klondyke’. Het schriftje bevat het complete handschrift van de novelle. Vooraf aan de eigenlijke tekst staat als begindatum ‘8/1/46’ vermeld en op de laatste pagina noteerde Hermans de dag waarop hij de novelle voltooide: ‘15 jan. ’46’.
De novelle is in zwarte vulpeninkt geschreven op de rechterpagina’s van het schriftje. De linkerpagina’s gebruikte Hermans al werkende voor correcties en aanvullingen. Heel veel grote veranderingen bracht Hermans tijdens het schrijven niet aan: van de linkerpagina’s is maar een beperkt aantal beschreven, en dan meestal nog maar gedeeltelijk. Naast deze herzieningen is er in het manuscript eveneens een betrekkelijk gering aantal met dezelfde schrijfstof doorgehaalde zinnen, aanvullingen en andere correcties. Het manuscript heeft naast de wijzigingen in zwarte vulpeninkt nog een paar potloodcorrecties.
Een vergelijking van het manuscript met de eerst gepubliceerde versie van de novelle, in 1946 in Criterium, maakt duidelijk hoezeer manuscript en tijdschriftpublicatie overeenstemmen: de openingsscène van het verhaal met het bezoek van ‘Kalmans’ (in het manuscript nog naamloos) aan zijn al als arts afgestudeerde studievriend, de beschrijving van stad en landschap op weg naar de patiënte en van het ‘pension’ van mevrouw Vente (‘mevrouw Bente’ in het manuscript), de introductie van ‘Dr. Klondyke’, zijn gesprekken met Lily en de herinneringen die dat weerzien bij Klondyke oproept, alles komt bijna woordelijk overeen. Dat geldt ook voor de beschrijving van Klondykes uiteindelijk vergeefse pogingen om Lily te genezen, de hulp die hij daarbij inroept van zuster Ferro, Klondykes hulpeloze optreden in de artsenpraktijk na Lily’s dood, zijn terugkeer naar het pension en ontsnapping daarvandaan per trein.
Slechts op een beperkt aantal plaatsen zijn er zins- of woordvarianten tussen manuscript en tijdschriftversie, maar die zijn niet of nauwelijks van invloed op de opbouw, situering of uitbeelding van de novelle. Een van de meer opmerkelijke varianten, kort voor het einde van het verhaal, betreft de beschrijving van Klondykes vlucht uit het pension, waar hij probeert om al rennend op een rijdende trein te springen. Het manuscript is hier uitgebreider:
‘“Mijn armen worden door de wielen afgesneden als door cirkelzagen, mijn ribben worden tussen de assen honderdvoudig gebroken. Uw handen houden de stroomafsluiter en de remkraan omklemd. Schakel één ogenblik terug, bestuurder. Het is toch belachelijk mij ter dood te brengen omdat ik een minuut te laat bij de kromming was. Zeker ik had eerder kunnen beginnen hard te lopen, veel eerder, maar ik wist immers niet dat de trein er nog zou staan.” Toen nam hij een sprong en greep niet mis. Een mijnheer had het portier al voor hem open gehouden.’
Bij alle geconstateerde overeenkomsten is het opvallend dat Hermans voor de publicatie van het verhaal nog een aantal wijzigingen zou aanbrengen in de naamgeving van zijn personages. Niet alleen de namen van Kalmans en Vente zijn nieuw in de tijdschriftversie. Lily heet daar nog ‘Lia’ (en in eerste instantie ‘Elsie’), Floris Klondyke is ‘Felix Klondyke’. ‘Dokter Hemelrijk’ komt in het manuscript een keer voor als ‘dokter Corneille’, maar blijft verder naamloos. De opdracht aan Cola Debrot ontbreekt in het handschrift.

thumb_DSC0004.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


M3
Typoscript van ‘De kat Kilo’
Omvang: 2 bladen
September? 1949
Letterkundig Museum
WFH (Correspondentie) Het Parool

Nadat Hermans op 11 juni 1949 zijn verhaal ‘Ezelsoren’ al in Het Parool had gepubliceerd, zond hij enkele maanden later ook ‘De kat Kilo’ op, dat niet in de krant zou worden gepubliceerd. Max Nord stuurde Hermans het typoscript op 22 september 1949 retour, omdat hij het niet zo erg geschikt vond voor de krant, ‘[b]ovendien hebben wij de regelmatige plaatsing van deze korte verhalen gestaakt, omdat ik het al weer genoeg vond en er niet meer een geregelde toestroom van deze verhalen binnenkwam.’[4] Op 16 februari 1950 zond Hermans het verhaal in als kopij voor Podium en enkele maanden daarna stuurde hij het ook naar het Nieuw Vlaams Tijdschrift.[5]
‘De kat Kilo’ zou pas in 1953 in het oktober-novembernummer van Podium verschijnen. Gerrit Borgers meldde Hermans in februari van dat jaar dat Podium ‘gebrek had aan goed proza’ en daarom graag nieuw werk van Hermans wilde publiceren. ‘Maar als je niets hebt ga je er dan mee accoord dat we een van je oude verhalen opnemen die we nog hebben liggen (ik geloof Kat Kilo en Vaderdag)’. In september probeerde Borgers het nog eens: ‘Voor het 1e nummer wilde de redactie graag jouw Kat Kilo opnemen […] – maar aangezien het naar schatting 4 of 5 jaar geleden is dat je het ons afstond, wil ik wel graag van je horen of je het nog gepubliceerd wilt hebben.’[6]
Het overgeleverde typoscript wijkt in belangrijke mate af van de in Podium gepubliceerde versie. Het eerste deel en ook het einde van de beide versies komen grotendeels overeen, maar het tweede deel van ‘De kat Kilo’ is door Hermans herzien. Aan de beschrijving van de zoon, die in de tijdschriftversie almaar krimpt en ten slotte in een lucifersdoosje wordt bewaard waaruit hij regelmatig weet te ontsnappen, worden in het typoscript maar enkele zinnen gewijd: ‘Sinds een maand heb ik een zoon. ’s Avonds kan ik de krant niet lezen door zijn gebrul en het kind slaagt er zelfs in de radio te overstemmen. Gisteren bracht zijn gejammer mij volkomen buiten mijzelf en radeloos ben ik de straat opgegaan. Na twee uur in het duister te hebben rondgewandeld, drong het tot mij door dat ik mij voor onze oude woning bevond.’
Wanneer Hermans het verhaal herschreef is niet duidelijk. Misschien bracht hij de wijzigingen in zijn verhaal al in 1950 aan voordat hij het naar Podium stuurde. Mogelijk is ook dat Borgers in reactie op de brief van september een herziene versie ontving, of dat Hermans (hoewel dat laatste minder waarschijnlijk is) de wijzigingen pas aanbracht op de proeven van ‘De kat Kilo’ die Borgers hem op 30 oktober 1953 toezond.[7]

thumb_DSC0009.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


T8
Herziene versie van ‘Dokter Klondyke’, in:
Hans van Straten (red.), Klein Kaliber. Twintig verhalen van nu. Amsterdam, 1960
(ABC-boeken nr 104)
Omvang: 20 pagina’s

Voordat in maart 1961 de herziene druk van Moedwil en misverstand verscheen, herzag Hermans het verhaal ‘Dokter Klondyke’ voor de bloemlezing Klein kaliber, die in 1960 bij de Arbeiderspers uitkwam. De titel van de bloemlezing was ontleend aan Hermans’ uitspraak ‘Een novelle is een wapen van klein kaliber’, dat ook als motto voor de bloemlezing diende.[8]
Toen Hermans van zijn uitgever Meulenhoff vernam dat Van Straten de novelle in een bloemlezing wilde opnemen, meldde hij per briefkaart aan Van Straten: ‘Er is in de loop der eeuwen hier en daar iets veranderd in dat verhaal. Is het goed dat ik je, voor er wordt gezet, een verbeterde versie toestuur?’[9] In antwoord op Van Stratens vraag naar de wijzigingen in dat ‘naar [z]ijn smaak vrijwel klassieke verhaal’ antwoordde Hermans: ‘De “nieuwe versie” van Klondyke is eigenlijk geen nieuwe versie, maar er zijn veel woorden in verbeterd. Ik heb dat overgebracht op de drukproef die ik vanochtend kreeg; deze heb ik meteen naar de Arbeiderspers gestuurd.’[10]
Echte inhoudelijke herzieningen ten opzichte van de eerste druk zijn er in Klein kaliber niet of nauwelijks. Naast enkele meer redactionele verschillen (varianten in interpunctie en aaneenschrijvingen en het ontbreken van directe rede bij gedachteweergave in de bloemlezing) gaat het meestal om woordvarianten die tot doel hebben veroudering van de tekst tegen te gaan: ‘maar’ vervangt ‘doch’ en ‘echter’, ‘zeker’ komt in de plaats voor ‘stellig’, ‘allebei’ vervangt ‘beiden’, ‘immers nimmer’ wordt ‘eigenlijk nooit’ e.d. Dergelijke wijzigingen worden overigens niet erg consequent doorgevoerd. Veel herformuleringen van zinnen lijken vanuit eenzelfde achtergrond te zijn ontstaan. Zo vervangt Hermans ‘Er was geen licht dan dat hetwelk een straatlantaren door het raam boven de deur naar binnen wierp’ door ‘Er was geen licht dan dat van een straatlantaren, naar binnen vallend door het raam boven de deur’, ‘Men begreep niet dat’ wordt ‘Onbegrijpelijk dat’ en ‘Hij stond op en sloot het venster, daar de avond te koel werd’ is in Klein kaliber ‘Hij stond op en deed het raam dicht; de avondlucht werd te koud’.
Ook de spelling is in de bloemlezing gemoderniseerd. Een deel van die spellingvarianten (‘elektrische’, ‘praktijk’ ‘kritiek’, ‘farmacie’ ‘koortssirenen’) werd een jaar later verwerkt in de tweede druk van Moedwil en misverstand, andere wijzigingen (‘lokaaltrein’, ‘stethoscoop’, ‘kandidaat’, ‘gitaar’, ‘overlijdensakte’, ‘sifilitische’) zouden pas vijf jaar later in de vierde druk worden doorgevoerd. Niet alle wijzigingen in Klein kaliber werden in latere drukken van Moedwil en misverstand overgenomen. Daardoor heeft ‘Dokter Klondyke’ in Klein kaliber enkele varianten die in geen enkele druk van Moedwil en misverstand voorkomen.

[Terug naar Overlevering]


P1
Drukproef voor de tweede druk van Moedwil en misverstand
Omvang: [ ]
Februari 1961

Letterkundig Museum
WFH (Drukproeven) Moedwil en Misverstand

Hermans bewaarde in zijn archief een drukproef voor de tweede druk van Moedwil en misverstand. Deze drukproef op losse bladen, die compleet is overgeleverd, heeft een aantal datumstempels van de drukkerij, van 2 februari tot 10 februari 1961. Hermans bracht de meeste wijzigingen in de novellen aan voordat de drukproef werd vervaardigd: de herzieningen in ‘Dokter Klondyke’ die waren opgenomen in de bloemlezing Klein kaliber zijn bijvoorbeeld al terug te vinden in de drukproef, die bij dit verhaal overigens ook weer nieuwe correcties laat zien. Ook andere verhalen uit Moedwil en misverstand werden door Hermans voor de totstandkoming van de drukproef gecorrigeerd. Op de drukproeven bracht Hermans bovendien nog weer enkele nieuwe verbeteringen aan.[11]

thumb_DSC0016.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


D8m1
Correctie-exemplaar van de zevende druk van Moedwil en misverstand
Omvang: 168 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Moedwil en misverstand [4]

De Franse titelpagina van een correctie-exemplaar van de zevende druk verwijst naar vier correcties, waarvan er twee betrekking hebben op drukfouten (vlekjes). Bij de twee andere herzieningen gaat het om kleine veranderingen, beide in ‘Atonale’. Hermans corrigeerde ‘de mens’ in de zinsnede ‘wat heb ik ermee van doen wat de mens van mij wil’ naar ‘dat mens’, waarmee hij de tekst in overeenstemming bracht met de eerste drukken: de lezing met ‘de’, waarschijnlijk een zetfout, kwam pas voor vanaf de vierde druk. Daarnaast herschreef hij de zin ‘Dit alleen om de mate waarin Adelphe Varenhijt hinderde uit te drukken’ tot ‘Dit alleen om een denkbeeld te geven van de mate waarin Adelphe Varenhijt hinderde’.
Beide correcties werden doorgevoerd in de achtste druk van Moedwil en misverstand.[12] Een niet op de Franse titelpagina aangegeven wijziging (verwijdering van leestekens rondom ‘lafenis’) is niet in de latere boekdrukken verwerkt. Op de achterflap van het correctie-exemplaar paste Hermans de datering bij zijn in Montreal gemaakte portretfoto aan van 1949 naar 1948.

thumb_DSC0017.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


D9m2
Correctie-exemplaar van de achtste druk van Moedwil en misverstand voor de tiende druk

Omvang: 168 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Moedwil en misverstand [5]

Dit correctie-exemplaar, dat Hermans dateerde op de ontvangstdatum ‘19 maart ’73’, verwijst op de Franse titelpagina naar twee correcties. Het gaat om een kleine stilistische correctie in ‘Dokter Klondyke’ en de verbetering van een zetfout in ‘Het lek in de eeuwigheid’. De correcties nam Hermans later over in correctie-exemplaren van de negende druk. Pas in de tiende druk werden de herzieningen verwerkt.

thumb_DSC0018.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


D10m3
Correctie-exemplaar van de negende druk van Moedwil en misverstand
Omvang: 168 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Moedwil en misverstand [6]

Dit exemplaar van de negende druk, die in 1975 verscheen, kreeg Hermans blijkens zijn datering ‘Parijs 7 feb. ’78 (!)’ op de binnenzijde van het omslag pas veel later in zijn bezit. Hermans nam de wijzigingen die hij in zijn correctie-exemplaar van de achtste druk (D9m2) had aangebracht over in dit boek. Het correctie-exemplaar heeft geen nieuwe verbeteringen.

thumb_DSC0019.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


D10m4
Correctie-exemplaar van de negende druk van Moedwil en misverstand
Omvang: 168 pagina’s

Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Met Aantekeningen/Moedwil en misverstand [7]

Een ander, ongedateerd, correctie-exemplaar van de negende druk gebruikte Hermans waarschijnlijk als definitief correctie-exemplaar voor de tiende druk. Op de rug van dit boek noteerde hij in pen ‘correctie’. Er zijn geen aanvullende correcties bij de verbeteringen in de voorafgaande correctie-exemplaren (D8m1 en D9m2).

thumb_DSC0021.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


M4
Typoscript (kopie) van ‘Inferno’
Omvang: 4 bladen

1992?
Collectie Frans A. Janssen

Van het verhaal ‘Inferno’, dat Hermans volgens de datering in de dertiende druk van Moedwil en misverstand op 25 december 1943 schreef, zijn twee kopieën van door Hermans gecorrigeerde typoscripten overgeleverd. Beide kopieën bevatten het volledige verhaal. Een datering ontbreekt, maar het gaat hier niet om een origineel typoscript uit 1943. Waarschijnlijk vervaardigde (en corrigeerde) Hermans dit typoscript vrij kort voordat hij het verhaal ‘ter opluistering van de nieuwste druk van Moedwil en misverstand’[13] op 18 juni 1992 naar uitgeverij De Bezige Bij stuurde.
Naast de correctie van typefouten, kleine stilistische verbeteringen en wijzigingen in de alinea-indeling voegde Hermans op twee plaatsen in het typoscript een zin toe; ook gaf hij bij de regel met ‘een r e e k s woorden’ expliciet aan dat daar moest worden gespatieerd. Omdat de hier toegevoegde zinnen en de andere correcties voor het grootste deel ook voorkomen in de op 10 juli 1992 in NRC Handelsblad gepubliceerde versie van ‘Inferno’ is het waarschijnlijk dat (een andere kopie of het origineel van) dit bewerkte typoscript ook aan de basis heeft gestaan van die publicatie. Enkele correcties in handschrift op het typoscript die nog niet in de krantenpublicatie voorkomen maken duidelijk dat Hermans het typoscript op verschillende momenten heeft bewerkt.

[Terug naar Overlevering]


M5
Typoscript (kopie) van ‘Inferno’
Omvang: 4 bladen

zomer 1992?
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/Zonder Aantekeningen/Moedwil en misverstand

Een exemplaar van de elfde druk van Moedwil en misverstand in het Hermans-archief bevat een tweede kopie van het gecorrigeerde typoscript van ‘Inferno’. Alle correcties van Hermans komen overeen met de correcties in M4, maar daarnaast heeft deze kopie aantekeningen van een redacteur met aanwijzingen voor de boekversie van ‘Inferno’. Het gaat hier dus om een kopie van het als kopij voor de dertiende druk van Moedwil en misverstand gebruikte typoscript. Links bovenaan de eerste pagina van het typoscript wordt met ‘pag 121’ aangegeven op welke pagina dit verhaal in Moedwil en misverstand dient te worden ingevoegd. De kopie bevat tevens enkele andere aanwijzingen voor de zetter. Alle alinea’s en witregels zijn expliciet gemarkeerd. Ook de markering van de cesuur in het verhaal met drie sterretjes wordt in deze kopie van het typoscript aangegeven.
De uiteindelijke versie van ‘Inferno’ heeft enkele minieme verschillen ten opzichte van deze kopie van de kopij. Hermans bracht die waarschijnlijk aan bij de correctie van de proeven.

thumb_DSC0013.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


D12m5
Correctie-exemplaar van de elfde druk van Moedwil en misverstand voor de dertiende druk
Omvang: 168 pagina’s
Letterkundig Museum
WFH (Boeken) Primair/ Zonder aantekeningen/Moedwil en misverstand

In het correctie-exemplaar van de elfde druk van Moedwil en misverstand, met op de Franse titelpagina een archiefstempel ‘reçu le 23 mars 1984’, bewaarde Hermans behalve het typoscript van ‘Inferno’ (M5) ook enkele krantenknipsels waarin Moedwil en misverstand ter sprake kwam. In de inhoudsopgave geeft Hermans aan dat ‘Inferno’ moet worden ingevoegd na ‘Elektrotherapie’. Verder heeft dit exemplaar geen correcties.
thumb_DSC0014.jpg

© foto Rob Mostert [Terug naar Overlevering]


[1] Zie Betty van Garrel, K. Schippers, ‘Vriend en vijand over Willem Frederik Hermans’. In: Haagse Post, 18 september 1971, p. 34-41.
[2] J.M. Meulenhoff aan Hermans, 1 mei 1942, en Hermans aan J.M. Meulenhoff, 7 mei 1942. Origineel respectievelijk doorslag in archief-Hermans.
[3] ‘Het doet ons genoegen U te kunnen mededelen, dat het door U in antwoord op onze proza-prijsvraag ingezonden verhaal voor opname in Ad Interim werd uitverkozen.’ J.P. Romijn aan Hermans, 21 september 1946, archief-Hermans.
[4] Max Nord aan Hermans, 22 september 1949, archief-Hermans. Het typoscript wordt bij de brief bewaard.
[5] Hermans aan Gerrit Borgers, 16 februari 1950, en Hubert Lampo aan Hermans, 24 juni 1950. Doorslag respectievelijk origineel in archief-Hermans.
[6] Gerrit Borgers aan Hermans, 6 februari en 21 september 1953, archief-Hermans.
[7] Gerrit Borgers aan Hermans, 30 oktober 1953, archief-Hermans.
[8] Uitspraak van Hermans in een boekrecensie van zijn hand in Criterium. (W.F. Hermans, ‘Nieuwe novellen’. In: Criterium, [4] (1945-1946), afl. 9 (juni 1946), p. 463-464.) Zie hiervoor ook de Commentaar bij Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 7. Amsterdam 2006, p. 616.
[9] Hermans aan Hans van Straten, 22 februari 1960, met dank aan Rob Delvigne.
[10] Hans Van Straten aan Hermans, 1 maart 1960, en Hermans aan Hans van Straten, 2 maart 1960. Origineel respectievelijk doorslag in archief-Hermans.
[11] Elektronische collatiegegevens Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.
[12] Ook de negende druk van Moedwil en misverstand heeft de correcties. Door een productiefout zijn bij de tiende druk de auteurscorrecties uit het correctie-exemplaar D8m1 komen te vervallen. In de tekst van de editie zijn deze auteurscorrecties weer aangebracht. Zie voor een overzicht van alle editeursingrepen de lijst met editeursingrepen bij deze titel.
[13] Hermans aan Gerry Bruil (De Bezige Bij), 18 juni 1992, doorslag in archief-Hermans.


De tekstbezorging van Moedwil en misverstand

De tekstbezorging bestaat uit drie lijsten. Bij de editeursingrepen wordt een overzicht gegeven van alle correcties die in de geëditeerde tekst zijn aangebracht. De twee andere lijsten geven overzichten van Witregels die in de editie van Moedwil en misverstand samenvallen met het einde van een pagina en koppeltekens die voorkomen aan het einde van een regel.

Editeursingrepen

In de uitgave van Moedwil en misverstand in de Volledige Werken zijn, op grond van het kritisch onderzoek van de basistekst (D14) en de tekstvergelijking van voorafgaande boekdrukken, tijdschriftpublicaties en overige primaire en secundaire documentaire bronnen die relevant zijn voor de tekstgeschiedenis, de hieronder volgende correcties in de basistekst aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer van de boekuitgave wordt eerst de verbeterde lezing vermeld, gevolgd door de oorspronkelijke, foutieve lezing van de basistekst. Indien een of meer voorafgaande versies de juiste lezing hebben wordt daarna via het sigle verwezen naar de meest recente tekstversie met deze lezing.

p. 35, r. 12 [inspringen] Plotseling hingen [niet inspringen] Plotseling hingen D2
p. 39, r. 15 [inspringen] Allen zwegen. [niet inspringen] Allen zwegen. D2
p. 40, r. 1 [inspringen] Slibvisser drukte [niet inspringen] Slibvisser drukte D2
p. 45, r. 4 zijn hoofd zij hoofd D2
p. 49, r. 12 dat mens de mens D10
p. 49, r. 26 [inspringen] Adelphe deed [niet inspringen] Adelphe deed D2
p. 52, r. 17 van jou vindt van jou vind D2
p. 52, r. 33 die bij deze die hij deze DJ 189
p. 54, r. 9-10 Dit alleen om een denkbeeld te geven van de mate waarin Adelphe Varenhijt hinderde. Dit alleen om de mate waarin Adelphe Varenhijt hinderde uit te drukken. D10
p. 56, r. 34 Want ‘Ik ben Want ‘ik ben D2
p. 57, r. 12 gemelijk ‘Binnen’ gemelijk, ‘Binnen’ D2
p. 57, r. 31 [inspringen] En, terwijl [niet inspringen] En, terwijl D2
p. 58, r. 24 ze bij haar zei bij haar DJ 189
p. 59, r. 30 Een bekend En bekend D2
p. 65-66, r. 35-1 microscopisch miscroscopisch DJ 189
p. 67, r. 22 [inspringen] ‘Je bent [niet inspringen] ‘Je bent D2
p. 72, r. 20 [inspringen] En daarna [niet inspringen] En daarna D2
p. 72, r. 26 ‘Een dame,’ zei ‘Een dame,’ zij D2
p. 72, r. 28 [inspringen] En zij [niet inspringen] En zij D2
p. 80, r. 8 [inspringen] ‘Mag jij [niet inspringen] ‘Mag jij D2
p. 82, r. 31 [inspringen] ‘Niet waar, [niet inspringen] ‘Niet waar, D2
p. 83, r. 15 voetgangers opengelaten voetgangers opgelaten D1
p. 83, r. 33 [inspringen] Soms wanneer [niet inspringen] Soms wanneer D2
p. 84, r. 21 [inspringen] Zijn moeder [niet inspringen] Zijn moeder D2
p. 84, r. 25 [inspringen] Dit was [niet inspringen] Dit was D2
p. 86, r. 9 [inspringen] Maar hij [niet inspringen] Maar hij D2
p. 86, r. 18 [witregel] Wat er [geen witregel] Wat er D2
p. 87, r. 5 [inspringen] En toen, [niet inspringen] En toen, D2
p. 89, r. 32 is Valentijn?”’ is Valentijn?”
p. 94, r. 1 [inspringen] Zij bereikten België [niet inspringen] Zij bereikten België D2
p. 94, r. 26 [inspringen] Dit geheim [niet inspringen] Dit geheim D2
p. 96, r. 30 [inspringen] ‘Is dat [niet inspringen] ‘Is dat D2
p. 101, r. 6 [inspringen] Dit zijn [niet inspringen] Dit zijn D2
p. 104, r. 8 blootshoofds blootshoofd D1
p. 120, r. 8 [inspringen] Omdat Ronald’s [niet inspringen] Omdat Ronald’s D2
p. 120, r. 23 [inspringen] En, aan [niet inspringen] En, aan D2
p. 124, r. 32 vanachter het hek. – vanachter het hek – D1
p. 126, r. 9 [inspringen] En zij [niet inspringen] En zij D2
p. 132, r. 9 elektrotherapie! elektrotherapie!.
p. 132, r. 10 l’électricité l’electricité D1
p. 134, r. 25 [inspringen] Bij de [niet inspringen] Bij de D2
p. 136, r. 25 [inspringen] En mijn [niet inspringen] En mijn D2
p. 136, r. 30 [inspringen] Met zijn [niet inspringen] Met zijn D2
p. 138, r. 14 [inspringen] Toen stak [niet inspringen] Toen stak D2
p. 144, r. 6 [witregel] Het verhaal [geen witregel] Het verhaal M4/M5
p. 153, r. 20 [inspringen] – Zij zaten [niet inspringen] – Zij zaten D2
p. 154, r. 5 [inspringen] Toen ging [niet inspringen] Toen ging D2
p. 160, r. 9 [inspringen] De student [niet inspringen] De student D2
p. 168, r. 32 [inspringen] Zuster Ferro [niet inspringen] Zuster Ferro D2
p. 170, r. 20 [inspringen] Lily lag [niet inspringen] Lily lag D2
p. 172, r. 28 [inspringen] ‘Wie zijn [niet inspringen] ‘Wie zijn D2
p. 176, r. 5 [inspringen] Hij nam [niet inspringen] Hij nam D2
p. 179, r. 17 [inspringen] Gerard sloeg [niet inspringen] Gerard sloeg D2
p. 180, r. 10 [inspringen] Met doffe [niet inspringen] Met doffe D2
p. 185, r. 28 identiteitskaart indentiteitskaart D2
p. 187, r. 5 [inspringen] Zij koesterde [niet inspringen] Zij koesterde D2
p. 187, r. 12 [witregel] Nog lang [geen witregel] Nog lang D1
p. 187, r. 28 [inspringen] – Een slecht [niet inspringen] – Een slecht D2
p. 191, r. 16 [witregel] Toen hij [geen witregel] Toen hij D2
p. 191, r. 20 [inspringen] Zij had [niet inspringen] Zij had D2
p. 193, r. 34 niemand haar zou kunnen niemand zou haar kunnen D2
p. 196, r. 19 verschilferde onder verschilverde onder
p. 207, r. 30 [inspringen] Zij vlijde [niet inspringen] Zij vleide D2
p. 207, r. 30 vlijde haar vleide haar
p. 208, r. 3 [inspringen] In nadenken [niet inspringen] In nadenken D2

Witregels

Op de volgende pagina ’s in de uitgave van Moedwil en misverstand valt het staartwit van de pagina samen met een witregel:

p. 77
p. 130
p. 138


Koppeltekens

In de uitgave van Moedwil en misverstand moeten de afbrekingstekens in de hieronder vermelde woorden als koppelteken gelezen worden:

p. 131, regel 25-26 Ariër-hypothese
p. 144, regel 13-14 anders-tot-een-hogere-macht
p. 190, regel 23-24 café-concert


Naar boven