‘Nooit had een boek zoveel tegenslag te verduren als Mandarijnen op Zwavelzuur! Het komt! Maar later dan de drukker had gehoopt’
23 september 2015

Op 4 februari 1964 schrijft Willem Frederik Hermans aan Henk Hofland: ‘De aanmaak van het Mandarijnenboek vordert met de snelheid van een progressieve paralyse.’ Later die maand zou eindelijk het langverwachte en door velen gevreesde Mandarijnen op zwavelzuur verschijnen, negen jaar later dan aanvankelijk de bedoeling was.

Al in 1947 had Hermans een bundel ‘polemieken’ onder de titel ‘Snerpende Kritiek’ laten aankondigen. De eerste keer dat de titel ‘Mandarijnen op zwavelzuur’ valt, is in 1953, wanneer zijn toenmalige uitgever Geert van Oorschot informeert naar Hermans’ plannen met dat boek met ‘die verrukkelijke titel’. De auteur zal zijn polemische ‘Mandarijnen’-stukken, ‘capita selecta der litteratuurgeschiedenis’, eerst in losse afleveringen publiceren in Podium, een tijdschrift dat hij in een brief aan Paul Rodenko veelzeggend had omschreven als zijn ‘moordwerktuig’.

Een actuele aanleiding, de herbewapening van Duitsland, zorgt in 1955 voor een veelbesproken aflevering in brochurevorm: Het geweten van de Groene Amsterdammer of Volg het spoor omhoog. Dit doet echter niets af aan Hermans’ voornemen een groot ‘Mandarijnen’-boek te publiceren. Aan Gerard van het Reve schrijft hij eind februari van dat jaar: ‘Ik heb gezworen mijn schrijfmachine niet schoon te maken vóór Mandarijnen op Zwavelzuur is voltooid. Een dik boek, dat zei ik al. […] Maar ik ben heel benauwd dat Geert het niet zal willen uitgeven. Opzichzelf is dat niet belangrijk, maar een mens moet toch de tijd passeren ergens mee, voor zijn dood.’ Inderdaad wil Van Oorschot het boek niet uitgeven. Uit commerciële overwegingen maar volgens Hermans vooral omdat hij geschrokken is van de felle reacties.

Hans van Straten doet Hermans vervolgens de suggestie aan de hand zijn brochures en het uiteindelijke boek dan maar in eigen beheer uit te geven, een idee dat de auteur in jubelstemming brengt: ‘Als het lukt heb ik tenminste de ergste lasterlijke inkt die over mij is uitgestort, afgewist. Dan kan ik weer als een lelieblank auteur door het leven gaan.’ Er komt nog wel een tweede brochure, onder de titel De Mandarijnenpers, maar vanwege de tegenvallende verkoop slaat Hermans’ stemming snel om wat betreft het boek. Begin december schrijft hij niettemin aan Oey Tjeng Sit dat hij hoopt het ‘voor het eind van het jaar klaar te hebben. Dan is dat gekanker ook weer achter de rug en kan ik aan een roman beginnen.’

Het boek komt af, maar geen uitgever durft zich eraan te wagen. Het manuscript blijft jaren op de plank liggen. Hermans verwacht niet dat het daar ooit nog vanaf komt en misschien is dat maar goed ook, zo schrijft hij in 1959 aan een correspondent: ‘Ik voel niet veel meer voor een complete mandarijnenuitgave, omdat een deel ervan zijn actualiteit verloren heeft. […] Nee, ik zie er werkelijk niets meer in. Uitgave, nu, zou mij verplichten voort te gaan en ook de verschijnselen nà 1955 te behandelen. Maar ik kan niet aan de gang blijven. Ik heb meer te doen.’

Pas in 1963 komt er weer schot in de zaak en besluit Hermans definitief zijn Mandarijnen op zwavelzuur in eigen beheer uit te brengen. De volgende hobbel is echter de Groningse drukker. Die levert knoeiwerk af en moet een deel van de oplage opnieuw drukken, zodat Hermans zich genoodzaakt ziet de intekenaars een kaartje met tekst en uitleg toe te sturen: ‘Nooit had een boek zoveel tegenslag te verduren als Mandarijnen op Zwavelzuur! / Het komt! Maar later dan de drukker had gehoopt.’

Mandarijnenpers_29-11-1963

Ook de totstandkoming van de editie van Mandarijnen op zwavelzuur, samen met het in 1983 verschenen Mandarijnen op zwavelzuur. Supplement kende menige hobbel en kwam later dan de makers gehoopt hadden gereed. Maar ook dit boek komt eraan. De kopij voor dit 16e deel van de Volledige Werken is deze zomer ingeleverd, een kloek commentaar van enkele honderden pagina’s dat de volledige ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Mandarijnen op zwavelzuur en het Supplement vertelt en de in facsimile opgenomen werken van verklarende annotaties voorziet. Inmiddels zijn ook de laatste beslissingen genomen over de typografische en druktechnische details. Deel 16 van de Volledige Werken verschijnt voorjaar 2016, tegelijkertijd met het al eerder afgeronde Deel 6 van de Volledige Werken, met daarin onder andere de romans Een heilige van de horlogerie (1987) en Au pair (1989).


Naar boven